In deze zaak heeft de Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland (SIO) een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De vordering van SIO betreft aanvullende bekostiging voor haar bijzondere school, het Cornelius Haga Lyceum, in verband met een toename van het aantal leerlingen. SIO heeft op 8 augustus 2019 een aanvraag ingediend voor deze bekostiging, maar de Minister heeft nog niet op deze aanvraag beslist. SIO stelt dat de Minister onrechtmatig handelt door niet over te gaan tot betaling van de bekostiging, ondanks een telefonische bevestiging van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) dat de aanvraag is gehonoreerd. SIO vordert primair dat de Staat wordt veroordeeld om de bekostiging binnen één dag na het vonnis te betalen en subsidiair dat de Staat binnen één dag na het vonnis beslist op de aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de primaire vordering van SIO niet toewijsbaar is, omdat er nog geen beslissing op de aanvraag is genomen. De e-mail van DUO kan niet als een besluit worden aangemerkt, aangezien deze slechts bevestigt dat de bekostiging op een bepaalde datum zal plaatsvinden, maar geen expliciete toezeggingen bevat. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat SIO in haar subsidiaire vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat zij tegen het niet tijdig nemen van een besluit een exclusieve rechtsgang bij de bestuursrechter ter beschikking heeft. De vordering van SIO is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten.