In deze zaak heeft de moeder de rechtbank verzocht om vervangende toestemming te verlenen voor haar verhuizing met de kinderen van Wateringen naar Made. De vader heeft hiertegen verweer gevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk is en dat de belangen van de vader en de kinderen zwaarder wegen dan die van de moeder. De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat de kinderen op zaterdag voetballen en dat de verhuizing zou leiden tot een te zware belasting door het heen en weer reizen tijdens het omgangsweekend. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder afgewezen en ook het verzoek om vervangende toestemming voor inschrijving op scholen in Brabant afgewezen. De ouders hadden ter zitting afgesproken om de kinderen voorlopig in te schrijven op scholen in zowel Wateringen als Brabant. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de aard van de procedure.