Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De beschuldiging
feit 1 primair) of een poging zware mishandeling (
feit 1 subsidiair) of een mishandeling (
feit 1 meer subsidiair).
feit 2).
3.De vordering van de officier van justitie
- de verdachte wordt vrijgesproken van de
- wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard dat de verdachte het onder
- verdachte daarvoor wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven weken met aftrek van het voorarrest;
- het opgeschorte bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte wordt opgeheven;
- de vordering benadeelde partij van [slachtoffer] wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.Vrijspraak
1 primair en 2 tenlastegelegde feitenmoet worden vrijgesproken, aangezien het wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt.
feit 1 primairoverweegt de rechtbank nog in het bijzonder dat het letsel van aangever [slachtoffer] niet kan worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht. Dat is een juridisch oordeel waarmee de rechtbank niet zegt dat het letsel voor aangever [slachtoffer] niet ernstig is.
5.Verweer bewijsuitsluiting
getuigen [slachtoffer] , [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4]worden uitgesloten van het bewijs. Deze verklaringen zijn onbetrouwbaar, omdat zij niet op waarheid berusten. De verklaringen komen namelijk op onderdelen niet met elkaar noch met de camerabeelden overeen, aldus de raadsman.
6.De bewijsmiddelen
7.De bewezenverklaring
1 subsidiair tenlastegelegde feitheeft begaan, namelijk dat de verdachte:
8.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de verdachte
9.De strafoplegging
10.De vordering van de benadeelde partij
11.De toepasselijke wetsartikelen
12.De beslissing
1 primair en 2 tenlastegelegde feitenheeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
1 subsidiair tenlastegelegde feitheeft begaan en dat het onder 7. bewezenverklaarde oplevert:
150 (honderdvijftig) uren;
75 (vijfenzeventig) DAGEN;
plichting tot betaling aan de Staatvan een bedrag van
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
51 (eenenvijftig) dagen, onder handhaving van de betalingsverplichting;
zijn gebalde vuist/hand, met daarin een aansteker) meermalen, althans eenmaal, tegen de mond en/of het gezicht en/of het hoofd te slaan/stompen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar
zijn gebalde vuist/hand, met daarin een aansteker) meermalen, althans eenmaal, tegen de mond en/of het gezicht en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestompt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] zijn voortand(en) kwijt is geraakt), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zijn gebalde vuist/hand, met daarin een aansteker) meermalen, althans eenmaal, tegen de mond en/of het gezicht en/of het hoofd te slaan/stompen;