ECLI:NL:RBDHA:2018:7258

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2018
Publicatiedatum
19 juni 2018
Zaaknummer
NL18.9412
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Somalische vrouw afgewezen wegens ongeloofwaardige verklaringen over Al Shabaab en vestigingsalternatief in Mogadishu

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Somalische vrouw die een beroep had ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres, geboren op een onbekende datum en van Somalische nationaliteit, had op 29 januari 2018 een asielaanvraag ingediend. Zij stelde dat zij problemen had met de terreurgroep Al Shabaab, die haar vader en broer had vermoord omdat zij weigerde te trouwen met een lokale leider van de groep. De rechtbank heeft de verklaringen van eiseres over de problemen met Al Shabaab als ongeloofwaardig beoordeeld, onder andere omdat zij inconsistent was in haar verklaringen over haar huwelijk en de gebeurtenissen rondom de moorden op haar familieleden.

De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat eiseres een vestigingsalternatief had in Mogadishu, waar zij eerder vier tot vijf maanden zonder problemen had verbleven. De rechtbank volgde de redenering van de staatssecretaris dat eiseres niet als alleenstaande vrouw naar Somalië zou terugkeren, omdat zij daar bij haar zwager kon verblijven. De rechtbank vond dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij in Mogadishu in gevaar zou zijn en dat de gestelde problemen met Al Shabaab niet geloofwaardig waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen grond was voor het verlenen van een verblijfsvergunning asiel.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.9412

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres

(gemachtigde: mr. A. Heida),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

ProcesverloopEiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 15 mei 2018 (het bestreden besluit).

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 mei 2018. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K. Hoessein. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] en van Somalische nationaliteit. Zij behoort tot de Reer Issse stam. Op 29 januari 2018 heeft zij een asielaanvraag ingediend.
2. Eiseres heeft aan die asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres is benaderd door leden van Al Shabaab, omdat een lokale leider van Al Shabaab met haar wilde trouwen. De vader van eiseres heeft dit huwelijksverzoek meerdere keren geweigerd, omdat eiseres al (traditioneel) gehuwd was. Al Shabaab heeft haar vader daarom vermoord. Twee weken na zijn overlijden heeft Al Shabaab ook de broer van eiseres vermoord, omdat Al Shabaab dacht dat hij wraak kwam nemen. Twee dagen na de dood van haar broer is eiseres met haar zwager naar Mogadishu (Somalië) vertrokken. Na een verblijf van vier of vijf maanden in Mogadishu heeft eiseres Somalië verlaten, omdat zij bang was dat leden van Al Shabaab haar daar zouden vinden en ontvoeren of vermoorden. Bij terugkeer vreest zij vermoord of ontvoerd te worden.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder acht de identiteit, nationaliteit, herkomst en etnische afkomst van eiseres geloofwaardig. Verweerder volgt ook de stelling van eiseres dat zij op enig moment traditioneel met [naam 2] gehuwd. Verweerder acht de verklaringen van eiseres over de problemen met Al Shabaab niet geloofwaardig en meent dat eiseres een vestigingsalternatief heeft in Mogadishu.
4. Eiseres heeft in beroep gesteld dat haar verklaringen over de problemen met Al Shabaab ten onrechte ongeloofwaardig zijn bevonden. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat haar ten onrechte een vestigingsalternatief in Mogadishu is tegengeworpen en dat zij als alleenstaande vrouw naar Somalië zal moeten terugkeren.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte de gestelde problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig geacht.
6. Verweerder heeft er daarbij terecht op gewezen dat eiseres op verschillende punten wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard. Zo heeft eiseres wisselend verklaard over haar eigen traditionele huwelijk. Tijdens het Dublingehoor van 26 november 2015 heeft eiseres verklaard dat zij ongehuwd is. In de correcties en aanvullingen [1] op dit gehoor staat als aandachtspunt vermeld dat eiseres ‘zich heeft verloofd met een hier te lande woonachtige man met Nederlandse nationaliteit’ en dat ‘zij ook serieuze trouwplannen heeft’. Tijdens het aanmeldgehoor van 31 januari 2018 heeft eiseres verklaard dat het klopte dat zij ongehuwd was, maar dat zij nu wél gehuwd is met [naam 2] . [2] Ook heeft zij tijdens dat gehoor verklaard dat zij ongeveer vier jaar geleden met hem is getrouwd. [3] Tijdens het eerste gehoor heeft zij verklaard dat zij ongeveer zeven of acht jaar geleden met [naam 2] is getrouwd. [4] Eiseres heeft ook wisselend verklaard over het moment van overlijden van haar vader. Zo heeft zij tijdens het eerste gehoor van 4 mei 2018 verklaard dat haar vader ‘afgelopen Ramadan’ is vermoord. [5] Deze verklaring heeft zij niet gecorrigeerd. Duidelijk is dat deze verklaring niet juist kan zijn, omdat haar vader al vermoord zou zijn op het moment dat eiseres in 2015 haar land heeft verlaten. Tijdens het nader gehoor heeft eiseres gezegd dat haar vader is vermoord een paar weken voordat zij naar Mogadishu is vertrokken. [6] Verder heeft zij verklaard: ‘Het was niet afgelopen Ramadan, maar tijdens een Ramadan’ [7] , terwijl het volgens de correcties en aanvullingen op het rapport van het nader gehoor ‘bijna Ramadan’ was. [8] De rechtbank volgt niet de stelling van eiseres dat dit kan worden verklaard doordat zij moeite heeft met data. Hoewel het FMMU-advies van 9 maart 2018 inderdaad vermeldt dat eiseres moeite heeft met data, betekent dit niet dat zij niet consistent zou kunnen verklaren over de volgorde van de gebeurtenissen en dat van haar niet verlangd kan worden dat zij in grote lijnen kan uitleggen wanneer belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Van belang hierbij is ook dat deze gebeurtenissen de kern raken van het asielrelaas van eiseres. Het gestelde opleidingsniveau en de culturele achtergrond van eiseres laten onverlet dat van eiseres verwacht wordt dat zij haar verhaal in een logische tijdlijn plaatst. Verweerder heeft die wisselende verklaringen van eiseres dan ook terecht betrokken in de beoordeling van de geloofwaardigheid van het gehele asielrelaas van eiseres. Dit getuigt niet van een gebrek aan een integrale beoordeling van de geloofwaardigheid, zoals eiseres heeft betoogd.
7. Daarnaast heeft verweerder terecht aan eiseres tegengeworpen dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer Al Shabaab voor het eerst kwam met het verzoek tot een huwelijk met de lokale leider. Zo heeft zij enerzijds verklaard dat zij toen twintig jaar [9] oud was en anderzijds dat zij vierentwintig jaar [10] oud was. Weliswaar heeft eiseres dit gecorrigeerd [11] met de verklaring dat zij ongeveer vierentwintig jaar oud was, maar zij heeft deze correctie niet nader toegelicht. Daarbij heeft verweerder ook terecht opgemerkt dat, nu niet duidelijk is wanneer eiseres met [naam 2] is gehuwd, evenmin duidelijk is wanneer de problemen met Al Shabaab zijn begonnen. Immers stelt eiseres dat de problemen zijn begonnen enkele maanden nadat zij met [naam 2] is getrouwd. In
In het licht van de gestelde aanleiding voor de vlucht uit Afghanistan is de tegenwerping evenzeer terecht dat eiseres de naam niet kent van de lokale leider van Al Shabaab die met haar wilde trouwen.
Over de gestelde moorden op haar vader en broer door Al Shabaab heeft verweerder terecht opgemerkt dat eiseres de gestelde rol van Al Shabaab uitsluitend baseert op vermoedens. Eiseres heeft immers verklaard dat mensen uit de buurt hebben gezien dat haar vader is doodgeschoten door mensen van Al Shabaab [12] . Over de gestelde moord op haar broer heeft eiseres verklaard dat er geen andere mensen dan Al Shabaab zijn die zomaar andere mensen vermoorden [13] . De opmerking in de correcties en aanvullingen [14] dat haar moeder en zus getuige waren van de moord op haar broer, laat onverlet dat de daarbij gestelde verantwoordelijkheid van Al Shabaab berust op een vermoeden.
Verweerder heeft terecht opmerkelijk gevonden dat eiseres zelf geen problemen met Al Shabaab heeft gehad. Eiseres is na de moord op haar vader met rust gelaten, terwijl volgens haar de mensen van Al Shabaab toen met haar konden doen wat zij wilden [15] .
Daarnaast heeft verweerder nog overwogen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt waarom Al Shabaab juist voor haar zoveel belangstelling had en zij zelfs in Mogadishu nog zou zijn gezocht. De niet verder onderbouwde suggestie van eiseres dat mogelijk sprake is van een ‘ere kwestie’ biedt hiervoor onvoldoende verklaring.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder verder aan eiseres kunnen tegenwerpen dat zij een binnenlands vestigingsalternatief heeft in Mogadishu. Verweerder heeft daarbij terecht in aanmerking genomen dat eiseres daar eerder vier tot vijf maanden zonder problemen heeft verbleven. De rechtbank volgt niet de stelling van eiseres dat zij daar al die tijd ondergedoken heeft gezeten en niet naar buiten is geweest, nu de gestelde problemen met Al Shabaab niet geloofwaardig zijn. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in Mogadishu in de negatieve belangstelling zal staan van Al Shabaab. De rechtbank wijst in dit verband nog op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 mei 2018 [16] waaruit blijkt dat Al Shabaab in Mogadishu weliswaar terreinwinst heeft geboekt, maar dat Mogadishu nog steeds onder de controle van het Somalische leger staat.
9. Verweerder heeft terecht het standpunt ingenomen dat eiseres bij terugkeer naar Somalië niet is aan te merken als een alleenstaande vrouw. Daarbij heeft verweerder gewezen op de omstandigheid dat eiseres in Mogadishu bij haar zwager heeft verbleven. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar zwager destijds niet in Mogadishu woonde. Eiseres heeft tijdens het nader gehoor verklaard: ‘mijn zwager kwam uit Mogadishu … mijn moeder heeft voorgesteld dat ik met hem meeging naar Mogadishu’ [17] . Ook de stelling dat hij daar thans niet meer verblijft, heeft eiseres niet onderbouwd. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de zwager van eiseres is aan te merken als ‘een mannelijk familielid tot en met de derde graad’ op wie eiseres in Somalië kan terugvallen.
Daarnaast heeft verweerder terecht gesteld dat ervan uit kan worden gegaan dat de echtgenoot van eiseres zich bij haar in Mogadishu kan vestigen. Immers heeft eiseres verklaard dat haar echtgenoot meermalen naar Somalië is teruggekeerd om haar daar te bezoeken.
10. Verweerder heeft dan ook terecht geconcludeerd dat er geen grond is voor het verlenen van een verblijfsvergunning asiel, zoals bedoeld in artikel 29 van de Vw.
11. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat objectieve belemmeringen eraan in de weg staan dat haar echtgenoot zich bij haar voegt in Somalië. Verweerder heeft terecht geconcludeerd dat de weigering om eiseres toe te laten geen schending van artikel 8 van het EVRM [18] oplevert.
12. Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus, griffier.
Deze uitspraak is gedaan, digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Correcties en aanvullingen van 27 januari 2016
2.Aanmeldgehoor van 31 januari 2018, p. 3 van 7, p. 4 van 7
3.Aanmeldgehoor van 31 januari 2018, p. 4 van 7
4.Eerste gehoor van 4 mei 2018, p. 9 van 18
5.Eerste gehoor van 4 mei 2018, p. 11 van 18
6.Nader gehoor van 8 mei 2018, p. 6 van 21
7.Nader gehoor van 8 mei 2018, p. 13 van 21
8.Correcties en aanvullingen van 9 mei 2018
9.Nader gehoor, p. 10 van 21
10.Nader gehoor, p. 18 van 21
11.Correcties en aanvullingen van 9 mei 2018
12.Nader gehoor, p. 12 van 21
13.Nader gehoor, p. 14 van 21
14.Correcties en aanvullingen van 9 mei 2018
15.Nader gehoor, p. 12 van 21 en correcties en aanvullingen van 9 mei 2018
17.Nader gehoor, p. 6 van 21
18.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden