Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eisende partij sub 1] ,
[B.V. I] ,
[eisende partij sub 3] ,
1.De procedure
2.De feiten
“er doelgericht op heeft aangestuurd om de zaak op de hiervoor aangehaalde leerstukken te doen stranden, zodat ieder inhoudelijk oordeel over de gestelde meineed uit de weg kon worden gegaan”.Bij beschikking van 22 mei 2018 is ook de beklagzaak van [B.V. I] en [eisende partij sub 3] verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Aanleiding voor deze verwijzing vormde een brief van de advocaat-generaal bij het gerechtshof Amsterdam die er onder meer op wijst dat in de beklagzaak van [B.V. I] en [eisende partij sub 3] ook voormelde brief is gevoegd en een brief van [eisende partij sub 1] die schrijft:
“Overigens kan ik niet verhullen dat ook cliënt, gelet op het verloop tot nu toe, weinig hoop heeft op de goede afloop van deze zaak in – laten we zeggen- het Amsterdamse, zodat het wellicht om die reden geïndiceerd is de zaak te verwijzen.”
“de advocaat-generaal bij het ressortsparket Arnhem-Leeuwarden in de gelegenheid te stellen een aanvullend schriftelijk verslag op te stellen, met het verzoek inhoudelijk op de zaak in te gaan. Voorts zal het hof de advocaat-generaal verzoeken in het aanvullend schriftelijk verslag aandacht te besteden aan de vraag of er een politie-sepot beschikbaar is.”