6.3De rechtbank overweegt dat PGS 29:2016 blijkens de toelichting op het toepassingsbereik in paragraaf 1.3 in beginsel niet van toepassing is op installaties voor vloeistoffen met een tankopslagcapaciteit kleiner dan 150m3. Daarbij is vermeld dat de richtlijn kan worden toegepast op tanks met een inhoud van minder dan 150m3 die zijn geconstrueerd conform PGS 29 en die bestemd zijn voor de opslag van vloeistoffen binnen het gedefinieerde toepassingsgebied. Hieruit leidt de rechtbank af dat PGS 29 mogelijk van toepassing is op tank [nummer], afhankelijk van de constructie en van de vloeistof(fen) die daarin wordt of worden opgeslagen. Nu de vergunningvoorschriften zijn opgesteld op basis van informatie van eiseres ziet de rechtbank geen aanleiding om het beroep op dit punt gegrond te verklaren en het bestreden besluit, wat de genoemde voorschriften betreft, gedeeltelijk te vernietigen. Overigens merkt de rechtbank op dat eiseres ter zitting heeft verklaard dat zij bereid is om nadere informatie te verstrekken over tank [nummer]. Aan de hand daarvan kan verweerder te zijner tijd beoordelen of de vergunningvoorschriften 2.4.1, 2.12.2, 2.14.1, 4.2.1 en 4.8.1 kunnen worden aangepast of (deels) geschrapt.
7. Eiseres heeft ter zitting haar beroepsgronden tegen vergunningvoorschrift 1.1.1 en 2.15.2 ingetrokken. Voorts stelt de rechtbank op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat eiseres en verweerder ten aanzien van de hierna te bespreken vergunningvoorschriften overeenstemming hebben bereikt over aanpassingen aan de tekst. Wat betreft deze voorschriften ziet de rechtbank aanleiding het beroep gegrond te verklaren, het bestreden besluit te vernietigen en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht, zelf in de zaak te voorzien, op de wijze zoals in het dictum van deze uitspraak is weergegeven.
8. Vergunningvoorschrift 1.1.2 wordt vervangen door de in het dictum opgenomen tekst. Vergunningvoorschrift 2.7.2 wordt vervangen door de tekst van voorbeeldvoorschrift 2.3.13 van PGS 29:2016, versie 1.1. Vergunningvoorschrift 2.10.1 wordt vervangen door de tekst van voorbeeldvoorschrift 3.5.6 van PGS 29:2016, versie 1.1. In vergunningvoorschrift 2.18.2 wordt een asterisk geplaatst achter “afmetingen en nominale capaciteit van tankfundering en tankput”. Vergunningvoorschrift 2.19.4 wordt vervangen door de tekst van voorbeeldvoorschrift 3.8.3 van PGS 29:2016, versie 1.1 en vergunningvoorschrift 2.19.5 vervalt. Vergunningvoorschrift 3.1.1 wordt vervangen door de tekst van voorbeeldvoorschrift 3.5.7 van PGS 29:2016, versie 1.1. Vergunningvoorschrift 3.2.3 wordt vervangen door de tekst van voorbeeldvoorschrift 3.5.12 van PGS 29:2016, versie 1.1. Vergunningvoorschrift 3.2.5 wordt vervangen door de in het dictum opgenomen tekst. De toelichting bij het voorschrift vervalt. Vergunningvoorschrift 4.2.3 wordt vervangen door de in het dictum opgenomen tekst. Vergunningvoorschrift 4.11.2 wordt vervangen door de in het dictum opgenomen tekst.
9. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.252,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het geven van een schriftelijke zienswijze naar aanleiding van het deskundigenbericht van de StAB en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 501,- en wegingsfactor 1).