Verhuurder vordert in conventie bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-de huurovereenkomst te beëindigen wegens dringend eigen gebruik op grond van artikel 7:274, eerste lid, onder c BW;
-indien de gevorderde beëindiging wordt toegewezen het tijdstip van de beëindiging van de overeenkomst te bepalen op 31 maart 2018, dan wel een andere redelijke einddatum waarop de huurovereenkomst zal eindigen vast te stellen;
-huurder te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde onder afgifte van de sleutels binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, dan wel binnen een door de kantonrechter te bepalen termijn, op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per dag, dan wel een door de kantonrechter te bepalen dwangsom;
-verhuurder te machtigen, voor zover huurder in gebreke blijft aan de veroordeling tot ontruiming te voldoen, de ontruiming te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm op kosten van huurder, begroot op een maximum bedrag van € 750,00, inclusief BTW;
-huurder te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.