ECLI:NL:RBDHA:2018:81
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid bezwaar tegen WOZ-beschikking en aanslag onroerendezaakbelastingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.W. Vugts, en de heffingsambtenaar van de gemeente Westland. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van 28 februari 2017, waarin de waarde van haar woning was vastgesteld op € 159.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk was, omdat het pro forma bezwaarschrift niet was gemotiveerd. De rechtbank overwoog dat eiseres en haar gemachtigde na ontvangst van de beschikking het taxatierapport op internet hadden kunnen raadplegen en dat verweerder hen voldoende gelegenheid had gegeven om het bezwaar nader te motiveren. De rechtbank concludeerde dat de gemachtigde van eiseres niet had gereageerd op de verzoeken om motivering, wat voor risico van eiseres bleef. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.