ECLI:NL:RBDHA:2019:13210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Georgische helikopterpiloot wegens veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Georgische nationaliteit. De eiser had op 22 september 2019 een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelde dat hij als helikopterpiloot in het Georgische leger had gediend en ten onrechte was veroordeeld voor het voorbereiden van een coup. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Georgië te vrezen had voor vervolging of ernstige schade. De rechtbank overwoog dat de vrees van de eiser voor toekomstige problemen door de zittende of toekomstige regering niet voldoende onderbouwd was en dat de verklaringen van de eiser over zijn situatie vaag en niet onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op goede gronden had besloten de aanvraag af te wijzen en het inreisverbod op te leggen. De uitspraak benadrukt de hoge drempel voor vreemdelingen om aan te tonen dat hun land van herkomst niet veilig is, ondanks het algemene rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Georgië geen internationale bescherming nodig hebben.