ECLI:NL:RBDHA:2018:8068
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.E. Dutrieux
- A.H. Ferment
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had eerder een aanvraag ingediend op 31 mei 2017. Deze aanvraag werd op 12 juni 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens werd verzoeker geen verblijfsvergunning regulier verleend om bij zijn meerderjarige zoons te verblijven, en werd er een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
Tegen deze afwijzing heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 26 juni 2018, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL18.11069), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.E. Dutrieux, in aanwezigheid van griffier mr. A.H. Ferment. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en de uitspraak is openbaar gemaakt en digitaal ondertekend.