Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2018 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Een van de maatregelen die per 1 april 2014 is ingevoerd is dat iedere vreemdeling die bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te kennen geeft uitstel van vertrek te wensen op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet 2000 direct bij de kennisgeving zijn complete en actuele medische gegevens dient te overleggen. Na de schriftelijke kennisgeving stelt de IND de vreemdeling in de gelegenheid zijn verzoek in persoon in te dienen. Indien niet op de dag van indiening op de aanvraag kan worden beslist, wordt voortaan een voorlopig uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet 2000. Een deel van deze vreemdelingen met uitstel van vertrek in de periode dat de vreemdeling in afwachting is van de beslissing op de aanvraag, komt in aanmerking voor opvang. Het betreft de uitgeprocedeerde asielzoeker en de vreemdeling die in afwachting is van de uitspraak in hoger beroep in zijn asielprocedure (de categorie van de motie-Spekman). (…)
2. Besluit’, is het volgende opgenomen:
Aan betrokkene wordt in afwachting van een beslissing op de aanvraag om toepassing van artikel 64 Vw uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 Vw voor een periode van maximaal drie maanden, te weten van 23 maart 2017 tot 23 juni 2017, of zoveel korter tot het moment waarop de aanvraag d.d. 21 februari 2017 is beslist.”
5. Rechtsgevolgen van deze beschikking’, is het volgende opgenomen:
Gedurende de periode van opschorting van vertrek op grond van artikel 64 Vw heeft betrokkene rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 lid 1 sub j Vw. Artikel 64 vervalt van rechtswege na ommekomst van de termijn of de bekendmaking van de beslissing op de aanvraag tenzij er een andere rechtsgrond voor rechtmatig verblijf van toepassing is.”
2. Besluit’, is het volgende opgenomen:
Aan betrokkene wordt in afwachting van een beslissing op de aanvraag om toepassing van artikel 64 Vw opnieuw uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 Vw voor een periode van maximaal drie maanden, te weten van 23 juni 2017 tot 23 september 2017, of zoveel korter tot het moment waarop de aanvraag d.d. 21 februari 2017 is beslist.”
5. Rechtsgevolgen van deze beschikking’, is het volgende opgenomen:
Gedurende de periode van opschorting van vertrek op grond van artikel 64 Vw heeft betrokkene rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 lid 1 sub j Vw. Het rechtmatig verblijf vervalt van rechtswege na ommekomst van de termijn of de bekendmaking van de beslissing op de aanvraag tenzij er een andere rechtsgrond voor rechtmatig verblijf van toepassing is.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze
- uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.002,-.