3.1.[eiseres] vordert, na wijziging c.q. vermeerdering van eis, om bij tussenvonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] ex artikel 843a Rv te veroordelen om in het geding te brengen:
- bankafschriften waaruit blijkt waar het bedrag ad € 18.000, zoals dat op 2 april 2011 naar de rekening van [A. BV] is overgemaakt. vandaan kwam en hoe het saldo op de rekening eindigend op -977 is ontstaan;
- de aangifte IB 2009 en 2010 van de man;
- de bankafschriften van de bankrekeningen eindigend op -197 en -977 over de perioden juni 2002-mei 2003 en januari 2009 tot en met 2011, als ook over het jaar 2013;
en om bij eindvonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
II. de afspraken zoals opgenomen in de artikelen 4 en 5 van het echtscheidingsconvenant, zoals door partijen op 20 december 2013 ondertekend, te vernietigen wegens benadeling voor meer dan een kwart, als bedoeld in artikel 1:135 lid 2, jo. 3:196 BW, alsmede vaststelling van het bedrag waarop [eiseres] jegens [gedaagde] aanspraak heeft uit hoofde van afrekening op grond van het periodieke verrekenbeding zoals opgenomen in de akte huwelijkse voorwaarden d.d. 3 februari 1994;
III. te verklaren voor recht dat het echtscheidingsconvenant getekend op 20 december 2013 op grond van vernietiging van de rechtshandeling sub II bedoeld zijn oorzaak heeft verloren en op die grond zijn gelding heeft verloren, voor wat betreft de artikelen 4 en 5 van het echtscheidingsconvenant;
IV. de afspraken zoals opgenomen in artikel 7 van het echtscheidingsconvenant, zoals door partijen op 20 december 2013 ondertekend, te vernietigen op grond van dwaling ex art. 6:228 BW, althans te vernietigen op grond van een gebrek in de totstandkoming ex artikel 3:34, 3:35 en 3:40 BW, bedrog c.q. misbruik van omstandigheden ex artikel 3:44 BW;
V. de afspraken zoals opgenomen in de artikelen 4, 5 en 7 van het echtscheidingsconvenant, zoals door partijen op 20 december 2013 ondertekend, te vernietigen op grond van dwaling ex art. 6:228 BW, althans het echtscheidingsconvenant te vernietigen op grond van een gebrek in de totstandkoming ex artikel 3:34, 3:35 en 3:40 BW, bedrog c.q. misbruik van omstandigheden ex artikel 3:44 BW;
VI. te verklaren voor recht dat het echtscheidingsconvenant getekend op 20 december 2013 op grond van vernietiging van de rechtshandeling sub V bedoeld zijn oorzaak heeft verloren en op die grond zijn gelding heeft verloren, geheel voor wat betreft het echtscheidingsconvenant;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.