ECLI:NL:RBDHA:2019:11165
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot continuering opvang asielzoeker in verband met medische noodsituatie
Op 23 oktober 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, een Iraanse asielzoeker, en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Eiser had verzocht om continuering van zijn opvang, nadat zijn asielaanvraag op 26 mei 2017 was afgewezen. Het COA heeft dit verzoek op 23 oktober 2018 afgewezen, waarop eiser beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 18 september 2019 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, zijn standpunt toegelicht. Eiser stelde dat hij recht had op opvang vanwege een acute medische noodsituatie, onder andere door zijn posttraumatische stressstoornis (PTSS) en verslavingsproblematiek.
De rechtbank overwoog dat, hoewel eiser niet voldeed aan de criteria voor opvang zoals beschreven in de Regeling verstrekking asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005), er in zeer bijzondere omstandigheden opvang kan worden verleend. Echter, de rechtbank concludeerde dat er geen acute medische noodsituatie was die opvang noodzakelijk maakte. De rechtbank oordeelde dat de zelfmoordpoging van eiser en zijn psychische problemen niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen, aangezien er geen medische stukken waren overgelegd die een risico op suïcide bij het onthouden van opvang aantoonden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het COA terecht had geweigerd de opvang van eiser te continueren. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 oktober 2019, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending van de uitspraak.