Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 oktober 2018, met de producties 1-40;
- de conclusie van antwoord, met de producties 1-11;
- het tussenvonnis van 14 maart 2018, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de akte van WVO van 19 april 2018;
- de akte van de Staat van 8 mei 2018, met productie 12;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 mei 2018;
- de brief van mr. Verduijn namens de Staat van 30 mei 2018;
- de brief van mr. Van den Ende van 5 juni 2018.
“renovatie, vervangende nieuwbouw dan wel geheel of gedeeltelijke omvorming van de westvleugel van verzorgingshuis Ter Reede tot één of meer zorgcentra.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Afspraak met betrekking tot blijvende vergoeding van exploitatiekosten?
Een belangrijk uitgangspunt van het plan is dat de zorginfrastructuur ten laste van het AWBZ-budget kan worden gebracht. Hierdoor wordt de woonzorgvariant voor iedere burger financieel bereikbaar. Wij concluderen dat het onderhavige plan inhoudelijk voldoet aan alle criteria die het Zorgkantoor stelt aan de woonzorgvariant als modernisering van een bestaand verzorgingshuis. Wij kunnen dan ook volledig instemmen met de omvorming volgens de opzet zoals deze is weergegeven in de aanvraag. (…) De planopzet gaat uit van het scheiden van wonen en zorg. Dit betekent dat de toekomstige bewoners zelf de lasten voor huisvesting betalen naast een eigen bijdrage voor zorgverlening. Bij een financiering van de exploitatielasten van de zorginfrastructuur ten laste van de AWBZ is nadere éénmalige financiering niet noodzakelijk voor omvorming van de westvleugel tot woonzorgcentrum.”.
De omvorming van Ter Reede naar een woonzorgcentrum is mogelijk op grond van het vigerende plan ouderenzorg. Het exploitatiebudget wordt volledig in stand gehouden zodat er in de nieuwe opzet volwaardige verzorgingshuiszorg geboden kan worden. Dit zorgbudget bedraagt na actualisatie f 35.000,-- per plaats per jaar.”
De NZa wijst er derhalve op dat bovenstaand besluit geen garanties met zich meebrengt voor toekomstige wijzigingen in de bekostigingssystematiek. De NZa zal daarbij een overgangsregeling treffen, welke dan waarschijnlijk ook op uw instelling van toepassing zal zijn.”