ECLI:NL:RBDHA:2018:6593
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag op basis van artikel 4:6 Awb en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de opvolgende asielaanvraag van eiser, een Jemenitische man. Eiser had zijn aanvraag ingediend op 21 februari 2018, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de gronden die eiser aan zijn aanvraag ten grondslag heeft gelegd, niet kunnen worden aangemerkt als nieuwe feiten of veranderde omstandigheden. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend die niet in behandeling was genomen omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn aanvraag, conform de Dublinverordening. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Spanje geen opvang heeft gekregen en dat hij medische klachten heeft, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen reden is om de aanvraag opnieuw te beoordelen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door rechter J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier J.C. de Grauw.