ECLI:NL:RBDHA:2019:12138
Rechtbank Den Haag
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over beplanting en constructies tussen twee woningen met betrekking tot een pergola, heesterborder, stamroos, berk en fruitboompjes
In deze zaak, behandeld door de wijkrechter van de Rechtbank Den Haag, betreft het een burengeschil tussen twee partijen over verschillende beplantingen en constructies op hun percelen. De verzoeker en medeverzoeker hebben een gezamenlijk verzoek ingediend op basis van artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 oktober 2019, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De wijkrechter heeft de situatie in de tuinen van beide partijen ter plaatse bekeken.
De verzoeker heeft een pergola en een heesterborder in zijn tuin, terwijl de medeverzoeker een stamroos, een berk en drie fruitboompjes heeft. De verzoeker stelt dat de pergola is toegestaan, maar dat hij bereid is om delen die over de erfgrens steken te verwijderen. De medeverzoeker betwist dit en stelt dat de heesterborder te hoog is en dat de pergola zonder toestemming is geplaatst. De wijkrechter heeft de verschillende geschilpunten beoordeeld en geoordeeld dat de pergola geen onrechtmatige hinder oplevert, maar dat de dwarsbalken die over de erfgrens steken, moeten worden verwijderd.
Wat betreft de heesterborder oordeelt de wijkrechter dat deze te hoog is en dat de verzoeker deze moet snoeien tot een hoogte die gelijk is aan de dakrand van zijn schuur. De stamroos van de medeverzoeker moet op een afstand van 15 centimeter van het houten boeiboord van de schuur blijven. De berk mag blijven staan, maar de fruitboompjes moeten worden gesnoeid tot een hoogte van maximaal twee meter. De wijkrechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het geval partijen zich niet aan de veroordelingen houden. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.