Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Procedure
- de dagvaarding van 4 januari 2018 met producties,
- de conclusie van antwoord.
2.Feiten
3.Vordering en verweer
(Kennelijk) subsidiair heeft [gedaagde] aangevoerd dat zij een ruime tegenprestatie heeft geleverd voor de bemiddelingsvergoeding, dat zij daarmee het belang van [eiser] heeft gediend en dat er geen sprake is van een niet redelijk voordeel.
4.Beoordeling
heeft onbestreden aangevoerd dat hij over de aangeboden woning alleen contact kon opnemen met [gedaagde] en dat de gegevens van de verhuurder niet op de website waren vermeld, alleen die van [gedaagde] . [eiser] heeft slechts op een door [gedaagde] aangeboden woning gereageerd; van een opdracht tot bemiddeling is daarom geen sprake. Wel volgt uit het reageren op de advertentie van de woning via die website en uit het instemmen met het betalen van de commissie dat [eiser] aan [gedaagde] opdracht heeft gegeven een huurovereenkomst te sluiten. Dat is een lastgevingsovereenkomst in de zin van artikel 7:414 BW.
,p. 922).
heeft in dat verband onvoldoende onderbouwd dat hij het bedrag van € 59,50 zoals vermeld in de -door hem zelf overgelegde- credit-nota niet retour heeft ontvangen. [gedaagde] heeft in dat verband toegelicht dat uit haar administratie volgt dat dit bedrag aan hem is teruggestort, hetgeen verder onbetwist is gebleven. Het aan [eiser] toe te wijzen bedrag zal daarom met € 59,50 worden verminderd tot een bedrag van