ECLI:NL:RBDHA:2018:8467

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2018
Publicatiedatum
15 juli 2018
Zaaknummer
18-435
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrechten door vertoning van Eredivisie wedstrijdbeelden in horeca

In deze zaak vorderen de eiseressen, bestaande uit verschillende professionele voetbalclubs die uitkomen in de Eredivisie, een gebod tegen de gedaagde, die een internetcafé en eetcafé exploiteert. De eiseressen stellen dat de gedaagde zonder de benodigde zakelijke licentie live Eredivisiewedstrijden vertoont in zijn horecagelegenheden, wat een inbreuk op hun auteursrechten vormt. De procedure begon met een dagvaarding op 4 mei 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 26 juni 2018. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de gedaagde in het verleden al meerdere keren was gewaarschuwd voor deze inbreuk, maar geen actie had ondernomen om een licentie aan te vragen of een onthoudingsverklaring te ondertekenen.

De rechtbank oordeelt dat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van de eiseressen door zonder toestemming beelden van Eredivisiewedstrijden te vertonen. De eiseressen hebben voldoende spoedeisend belang bij het gevorderde gebod, aangezien de gedaagde heeft aangegeven niet te kunnen garanderen dat er geen inbreuk meer zal plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om het gevorderde gebod toe te wijzen, met een dwangsom voor elke dag dat de gedaagde in strijd handelt met het gebod. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen, die zijn vastgesteld op € 3.028,57.

De voorzieningenrechter heeft het vonnis op 10 juli 2018 uitgesproken, waarbij de gedaagde wordt geboden om de vertoning van de wedstrijdbeelden te staken en gestaakt te houden, en een dwangsom van € 1.000 per dag is opgelegd tot een maximum van € 15.000.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/552430 / KG ZA 18-435
Vonnis in kort geding van 10 juli 2018
in de zaak van
1. de commanditaire vennootschap
EREDIVISIE MEDIA & MARKETING C.V.,
gevestigd te Zeist,
2. de naamloze vennootschap
N.V. ADO DEN HAAG,
gevestigd te Den Haag,
3. de naamloze vennootschap
AFC AJAX N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4. de naamloze vennootschap
A.Z. N.V.,
gevestigd te Alkmaar,
5. de stichting
STICHTING BETAALD VOETBAL ‘EXCELSIOR’,
gevestigd te Rotterdam,
6. de naamloze vennootschap
FEYENOORD ROTTERDAM N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FC GRONINGEN B.V.,
gevestigd te Groningen,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
S.C. HEERENVEEN B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
9. de stichting
STICHTING HERACLES ALMELO,
gevestigd te Almelo,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAC BREDA B.V.,
gevestigd te Breda,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PEC ZWOLLE B.V.,
gevestigd te Zwolle,
12. de naamloze vennootschap
PSV N.V.,
gevestigd te Eindhoven,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RODA J.C. B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
14. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPARTA ROTTERDAM B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
F.C. TWENTE’65 B.V.,
gevestigd te Enschede,
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FOOTBALL CLUB UTRECHT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
17. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. VITESSE,
gevestigd te Arnhem,
18. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
V.V.V. VENLO B.V.,
gevestigd te Venlo,
19. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILLEM II TILBURG B.V.,
gevestigd te Tilburg,
eiseressen,
advocaat mr. R. van der Zaal te Amsterdam,
tegen:
[gedaagde] ,
handelend onder de namen ‘Eetcafe Kenitra’, en ‘Internet Cafe Kenitra’,
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 mei 2018, met 13 producties;
- de op 26 juni 2018 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door eiseressen pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Eiseressen sub 2 tot en met 19 zijn alle professionele voetbalclubs die uitkomen in de Eredivisie, de hoogste voetbaldivisie in Nederland. Productiemaatschappij ‘Endemol Shine Nederland B.V.’ (Endemol), maakt met toestemming van de voetbalclubs uit de Eredivisie in de betreffende stadions live-televisieregistraties van de Eredivisiewedstrijden en beelden rondom die registraties, zoals van interviews, persconferenties en wedstrijdanalyses. De auteursrechten op deze registraties/beelden worden ieder voetbalseizoen door Endemol overgedragen aan de clubs die uitkomen in de Eredivisie, zodat elk van de clubs exclusief rechthebbende is op de auteursrechten op de live-registraties van de in het eigen stadion gespeelde Eredivisiewedstrijden en op het andere beeldmateriaal met betrekking tot deze wedstrijden.
2.2.
Eiseres sub 1 is rechthebbende op de auteursrechten op de promofilmpjes en studioprogramma’s (waaronder de voor-en nabeschouwing) die rondom en tijdens de uitzending van de Eredivisiewedstrijden worden vertoond.
2.3.
Eiseressen hanteren voor de exploitatie van hun auteursrechten op de hiervoor in 2.1. en 2.2. bedoelde beelden, gezamenlijk genoemd ‘de Wedstrijdbeelden’, een gesloten exploitatiesysteem via de televisiezender Fox Sports. De Wedstrijdbeelden kunnen worden bekeken via de Televisiezender FOX Sports door een abonnement voor thuisgebruik af te sluiten via de aanbieders van FOX Sports, zoals KPN, Tele2, UPC en Ziggo. Daarnaast kan een zakelijke licentie, ‘FOX Sports Zakelijk’, worden afgesloten via FOX Sports. Die licentie geeft een gebruiker het recht om de wedstrijden in het openbaar te vertonen, bijvoorbeeld in horeca of sportkantines.
2.4.
Gedaagde drijft een internetcafé onder de naam ‘Internet Cafe Kenitra’ aan de [adres 1] te [woonplaats 2] , hierna ‘het internetcafé’, en een eetcafé onder de naam ‘Eetcafe Kenitra’ aan de [adres 2] te [woonplaats 2] , hierna ‘het eetcafé’.
2.5.
Op 27 februari 2016 heeft een door eiseressen ingeschakelde controleur geconstateerd dat in het internetcafé beelden werden vertoond van de Eredivisiewedstrijd PSV-ADO Den Haag.
2.6.
Bij brief van 1 maart 2016 heeft een kantoorgenoot van de advocaat van eiseressen aan gedaagde meegedeeld dat is geconstateerd dat in zijn internetcafé live Eredivisiewedstrijden worden vertoond zonder dat gedaagde over de in 2.3. bedoelde zakelijke licentie beschikt en dat dat betekent dat inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van eiseressen. Ter voorkoming van een juridische procedure is gedaagde in de gelegenheid gesteld om alsnog een zakelijke licentie af te sluiten voor de vertoning van Wedstrijdbeelden in zijn internetcafé. Na telefonisch contact met gedaagde is hem per
e-mailbericht van 8 maart 2016 een tweede voorstel gedaan, inhoudende dat hij een onthoudingsverklaring ondertekent, waarmee hij, op straffe van een boete, toezegt geen inbreuk meer te maken op de auteursrechten van eiseressen. Gedaagde is op dat voorstel niet ingegaan. Evenmin heeft hij een zakelijke licentie afgesloten.
2.7.
Op 4 maart 2018 heeft een door eiseressen ingeschakelde controleur geconstateerd dat in het eetcafé beelden werden vertoond van de Eredivisiewedstrijd Vitesse-Ajax.
2.8.
Bij brief van 26 maart 2018 heeft een kantoorgenoot van de advocaat van eiseressen aan gedaagde meegedeeld dat is geconstateerd dat in zijn eetcafé live Eredivisiewedstrijden worden vertoond, zonder dat gedaagde over de in 2.3. bedoelde zakelijke licentie beschikt en dat dat betekent dat inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van eiseressen. Ter voorkoming van een juridische procedure is gedaagde in de gelegenheid gesteld om alsnog een zakelijke licentie af te sluiten, dan wel om een onthoudingsverklaring te ondertekenen en een tegemoetkoming in de kosten van eiseressen van € 300,-- te betalen. Gedaagde heeft van geen beide opties gebruik gemaakt.
2.9.
Op 9 april 2018 heeft de advocaat van eiseressen telefonisch contact met gedaagde gehad, waarin gedaagde onder meer heeft aangegeven dat hij niet kan garanderen dat nooit Wedstrijdbeelden worden vertoond in zijn zaak, omdat hij niet altijd in de hand heeft dat deze door klanten worden opgezet. Op 16 april 2018 is een brief aan gedaagde gestuurd, waarbij hij nogmaals in de gelegenheid is gesteld een licentie af te sluiten of een onthoudingsverklaring te tekenen en een tegemoetkoming in de kosten van eiseres te betalen. Bij die brief hebben eiseressen de concept-dagvaarding voor een kort geding gevoegd. Vervolgens heeft nog telefonisch contact plaats gevonden met gedaagde, maar dit heeft er niet toe geleid dat gedaagde een zakelijke licentie heeft afgesloten of een onthoudingsverklaring heeft getekend.

3.Het geschil

3.1.
Eiseressen vorderen – zakelijk weergegeven – gedaagde te gebieden het plegen van inbreuk op de auteursrechten van eiseressen met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, door gedaagde te gebieden de vertoning van Wedstrijdbeelden in het eetcafé en het internetcafé ten behoeve van het daar aanwezige publiek te staken en gestaakt te houden, voor zover eiseressen daarvoor geen expliciete schriftelijke toestemming hebben verleend, zulks op straffe van een dwangsom en met veroordeling van gedaagde in de door eiseressen werkelijk gemaakte proceskosten op grond van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een en ander met bepaling van een termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv.
3.2.
Daartoe stellen eiseressen – samengevat – het volgende. Door zonder zakelijke licentie Wedstrijdbeelden uit te zenden in zijn internetcafé en eetcafé, maakt gedaagde inbreuk op de auteursrechten van eiseressen als bedoeld in artikel 12 Auteurswet (Aw). Eiseressen lijden hierdoor schade, bestaande uit gederfde licentie-inkomsten en schade aan het ‘product’ live Eredivisievoetbal. De hoop dat gedaagde na de waarschuwingen in 2016 de inbreuk vrijwillig zou staken (zoals eiseressen in de praktijk vaker zien), is ijdel gebleken. Geconstateerd is dat gedaagde opnieuw Wedstrijdbeelden heeft vertoond en hij heeft aangegeven niet te kunnen garanderen dat er geen Wedstrijdbeelden meer worden uitgezonden. Eiseressen hebben daarom (spoedeisend) belang bij het gevorderde gebod, versterkt met een dwangsom.
3.3.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Gedaagde heeft niet betwist dat in ieder geval op 27 februari 2016 en op 4 maart 2018 auteursrechtelijk beschermde Wedstrijdbeelden op (televisie)schermen in zijn internetcafé, respectievelijk eetcafé, zijn vertoond. Door die beelden in een voor het publiek toegankelijke (horeca)gelegenheid te vertonen heeft gedaagde deze openbaar gemaakt als bedoeld in artikel 12 lid 1 Aw. Tussen partijen staat verder vast dat gedaagde niet over een zakelijke licentie of een andere vorm van toestemming van eiseressen beschikt, op grond waarvan het hem is toegestaan om de meergenoemde beelden in zijn internet- en eetcafé te vertonen. Dat betekent dat gedaagde door deze beelden op 27 februari 2016 en 4 maart 2018 in het openbaar te vertonen inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van (één of meer) eiseressen.
4.2.
Het verweer van gedaagde dat zijn klanten de Wedstrijdbeelden op eigen initiatief met hun mobiele telefoon naar de televisie in zijn (horeca)gelegenheid hebben ‘gestreamd’, maakt het voorgaande niet anders. Dat het initiatief tot het vertonen van de beelden niet uitgaat van gedaagde zelf, maar van zijn klanten, neemt niet weg dat het gedaagde is die bepaalt of de vertoning van de beelden in zijn café(s) wordt toegestaan/toegelaten. Gedaagde heeft ter zitting ook erkend dat hij verantwoordelijk is voor wat er op de in zijn internet- en eetcafé aanwezige televisieschermen in het openbaar wordt vertoond.
4.3.
Gedaagde heeft ter zitting aangevoerd dat hij inmiddels maatregelen heeft genomen, waardoor het niet meer mogelijk is om Wedstrijdbeelden via de televisieschermen in zijn internetcafé en eetcafé te vertonen. Die enkele, niet-onderbouwde, stelling vormt echter onvoldoende garantie dat een inbreuk makende vertoning van Wedstrijdbeelden zich niet zal herhalen. Nu gedaagde heeft geweigerd een zakelijke licentie af te sluiten of een met een boete versterkte onthoudingsverklaring te ondertekenen, moet er van uit worden gegaan dat er nog altijd een reële dreiging bestaat dat in het eetcafé en/of het internetcafé Wedstrijdbeelden zonder toestemming in het openbaar worden vertoond. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat eiseressen bij de gevraagde voorziening voldoende (spoedeisend) belang hebben.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het gevorderde gebod op na te melden wijze wordt toegewezen. Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing is aangewezen, zodat ook de daartoe strekkende vordering wordt toegewezen.
4.5.
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Op grond van artikel 1019h Rv kunnen eiseressen aanspraak maken op de redelijke en evenredige gerechtskosten. De advocaatkosten zijn door eiseressen in een als productie 12 overgelegde kostenspecificatie gesteld op een bedrag van € 2.320,--. Er is geen grond om aan te nemen dat die kostenspecificatie onjuist is of dat de daarin opgenomen kosten onnodig zijn gemaakt. Het bedrag van € 2.320,-- gaat het indicatietarief in IE-zaken voor een eenvoudig kort geding (maximaal € 6.000) voorts niet te boven, zodat het zal worden toegewezen. De enkele omstandigheid dat gedaagde het bedrag hoog vindt leidt niet tot een ander oordeel. Voornoemd bedrag zal worden vermeerderd met de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding van € 82,57 en met een bedrag van € 626,-- aan griffierecht, zodat de proceskosten aan de zijde van eiseressen in totaal worden begroot op € 3.028,57.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
gebiedt gedaagde het plegen van inbreuk op de auteursrechten van eiseressen met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door de vertoning van Wedstrijdbeelden in de gelegenheden die hij exploiteert, te weten Eetcafe Kenitra en Internet Cafe Kenitra, en elke eventuele andere gelegenheid die hij exploiteert, ten behoeve van het aldaar aanwezige publiek, te staken en gestaakt te houden, voor zover eiseressen gedaagde voor de vertoning van de Wedstrijdbeelden geen expliciete toestemming hebben verleend;
5.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 1.000,-- voor iedere dag, of een gedeelte daarvan, dat hij in strijd handelt met het in 5.1. opgelegde gebod, tot een maximum van € 15.000,--;
5.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten van eiseressen, tot op heden begroot op € 3.028,57;
5.4.
bepaalt de termijn waarbinnen op grond van artikel 1019i Rv een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt op zes maanden na de datum van dit vonnis;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.T. Aalbers en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2018.
mvt