Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
5.[gedaagde 5] ,
1.De procedure
2.De feiten
volgens de heer [gedaagde 5]op de overlijdensdag samengesteld als volgt:
[A], wonende [adres] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , ongehuwd en niet wettelijk als partner geregistreerd, wegens op 12 juni 2002 door haar van erflaatster ter leen ontvangen gelden van in totaal € 244.964,85.
€ 231.487,00
€ 74.938.00
€ 148.474,00
€ 24.746.00
bijlage).
€ 267.090,33
€ 4.078,00
€ 630,00 € 3.630,00
€ 72.294,83
€ 201.424 68
€ 813,00
€ 32.757,78
€ 813,00
€ 30.206,60
€ 813,00
€ 63.622.61
€ 13,00
€ 71.357,78”
volledigdossier, omdat het beginsaldo van de nalatenschap onbekend is, omdat de inkomsten en uitgaven ten laste van de nalatenschap onbekend zijn, zodat partijen de door u opgestelde rekening en verantwoordingen 2016 en 2017 met de opgenomen bedragen kunnen controleren.
3.Het geschil in de hoofdzaak
in conventie
de medegedaagden in conventiete veroordelen tot het overgaan van verdeling van de nalatenschap zoals in het lichaam van de conclusie verwoord.
4.De beoordeling
In het incident tot tussenkomst
Ik heb de posten zo goed mogelijk verantwoord door alle instellingen na te bellen en in het dossier na te gaan of deze posten nog bestaan of niet.”Uit de aangifte successierecht volgt dat de schulden door verrekening met de (kennelijk daarvoor door [gedaagde 5] aangewende saldi van de bankrekeningen en de contanten van moeder) zijn voldaan. Gelet op de hoogte van de in de aangifte successierecht opgenomen posten en nu de definitieve aanslag overeenkomstig de aangifte is opgelegd, komt dit de rechtbank ook plausibel voor.
€ 2.551inzake deurwaarderskosten (ten laste van haar eigen erfdeel) voor haar uitsluitende rekening moet nemen. Dit betreft begrafeniskosten van Monuta die [gedaagde 4] ten onrechte onbetaald heeft gelaten zodat deze via een deurwaarder zijn geïnd. Het voor verdeling in aanmerking komende saldo moet met dit bedrag van € 2.551 worden verhoogd. Het bedrag van
twee maal € 2.845, alvorens dit door zes mag worden gedeeld.
€ 1.500voor [gedaagde 3] te hebben voorgeschoten in verband met zijn aandeel in de kosten van de begrafenis. Deze vordering is niet weersproken, zodat deze in de verdeling/verrekening zal worden betrokken.
terug te betalenaan de heer [gedaagde 5] . De huurkoop zoals afgesproken vanaf 1 januari 1996 t/m 30 juni 2002 zijnde 84 mnd maal 450,= euro is gelijk aan 37800,= euro totaal.
De huur per 30 Juni 2002 beëindigd zal worden
Er van iedere verdere aanspraak op koop, huur, of huur/koop word afgezien
€ 2.233meegenomen. Voor het meerdere wordt deze post afgewezen.
aan de nalatenschapomdat [gedaagde 5] met zijn eenmanszaak de activiteiten van de bv (waarin moeder de aandelen hield) zou hebben overgenomen. Niet alleen is dat al uiterlijk in 1999 gebeurd, dus ruimschoots voor het overlijden van moeder in 2004, ook is gesteld noch gebleken dat hierover door moeder namens de bv enerzijds en door [gedaagde 5] (zijn eenmanszaak) anderzijds afspraken zijn gemaakt die [gedaagde 5] zijnerzijds niet is nagekomen, waardoor ten tijde van het overlijden van moeder een vordering van de bv op [gedaagde 5] bestond. Evenmin is gesteld dat ten tijde van haar overlijden moeder in privé nog een vordering op [gedaagde 5] had wegens overname van de activiteiten van de bv. Hier staat tegenover dat [gedaagde 5] juist gemotiveerd heeft betoogd dat vanaf het moment dat het bedrijf [X] als eenmanszaak door hem wordt gedreven de bv met zijn hulp is gesaneerd, ten behoeve van moeder. De bv is bovendien geliquideerd en moet dus als afgewikkeld worden beschouwd.