Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 januari 2017, met producties 1 tot en met 23;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie tevens houdende bevoegdheidsincident, met producties 1 tot en met 2;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident;
- het vonnis van de kantonrechter in het incident tot onbevoegdverklaring en verwijzing;
- de brief van 2 januari 2018 van de zijde van de KNB, met producties 3 en 4;
- het proces-verbaal van de op 16 januari 2018 gehouden comparitie van partijen en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
de onder randnummer 2.3. onder 4 en 5 genoemde facturen, red. rb) over het onderdeel van de ledenbijdrage met betrekking tot dit onderwerp.
“Hierdoor bericht ik u mij per 1 oktober 2013 te willen verzekeren tegen beroepsaansprakelijkheid voor het excedentdeel via de door de KNB aangeboden mantelovereenkomst met AON.”
“Wij ontvingen van u de aanvraag inzake de collectieve verzekering. Volgens onze administratie hebben wij nog een saldo openstaan van € 20.650,00. Wij willen u er nog nadrukkelijk op wijzen, dat het openstaande saldo ad € 20.650,00 uiterlijk vandaag 30-09-2013 op onze bankrekening (…) moet zijn bijgeschreven.”
“Het door u gesignaleerde saldo berust op een door u niet verwerkte creditering van de gemelde bedragen, met ingang van de dag dat de KNB mij per brief berichtte dat het door mijn ingestelde rechtsmiddel, te weten een bezwaarschrift tegen de verschuldigdheid van deze bedragen, gegrond werd verklaard. Het saldo dient derhalve nihil te bedragen. De op verzoek van de KNB stil gelegde civiele incassoprocedure zal thans verder voortgang vinden, mocht u in gebreke blijven de vorenbedoelde creditering te doen plaatsvinden. Tevens overweeg ik in laatstbedoeld geval over deze handelswijze van de KNB een klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman.”
“Uw aanmelding voor deelname aan de collectieve verzekeringen hebben wij ontvangen. Voor uw deelname aan de collectieve verzekeringen is vereist dat u alle in het verleden opgelegde bijdragen voor de collectieve verzekeringen heeft voldaan. U dient derhalve nog een bedrag te voldoen van 20.650 euro alvorens u kunt deelnemen aan de collectieve verzekeringen. Wij hebben u aangemeld bij de verzekeraars, maar als het vermelde bedrag voor aanstaande maandag niet op onze rekening is ontvangen, kunnen wij niet anders dan deze aanmelding te laten vervallen. U dient dan alsnog zelf te voorzien in een dekking die voldoet aan de eisen van de regelgeving.”
“Helaas moet ik u berichten dat u geen dekking geniet onder de collectieve verzekeringen van de KNB. Zoals u bekend is vanaf 1 oktober 2013 sprake van een dienst van de KNB. U bent niet verplicht van deze dienst af te nemen en de KNB is niet gehouden u deze dienst (onvoorwaardelijk) te verlenen. U heeft niet aan alle voorwaarden die aan deelname zijn gesteld voldaan. U bent derhalve vanaf 1 oktober 2013 niet verzekerd via de KNB. Het bestuur van de KNB meent dat een notaris die niet verzekerd is conform de eisen van de regelgeving ook geen notariële diensten kan verrichten en dat deze notaris derhalve zijn praktijk dient te staken totdat hij beschikt over een verzekering die voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Wij zullen melding doen bij de toezichthouder van het feit dat u mogelijk onvoldoende verzekerd bent en zullen ons beraden op verdere noodzakelijke stappen.”
Allereerst staat enig bestuursrechtelijk oordeel los van de vraag of u kunt deelnemen aan de mantel. Een door de KNB gestelde voorwaarde voor deelname is dat u alle in het verleden aan u opgelegde bijdragen voor de collectieve verzekeringen van de KNB heeft voldaan. Dit is bij u niet het geval, waardoor u, indien u wenst deel te nemen aan de mantel, alsnog die bijdragen, derhalve
3.Het geschil
4.De beoordeling
mogelijk(cursivering van de rechtbank) tuchtrechtelijk laakbaar handelt. Gelet op de in r.o. 2.2 weergegeven taak van de KNB kan niet worden gezegd dat de KNB dit niet aan [eiser] mocht mededelen of dat de KNB niet aan het Bft mocht mededelen dat [eiser]
mogelijktuchtrechtelijk laakbaar handelde. Hoewel van die mededeling ontegenzeggelijk druk uitging, had [eiser] die druk, gelet op voormeld kader en regelgeving, te aanvaarden. [eiser] heeft voorts pas op 10 december 2013 – in het kader van de tuchtklacht van de Bft – via zijn tussenpersoon onderzocht of bij de verzekeraar waar het primaire deel van zijn beroepsaansprakelijkheid (tot 1 miljoen euro) was verzekerd een dekking kon worden verleend tot 25 miljoen euro, wat op dat moment niet mogelijk bleek. Dat [eiser] daarna niet meer voldoende tijd had nog een alternatief te verzorgen kan niet aan de KNB worden verweten. Van misbruik van bevoegdheid of handelen in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is geen sprake.
- € 1.924,00 voor verschuldigd griffierecht;
- € 1.158,00voor forfaitair salaris advocaat (2 punten á € 579,-- (tarief III)),