ECLI:NL:RBDHA:2019:10097
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- A.K. Mireku
- R.S.H.M. Hussien
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang na vertrek van asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2019 uitspraak gedaan in de zaken NL19.13638 (beroep) en NL19.13639 (voorlopige voorziening) betreffende een asielzoeker die met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft het beroep van de eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit volgde op een eerdere afwijzing van de aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die het verzoek als kennelijk ongegrond had bestempeld. De eiser was niet verschenen op de zitting, noch zijn gemachtigde, die had aangegeven niet namens de eiser te kunnen verschijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij zijn zelfstandige woonruimte had verlaten zonder de autoriteiten te informeren over zijn verblijfplaats. Dit leidde tot de conclusie dat de eiser geen prijs meer stelde op de bescherming die hij aanvankelijk had gezocht. De rechtbank heeft ook het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om een dergelijke voorziening te treffen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. R.S.H.M. Hussien.