Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het proces-verbaal van de op 29 mei 2017 gehouden regiezitting;
- het proces-verbaal van de op 7 juli 2017 gehouden enquête aan de zijde van [eiser];
- het tussenvonnis van 12 juli 2017 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlaten na overlijden [eiser];
- de antwoordakte van de Staat;
- de akte overlegging producties van [eiser] naar aanleiding van het concept-deskundigenbericht;
- het deskundigenbericht van L. Heeffer.
2.De verdere beoordeling
kanhoren, biedt deze bepaling naar het oordeel van de rechtbank ruimte voor het op andere wijze horen van een zich in het buitenland bevindende getuige. De rechtbank heeft de getuigen door middel van telehoren gehoord, overeenkomstig de afspraken die hierover met partijen zijn gemaakt tijdens de regiezitting van 29 mei 2017, en die – voor zover hier van belang – het volgende inhouden:
de rustige tijd was,waarin geen suikerriet werd gemalen in de suikerfabriek van Kebon Agung, en:
werd geplaatst”in Kebon Agung en dat hij daarna op verschillende plaatsen gevangen heeft gezeten, waarbij hij steeds met een truck naar de volgende plaats werd gebracht. Hij heeft over de gehele duur en het verloop van de gevangenschap onder meer verklaard:
de Hollanders”was opgepakt, heeft zij verklaard:
rustige tijd”waarin geen suikerriet werd gemalen in de suikerfabriek van Kebon Agung.
van het leger was” erop kan duiden dat hij werd aangezien voor een lid van een van de genoemde eenheden. [eiser] heeft tegenstrijdige verklaringen afgeleid over zijn lidmaatschap van deze organisaties en het al dan niet hebben ondergaan van een periode van training. Deze punten kunnen verder onbesproken blijven, aangezien het al dan niet komen vast te staan van dit deel van de gestelde toedracht van [eiser] arrestatie niet doorslaggevend is voor de vraag of de Staat uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk is jegens [eiser]. Voor het antwoord op die vraag komt het erop aan of bewijs is geleverd voor de gestelde gedragingen van Nederlandse militairen in de tijd die [eiser] in Nederlandse gevangenschap heeft doorgebracht.
dialongong’ (iv).
de indeukingen van het schedeldak [worden] beoordeeld als consistent voor geslagen te zijn op het achterhoofd met een hard smal voorwerp. Volgens betrokkene werd hij geslagen met een houten plank, wat dus goed mogelijk is geweest.”
consistent’:
het litteken of de klacht kan zijn veroorzaakt door de gebeurtenis beschreven door betrokkene, maar er zijn veel andere mogelijke oorzaken.”
Het aspect van het litteken op de foto komt sterk overeen met door de onderzoeker in andere zaken eerder beoordeelde letsels van sigaretverbrandingen. Gezien het aspect van het litteken en de overeenkomst hiervan over wat bekend is over sigaretverbrandingen in het Istanbul Protocol met daarbij het ontbreken van aanwijzingen voor een mogelijk andere waarschijnlijke oorzaak wordt het litteken beoordeeld als zeer consistent met het gestelde geweld, namelijk het uitdrukken van een brandende sigaret.”
zeer consistent’:
het litteken of de klacht kan zijn veroorzaakt door de gebeurtenis beschreven door betrokkene, maar er zijn andere mogelijke oorzaken.”
We werden digelongong (water in de mond met geweld) daarna staan ze op onze buiken totdat het water uit onze mond braken. Ik voel me opgeblazen vol water, toen werd er gevraagd of ik soldaat was, antwoordde ik: “ja … ja.”(…) Ik werd staand aan een paal vastgebonden.”
digelongongheeft plaatsgehad op de door [eiser] beschreven wijze. Dat is echter, bij gebreke van voldoende aanvullend bewijs, onvoldoende om dit in deze procedure in rechte te kunnen vaststellen.
de Javaan”.De gedragingen vonden immers plaats gedurende Nederlandse gevangenschap. Het slaan geschiedde door de Javaan en de Nederlander, terwijl de Nederlander aanwezig was bij het uitdrukken van de sigaret door de Javaan, die door [eiser] wordt aangeduid als “
de handlanger”van de Nederlander. Dit een en ander leidt tot toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht zoals hierna te melden.