Uitspraak
2 [eisende partij 1] ,
[eisende partij 2],
[eisende partij 3],
[eisende partij 4],
[eisende partij 5],
[de Stichting KUKB],
2 [eisende partij 6] ,
[eisende partij 7],
[eisende partij 8],
[eisende partij 9],
[eisende partij 10],
[eisende partij 11],
[eisende partij 12],
[eisende partij 13],
[de Stichting KUKB],
1.[eisende partij 15] ,
[eisende partij 16],
[eisende partij 17],
[eisende partij 18],
[eisende partij 19],
[eisende partij 20],
[eisende partij 21],
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 januari 2016 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating gederfd levensonderhoud van 3 maart 2016;
- de akte houdende aanvullend bewijsaanbod van 24 mei 2017;
- het tussenvonnis waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 27 oktober 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de voor deze zitting toegezonden tweede akte aanvullend bewijsaanbod;
- de op 6 december 2017 genomen akte uitlaten inzake deskundigenbericht en getuigenbewijs;
- de op 6 december 2017 genomen aktes van de Staat;
- het tussenvonnis van 27 juli 2016;
- de akte uitlaten van eisers van 21 september 2016;
- het tussenvonnis waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 27 oktober 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de ten behoeve van deze zitting toegezonden akte aanvullend bewijsaanbod;
- de op 6 december 2017 genomen aktes van de Staat.
2.De verdere beoordeling
[eisende partij 21], die getuigenbewijs aanbiedt van haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 2] in 1947 in zijn woning in Rijang Panua (Kulo) is doodgeschoten door Nederlandse militairen, wordt toegelaten tot het bewijs van deze stelling. In het tussenvonnis van 27 juli 2016 was zij net als [eisende partij 16] alleen toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat zij op het moment van de door haar gestelde standrechtelijke executie van [echtgenoot 2] door Nederlandse militairen (in 1947) met [echtgenoot 2] gehuwd was.
- [eisende partij 1]stelt dat zijn vader [vader 1] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 2]stelt dat zijn vader [vader 2] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 3]stelt uiteindelijk dat haar vader [vader 3] tijdens executies op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, is gedood door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 4]stelt dat haar vader [vader 4] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 27 januari 1947;
- [eisende partij 5]stelt dat haar vader [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 6]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 6] (de echtgenoot van [eisende partij 8] ) en [echtgenoot 10] (de echtgenoot van [eisende partij 12] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 7]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 5] in februari 1947 door Nederlandse militairen is geëxecuteerd voor het overheidsgebouw in Tanete;
- [eisende partij 8]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 6] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] (de echtgenoot van [eisende partij 6] ) en [echtgenoot 10] (de echtgenoot van [eisende partij 12] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 9]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 7] in februari 1947 samen met [X] en [Y] door Nederlandse militairen is geëxecuteerd in Bontobaja bij Palampang;
- [eisende partij 10]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bontobaja bij Palampang is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 11]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 9] (alias [echtgenoot 9a] ) in februari 1947 samen met vijf anderen in of bij een rijstveld in Bululohe is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 12]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 10] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] (de echtgenoot van [eisende partij 6] ) en [echtgenoot 6] (de echtgenoot van [eisende partij 8] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 13]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 11] door Nederlandse militairen is gedood tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 27 januari 1947;
[eisende partij 14]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 12] door Nederlandse militairen is gedood tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 15]stelt uiteindelijk dat haar echtgenoot [echtgenoot 13] begin 1947 door Nederlandse militairen is gedood bij een executieronde bij de brug bij Katimbang;
- [eisende partij 17]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 14] in zijn dorp Sipodeceng is opgepakt en vervolgens naar het dorp Bulo Wattang is gebracht, waar hij op 7 februari 1947 met een groep anderen door Nederlandse militairen is geëxecuteerd;
- [eisende partij 19]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 15] op 7 februari 1947 met een groep anderen op een veld door Nederlandse militairen is geëxecuteerd in Bulo Wattang ;
- [eisende partij 20]stelt dat haar echtgenoot [echtgenoot 16] in februari 1947 is gedood door Nederlandse militairen op de derde dag na te zijn opgepakt en in de gevangenis van Rappang gevangen te zijn gezet.
triangulationaangewezen was. Zij stelden voor dat de rechtbank een (tweede) deskundige zou benomen om met toepassing van de methode van
triangulationde geschilpunten te onderzoeken.
triangulation,zich niet verdraagt met het door de rechtbank toe te passen wettelijk systeem, waarin het horen van getuigen en de waardering van getuigenverklaringen en andere bewijsmiddelen is voorbehouden aan de rechter. De rechtbank heeft hen ook niet gevolgd in hun voorstel om een archiefdeskundige te benoemen om onderzoek te doen in het Nationaal Archief, omdat de inhoud en de reikwijdte van het door de weduwen en kinderen voorgestane onderzoek niet aansloot bij de in deze procedures te beantwoorden vragen.
enkel en alleenis gebaseerd op of terug te voeren is op dat
collectief geheugen, geen ter zake dienende verklaring kan afleggen. De Staat wijst met juistheid erop dat het aanbod om zo’n getuige te horen dient te worden gepasseerd.
door een ander heeft horen zeggen; gegevens van horen zeggen zijn voor bewijs vatbaar, zodat een daarop betrekking hebbend bewijsaanbod relevant kan zijn (verg. HR 17 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9446). De rechtbank volgt de Staat dus niet in zijn betoog dat het aanbod getuigen te horen die alleen
de auditukunnen verklaren moet worden afgewezen.
enkel en alleenis gebaseerd of terug te voeren is op het collectieve geheugen van de lokale gemeenschap, kunnen deze personen geen ter zake doende verklaring afleggen. Gezien het door de rechtbank verworpen betoog van de weduwen en kinderen over de bewijswaarde van het collectieve geheugen van de lokale gemeenschap en het gegeven dat ten aanzien van een aantal voorgedragen getuigen eerder is gesteld dat hun schriftelijke verklaring daarop is gebaseerd, kan van de weduwen en kinderen worden gevergd dat zij per persoon die zij als getuige wensen te horen aanduiden op welke andere bron dan dit collectief geheugen de eigen waarneming van deze personen over de te bewijzen feiten is gebaseerd of terug te voeren is. Bij gebreke van zo’n nadere toelichting zal het aanbod als onvoldoende ter zake doend en specifiek worden gepasseerd. De enkele stelling dat een getuige een nadere toelichting zal kunnen geven op (de bronnen van) zijn eerder in het geding gebrachte schriftelijke verklaring, is in dit verband onvoldoende.
wat hij hier op persoonlijke titel over weet als nabestaande van de standrechtelijke executies in Bulukumba ”en verwijzen daarbij in een voetnoot naar de vader van [eisende partij 8] . Het is niet duidelijk wat zij hiermee beogen. In zoverre wordt het aanbod om [getuige 1] als getuige te horen gepasseerd.
hoe het (hen) na die gebeurtenissen is vergaan” niet ter zake doend is voor de thans spelende bewijsvraag of de weduwen en kinderen (ten eerste) weduwe of kind zijn van (ten tweede) een destijds door Nederlandse militairen in Nederlands-Indië onrechtmatig geëxecuteerde man. In zoverre wordt het aanbod partijgetuigen te horen gepasseerd.
- [eisende partij 1]: over hetgeen hij heeft gezien van en van anderen heeft gehoord over de gestelde executie van zijn vader [vader 1] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 4]: over hetgeen zij heeft gezien van en van anderen heeft gehoord over de gestelde executie van haar vader [vader 4] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 3]: over haar stelling dat haar vader [vader 3] tijdens executies op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, is gedood door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 5]: over haar stelling dat haar vader [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 6]: over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 6] en [echtgenoot 10] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 4] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op haar stellingen over de grafsteen van haar echtgenoot op deze erebegraafplaats;
- [eisende partij 8]: over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 6] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] en [echtgenoot 10] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 6] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op haar stellingen over de grafsteen van haar echtgenoot op deze erebegraafplaats;
- [eisende partij 10]: over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bontobaja bij Palampang is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 12]: over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 10] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] en [echtgenoot 6] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 10] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op haar stellingen over de grafsteen van haar echtgenoot op deze erebegraafplaats;
[eisende partij 16]: over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 1] eind 1946, na door Nederlandse militairen met andere dorpsbewoners te zijn samengedreven in de wijk Kalukuang van Makassar – waarover de Staat heeft opgemerkt dat daar in de nacht van 14 op 15 december 1946 executies hebben plaatsgevonden – is geëxecuteerd;
[eisende partij 18]: over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 3] / [echtgenoot 3a] in 1947 door Nederlandse militairen is doodgeschoten in Sipodeceng .
- [eisende partij 1]: [ooggetuige 1] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 1] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 2]: haar broer [ooggetuige 2] , [ooggetuige 3] , [ooggetuige 4] , [ooggetuige 5] en [eisende partij 1] over hun waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 2] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 4]: [ooggetuige 6] en [ooggetuige 7] over hun waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 4] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 3]: haar halfzus [ooggetuige 8] over haar waarneming als ooggetuige van het ophalen van het stoffelijk overschot van [vader 3] nadat deze tijdens executies op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, was gedood door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 5]: [ooggetuige 9] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 6]: [ooggetuige 10] over zijn waarnemingen als ooggetuige over de gestelde executie door Nederlandse militairen van [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau Ale;
- [eisende partij 7]: [ooggetuige 9] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 5] in februari 1947 door Nederlandse militairen voor het overheidsgebouw in Tanete;
- [eisende partij 9]: [ooggetuige 11] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 7] in februari 1947 samen met [X] en [Y] door Nederlandse militairen in Bontobaja bij Palampang;
- [eisende partij 10]: [ooggetuige 11] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bonotbaja bij Palampang door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 13]: [ooggetuige 4] over zijn waarnemingen als ooggetuige over de gestelde executie van [echtgenoot 11] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947:
[eisende partij 14]: [eisende partij 1] , haar zoon [ooggetuige 12] en [ooggetuige 5] over hun waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 12] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947.
- [eisende partij 15]: [ooggetuige 13] over zijn waarnemingen als ooggetuige van het doodschieten van [echtgenoot 13] begin 1947 door Nederlandse militairen bij een executieronde bij de brug bij Katimbang;
- [eisende partij 16]: [ooggetuige 14] over haar waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van haar echtgenoot [echtgenoot 1] eind 1946, in een executieronde na door Nederlandse militairen met andere dorpsbewoners te zijn samengedreven in de wijk Kalukuang van Makassar – waarover de Staat heeft opgemerkt dat daar in de nacht van 14 op 15 december 1946 executies hebben plaatsgevonden – en over de herbegrafenis van [echtgenoot 1] op het ereveld TMP Panaikang;
- [eisende partij 18]: [ooggetuige 15] , [ooggetuige 16] en [ooggetuige 17] over hun waarnemingen als ooggetuige van het gesteld doorschieten van haar echtgenoot [echtgenoot 3] / [echtgenoot 3a] in 1947 door Nederlandse militairen in Sipodeceng ;
- [eisende partij 17]: [ooggetuige 18] , [ooggetuige 19] , [ooggetuige 20] en [ooggetuige 21] over hun waarnemingen als ooggetuige van het gestelde oppakken van [echtgenoot 14] in zijn dorp Sipodeceng en het vervolgens brengen van [echtgenoot 14] naar het dorp Bulo Wattang , waar hij op 7 februari 1947 met een groep anderen door Nederlandse militairen is geëxecuteerd;
- [eisende partij 19]: [ooggetuige 22] , [ooggetuige 19] , [ooggetuige 18] en [ooggetuige 21] over hun waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 15] op 7 februari 1947 met een groep anderen op een veld door Nederlandse militairen in Bulo Wattang ;
- [eisende partij 21]: [ooggetuige 23] over haar waarnemingen als ooggetuige op de dag van het gestelde doodschieten van [echtgenoot 2] in 1947 in zijn woning in Rijang Panua (Kulo) door Nederlandse militairen.
[eisende partij 8],
[eisende partij 12]en
[eisende partij 7]ten aanzien van het dorpshoofd [dorpshoofd 1] , het dorpshoofd [dorpshoofd 2] te horen respectievelijk de dorpssecretaris, de heer [dorpssecretaris] , en het dorpshoofd [dorpshoofd 3] te horen. In zaak C/09/472892 / HA ZA 14-1020 gaat het om het aanbod van
[eisende partij 15]om de voorzitter van het buurtschap, [voorzitter] te horen. In zaak C/09/472901 / HA ZA 14-1021 gaat het om het aanbod van
[eisende partij 18]om het voormalig hoofd van het dorpsdeel [voormalig dorpshoofd] te horen.
- [eisende partij 1] : over hetgeen hij heeft gezien van en van anderen heeft gehoord over de gestelde executie van zijn vader [vader 1] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 27 januari 1948;
- [ooggetuige 1] : over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 1] die door Nederlandse militairen is gedood tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 4] : over hetgeen zij heeft gezien van en van anderen heeft gehoord over de gestelde executie van haar vader [vader 4] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [ooggetuige 6] en [ooggetuige 7] : over hun waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van Cunde door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- [eisende partij 3] : over haar stelling dat haar vader [vader 3] tijdens exectuties op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, is gedood door Nederlandse militairen;
- haar halfzus [ooggetuige 8] over haar waarneming als ooggetuige van het ophalen van het stoffelijk overschot van [vader 3] nadat deze tijdens executies op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, was gedood door Nederlandse militairen;
- [eisende partij 5] : over haar stelling dat haar vader [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [ooggetuige 9] : over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba door Nederlandse militairen;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba ;
- [eisende partij 6] : over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 6] en [echtgenoot 10] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 4] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op hun stellingen over de grafsteen van hun echtgenoten op deze erebegraafplaats;
- [ooggetuige 10] over zijn waarnemingen als ooggetuige over de gestelde executie door Nederlandse militairen van [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau Ale;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Tanete;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Tanete;
- [ooggetuige 9] over zijn waarnemingen van de gestelde executie van Cakado in februari 1947 door Nederlandse militairen voor het overheidsgebouw in Tanete;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Tanete;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Tanete;
- [ooggetuige 11] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 7] in februari 1947 samen met [X] en [Y] door Nederlandse militairen in Bontobaja bij Palampang;
- het dorpshoofd [dorpshoofd 4] over de verschillende door of namens zijn dorp ingebrachte schriftelijke verklaringen over de leeftijd en de huwelijksband van [eisende partij 9] ;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Taccorong;
- [getuige 2] over het onderscheid dat zou worden gemaakt op de erebegraafplaats Taccorong tussen de doodsomstandigheden van de aldaar begraven personen;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Taccorong;
- [eisende partij 8] : over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 6] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] en [echtgenoot 10] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 6] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op haar stellingen over de grafsteen van haarechtgenoot op deze erebegraafplaats;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Tanete;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Tanete;
- [eisende partij 10] : over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bontobaja bij Palampang is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
- [ooggetuige 11] over zijn waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bontobaja bij Palampang door Nederlandse militairen;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Taccorong;
- [getuige 2] over het onderscheid dat zou worden gemaakt op de erebegraafplaats Taccorong tussen de doodsomstandigheden van de aldaar begraven personen;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Taccorong;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij de herbegrafenissen in Taccorong;
- [dorpshoofd 6] over de vraag of [echtgenoot 9a] een bijnaam van [echtgenoot 9] is;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Tanete;
- [eisende partij 12] : over haar stelling dat (i) haar echtgenoot [echtgenoot 10] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] en [echtgenoot 6] is geëxecuteerd door Nederlandse militairen en (ii) dat [echtgenoot 10] na eerst ter plaatse in een kuil te zijn begraven, in 1978 is herbegraven op de erebegraafplaats Tanete, waarbij zij kan ingaan op hun stellingen over de grafsteen van haar echtgenoo op deze erebegraafplaats;
- [getuige 1] over de gang van zaken bij deze herbegrafenissen in Tanete;
- [getuige 5] over de totstandkoming van de drie lijsten van de sociale dienst in Bulukumba en de lijst met betrekking tot het ereveld Tanete;
- i) zijn waarnemingen als ooggetuige over de gestelde executie van [echtgenoot 11] door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
- ii) de spelling en de uitspraak van de naam van de echtgenoot van [eisende partij 13] ;
- [eisende partij 16] : over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 1] eind 1946, na door Nederlandse militairen met andere dorpsbewoners te zijn samengedreven in de wijk Kalukuang van Makassar – waarover de Staat heeft opgemerkt dat daar in de nacht van 14 op 15 december executies hebben plaatsgevonden – is geëxecuteerd;
- [getuige 8] : over de gestelde huwelijksband tussen [eisende partij 16] en [echtgenoot 1] ;
- [ooggetuige 14] : over
- i) de gestelde huwelijksband tussen [eisende partij 16] en [echtgenoot 1] ;
- ii) haar waarnemingen als ooggetuige van de gestelde executie van [echtgenoot 1] eind 1946, in een executieronde na door Nederlandse militairen met andere dorpsbewoners te zijn samengedreven in de wijk Kalukuang van Makassar – waarover de Staat heeft opgemerkt dat daar in de nacht van 14 op 15 december executies hebben plaatsgevonden – en
- iii) de herbegrafenis van [echtgenoot 1] op het ereveld TMP Panaikang;
- i) de lijst personen die daar zijn begraven op het ereveld TMP Panaikang en
- ii) het gestelde feit dat aan de hand van de locatie op het ereveld TMP Panaikang kan worden achterhaald hoe die persoon om het leven is gekomen;
- [eisende partij 18]: over haar stelling dat haar echtgenoot [echtgenoot 3] / [echtgenoot 3a] in 1947 door Nederlandse militairen is doodgeschoten in Sipodeceng ;
- [ooggetuige 15] , [ooggetuige 16] en [ooggetuige 17] over hun waarnemingen als ooggetuige van het gesteld doorschieten van haar echtgenoot [echtgenoot 3] / [echtgenoot 3a] in 1947 door Nederlandse militairen in Sipodeceng
- i) de gestelde huwelijksband tussen [eisende partij 21] en [echtgenoot 2] in 1947 en
- ii) haar waarnemingen als ooggetuige op de dag van het gestelde doodschieten van [echtgenoot 2] in 1947 in zijn woning in Rijang Panua (Kulo) door Nederlandse militairen.
3.De beslissing
[eisende partij 1]: zijn vader [vader 1] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 2]: haar vader [vader 2] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 3]: haar vader [vader 3] tijdens executies op of rond 14 januari 1947 in de plaats die tegenwoordig kampong Coka heet, is gedood door Nederlandse militairen;
[eisende partij 4]: haar vader [vader 4] is gedood door Nederlandse militairen tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 5]: haar vader [vader 5] in 1947 in de regio Bulukumba is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 6]: haar echtgenoot [echtgenoot 4] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 6] (de echtgenoot van [eisende partij 8] ) en [echtgenoot 10] (de echtgenoot van [eisende partij 12] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 7]: haar echtgenoot [echtgenoot 5] in februari 1947 door Nederlandse militairen is geëxecuteerd voor het overheidsgebouw in Tanete;
[eisende partij 8]: haar echtgenoot [echtgenoot 6] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] (de echtgenoot van [eisende partij 6] ) en [echtgenoot 10] (de echtgenoot van [eisende partij 12] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 9]: haar echtgenoot [echtgenoot 7] in februari 1947 samen met [X] en [Y] door Nederlandse militairen is geëxecuteerd in Bontobaja bij Palampang;
[eisende partij 10]: haar echtgenoot [echtgenoot 8] in februari 1947 samen met zes andere mannen in Bontobaja bij Palampang is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 11]: haar echtgenoot [echtgenoot 9] (alias [echtgenoot 9a] ) in februari 1947 samen met vijf anderen in of bij een rijstveld in Bululohe is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 12]: haar echtgenoot [echtgenoot 10] in maart 1947 in Palampang bij Rilau samen met [echtgenoot 4] (de echtgenoot van [eisende partij 6] ) en [echtgenoot 6] (de echtgenoot van [eisende partij 8] ) is geëxecuteerd door Nederlandse militairen;
[eisende partij 13]: haar echtgenoot [echtgenoot 11] door Nederlandse militairen is gedood tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 14]: haar echtgenoot [echtgenoot 12] door Nederlandse militairen is gedood tijdens de standrechtelijke executie in Suppa op 28 januari 1947;
[eisende partij 15] :haar echtgenoot [echtgenoot 13] begin 1947 door Nederlandse militairen is gedood bij een executieronde bij de brug bij Katimbang;
[eisende partij 16]: haar echtgenoot [echtgenoot 1] eind 1946, na door Nederlandse militairen met andere dorpsbewoners te zijn samengedreven in de wijk Kalukuang van Makassar – waarover de Staat heeft opgemerkt dat daar in de nacht van 14 op 15 december executies hebben plaatsgevonden – is geëxecuteerd;
[eisende partij 17]: haar echtgenoot [echtgenoot 14] in zijn dorp Sipodeceng is opgepakt en vervolgens naar het dorp Bulo Wattang is gebracht, waar hij op 7 februari 1947 met een groep anderen door Nederlandse militairen is geëxecuteerd;
[eisende partij 18]: haar echtgenoot [echtgenoot 3] / [echtgenoot 3a] in 1947 door Nederlandse militairen is doodgeschoten in Sipodeceng ;
[eisende partij 19]: haar echtgenoot [echtgenoot 15] op 7 februari 1947 met een groep anderen op een veld door Nederlandse militairen is geëxecuteerd in Bulo Wattang ;
[eisende partij 20]: haar echtgenoot [echtgenoot 16] in februari 1947 is gedood door Nederlandse militairen op de derde dag na te zijn opgepakt en in de gevangenis van Rappang gevangen te zijn gezet;
[eisende partij 21]: haar echtgenoot [echtgenoot 2] in 1947 in zijn woning in Rijang Panua (Kulo) is doodgeschoten door Nederlandse militairen;