Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[ouder sub 1] ,
[ouder sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 april 2017 met producties 1 tot en met 26;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 18;
- het tussenvonnis van 26 juli 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 december 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
- Inzet in en voorbereiding op de lessen
- Voldoende resultaten op de toetsen waar leerstof getoetst wordt die uiteindelijk past bij een overgang van 3 HAVO naar 4 HAVO (zie bij Lesstof)
- Positief advies van docenten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding
bereid [is] om in gesprek te gaan over plaatsing van [de leerling] op kleinschaliger onderwijs’ volgt juist dat die bereidheid bestond. De opmerking dat indien een andere school behoefte heeft aan overleg over de plaatsing van [de leerling] , dit overleg mogelijk is vanaf 15 augustus 2016, heeft betrekking op het overleg met de nieuwe school en niet op het overleg met [ouders] Aan deze opmerking kan dan ook geenszins de conclusie verbonden worden dat [school] hierin geen taak zag voor zichzelf. Gelet op het voorgaande komt het voor rekening van [ouders] dat zij ervoor heeft gekozen niet in te gaan op het e-mailbericht van 17 juli 2016. [school] kan immers geen stappen ondernemen zonder overleg te hebben gevoerd met de ouders.
‘Eindcijfer Nederlands op mavo niveau was een 6,1. Dit is zorgelijk voor een overgang naar 4 Mavo en absoluut onvoldoende voor een bespreking richting 4 Havo’.