Uitspraak
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 26 april 2017 waarbij Nikon verlof is verleend ASML te dagvaarden in de versnelde bodemprocedure in octrooizaken (hierna: VRO-procedure);
- de dagvaarding van 10 mei 2017;
- de akte overlegging producties namens Nikon met producties EP1 t/m EP38
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, tevens incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid met producties GP1 t/m GP46;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties EP39 t/m EP46;
- de akte overlegging aanvullende producties namens Nikon van 21 februari 2018 met producties EP47-51;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties namens ASML van 21 februari 2018 [gedateerd op de pleidooidatum] met producties GP47 t/m GP55;
- de akte overlegging reactieve producties namens Nikon van 23 maart 2018 met producties EP54 t/m EP59;
- de akte houdende overlegging reactieve producties namens ASML van 23 maart 2018 [ook hier is de akte gedateerd op de pleidooidatum] met producties GP56 t/m GP60;
- de ter zitting van 20 april 2018 door partijen gehanteerde pleitnotities.
2.De feiten
Exposure method and apparatus, and device manufacturing method’.Het octrooi is verleend op 27 mei 2015 op een aanvrage daartoe van 30 maart 2004 (met aanvraagnummer 09015058.2), onder inroeping van diverse prioriteiten (09.04.2003 JP 2003105920, 25.08.2003 JP 2003299628, 29.08.2003 JP 2003307806, 19.09.2003 JP 2003329194 en 22.09.2003 JP 2003329309). Tegen (de verlening van) EP 480 is geen oppositie ingesteld. EP 480 stamt af van de in de Japanse taal gestelde internationale aanvrage WO 2004/090952 (WO 952). Daarvan is geen Engelse vertaling beschikbaar. De Europese moederaanvrage is voor het eerst gepubliceerd in de Engelse taal als EP 1 612 849 A1 (hierna: EP 849). De tekst van EP 849 komt overeen met die van WO 952.
characterized in thatthe formation optical system includes a lens system (4) arranged between the deflection member and the optical integrator (5), and
characterized in thatthe deflection member (21) is arranged at a position approximately corresponding to a front focus of the lens system (4).
characterized in thatthe lens system (4) is arranged to cause the deflection member (21) and an exit surface of the optical integrator (5) to be approximately conjugated with each other.
characterized in thatan illumination condition of the first object (R) by the illumination system is changeable according to at least one of replacement of the deflection member (21) and movement of an optical element (71, 72) which is different from the deflection member.
characterized in thatthe illumination system includes a movable member (71, 72) which is movable along the optical axis, and the polarization setting member is arranged between the deflection member (21) and the movable member.
characterized in thatthe movable member includes at least one prism (71, 72) which is configured to change a positional relation between the plurality of areas and the optical axis.
characterized in thatthe polarization setting member is arranged to set the plurality of light beams to be distributed in the plurality of areas away from the optical axis to be respectively linearly polarized.
characterized in thatthe polarization setting member is arranged to set directions of polarization of the plurality of light beams distributed in the plurality of areas away from the optical axis to be respectively coincident with a tangent direction or a circumferential direction.
characterized in thatthe polarization setting member is arranged to set the plurality of light beams to be distributed in the plurality of areas away from the optical axis to be respectively S polarization.
characterized in thatdistances from centers of the plurality of areas away from the optical axis to the optical axis are set to be approximately identical.
characterized in thatin the illumination system, at least one lens is arranged between the deflection member and the polarization setting member.
characterized in thatthe deflection member is a diffractive optical element configured to generate the light beams in different directions.
characterized bycomprising:
characterized in thatthe plurality of light beams are incident on the optical integrator through a leans system arranged between the deflection member and the optical integrator, and an incident surface of the optical integrator is arranged at a position approximately corresponding to a back focus of the lens system.
characterized in thatthe deflection member is arranged at a position approximately corresponding to a front focus of the lens system.
characterized in thatthe lens system causes the deflection member and an exit surface of the optical integrator to be approximately conjugated with each other.
characterized in thatan illumination condition of the first object is changed by at least one of replacement of the deflection member and movement of an optical element which is different from the deflection member.
characterized in thatthe first object is illuminated with the illumination light through a movable member which is movable along the optical axis, and the polarization states are set on an upstream side of the movable member.
characterized in thata positional relation between the plurality of areas and the optical axis is changed by at least one prism of the movable member.
characterized in thatthe plurality of light beams generated from the plurality of areas away from the optical axis are set to be respectively linearly polarized
characterized in thatdirections of polarization of the plurality of light beams distributed in the plurality of areas away from the optical axis are respectively coincident with a tangent direction or a circumferential direction.
characterized in thatthe plurality of light beams generated from the plurality of areas away from the optical axis are set to be respectively S polarization.
characterized in thatdistances from centers of the plurality of areas away from the optical axis to the optical axis are set to be approximately identical.
characterized in thatthe plurality of light beams generated from the deflection member are incident on the polarization setting member through at least one lens.
characterized in thatthe deflection member is a diffractive optical element which generates the light beams in different directions.
characterized bycomprising:
Illuminating optic device”, ingediend door Nikon op 27 juli 1992, is gepubliceerd op 25 februari 1994. In de onbestreden Engelse vertaling van deze aanvrage is onder meer het volgende opgenomen:
Lithography apparatus”, ingediend door ASML op 1 april 1999, is gepubliceerd op 13 oktober 1999. In deze aanvrage is onder meer het volgende opgenomen:
Illuminator”, ingediend door ASML op 11 december 2000, is gepubliceerd op 20 juni 2001. In deze aanvrage is onder meer het volgende opgenomen:
Mikrolithographie-Projektionsbelichtung mit tangentialer Polarisation”, ingediend door Carl Zeiss en Carl Zeiss Stiftung, beide te Heidenheim, Duitsland op 24 januari 2001, is gepubliceerd op 5 september 2001. In de onbestreden Engelse vertaling van deze aanvrage is onder meer het volgende opgenomen:
Transition Period’). Nikon zegde toe om gedurende die periode geen procedures op basis van Class B en Class C octrooien jegens ASML aanhangig te maken. Class C octrooien zijn octrooien die, kort gezegd, zijn verleend tijdens de
Transition Periodaan die zijn aangevraagd na 31 december 2002. Na afloop van die periode hebben partijen het recht op schadevergoeding ten aanzien van het gebruik van Class B en C octrooien gedurende de
Transition Period.Die vergoeding is beperkt tot een redelijke royalty vergoeding die is gemaximeerd op een percentage van de netto verkoopprijs van de ‘
Licensed Products’(art. 2.9.2 van de CLA):
covenant of good faith’, Class B en C octrooien had aangevraagd die ‘
patentably indistinct’zijn ten opzichte van materie van de gelicentieerde Class A octrooien van Nikon.
covenant of good faith’.
3.Het geschil
in conventie in het bevoegdheidsincident
4.De beoordeling
in het bevoegdheidsincident en in de hoofdzaak in conventie en in reconventie
- Productie GP46 sub A en C
- Productie GP55 sub A t/m D, F en G;
"photoresist"die op een dunne schijf silicium, een zogenoemde
wafer, is aangebracht. Een wafer is normaalgesproken opgedeeld in meerdere belichtingsgebieden, ook wel
"shot areas"genoemd, waarvan het aantal overeenkomt met het aantal uit de wafer te vervaardigen chips. Wanneer het belichtingsproces is voltooid, wordt de wafer aan meerdere processtappen onderworpen, zoals ontwikkelen, etsen, doteren en metalliseren, om de uiteindelijke halfgeleiderschakelingen te vervaardigen. De elektronische schakelingen in een chip worden normaalgesproken uit vele tientallen lagen opgebouwd. Nadat alle lagen zijn gevormd en de processtappen van dotering en metallisatie zijn voltooid, wordt de wafer in stukken gezaagd waardoor de individuele chips, die zijn gecreëerd op de respectievelijke
shot areas, fysiek van elkaar worden gescheiden.
reticles" (ook wel "
masks" of maskers genoemd). Een reticle bevat een donker patroon op een transparant substraat. Door de reticle te verlichten, wordt het reticle-patroon op één van de shot areas op de wafer geprojecteerd, normaalgesproken in verkleinde omvang. Dit geschiedt door middel van een optisch projectiesysteem. Dit proces (inclusief de daarbij behorende verwerkingsstappen) wordt doorgaans tientallen malen herhaald met verschillende reticles (die de patronen van de verschillende lagen van de elektronische schakeling bevatten) om op iedere shot area de elektronische schakeling in meerdere op elkaar aansluitende lagen op te bouwen.
"pool") van immersievloeistof, de zogenoemde
"pool technology".Ook was voorgesteldom de vloeistof alleen lokaal onder de lens aanwezig te doen zijn (the local fill methode) maar dat had op de prioriteitsdatum nog niet tot een werkbare lithografiemachine geleid.
local fillmethode. In 2006 leverde Nikon de eerste commerciële immersie-lithografiemachine, de NSR-S609B, waarin deze methode werd toegepast. Deze machine doorbrak de barrière van NA gelijk aan 1,0 en bereikte een NA van 1,07.
- i) een verlichtingssysteem met een deep ultraviolet (DUV) 193 nm laserlichtbron;
- ii) een
- iii) een optisch projectiesysteem, dat in het algemeen uit meerdere lenzen en spiegels bestaat, en dat ervoor zorgt dat het patroon aanzienlijk verkleind (in vergelijking met de grootte van het oorspronkelijke patroon op de
- iv) een
- v) meetsystemen (waaronder sensoren).
- i) een lichtverdelingssysteem,
- ii) optische elementen,
- iii) een optische integrator, en
- iv) een polarisatie element.
pitch);
“isolated contact holes”) met precisie op de wafer worden geprojecteerd. Dat wordt hieronder schematisch weergegeven:
For such off-axis illumination it is possible for the zero-order light and one first order beam to enter the entrance pupil of the imaging optics. In this situation, there is a pattern imaged onto the wafer.”
homogenizerte projecteren. Optische integratoren zoals bijvoorbeeld vliegooglenzen maken het uniform verlichten van de wafer mogelijk door de initiële laserstraal (-stralen) als een verzameling sub-stralen te zien en dan (de intensiteitsprofielen van) deze sub-stralen bij elkaar op te tellen.
honeycomblens.
ruimtelijkeverdeling van het licht die overeenstemt met de ruimtelijke verdeling van het licht ter hoogte van het weer te geven object. In het voorbeeld van de diaprojector zorgt een scherm ervoor dat de ruimtelijke verdeling zichtbaar is. Ook zonder scherm is die ruimtelijke verdeling echter aanwezig, maar deze is in dat geval niet zichtbaar.
pupilvlak, de locatie waar het door het verlichtingssysteem geconditioneerde licht wordt overgegeven aan het projectiesysteem. Op dat punt is sprake van een bepaalde lichthoeveelheidverdeling, die alle daaropvolgende pupilvlakken (vrijwel) identiek is. Ter hoogte van een pupilvlak gaat een lichtbundel over van een convergerende naar een divergerende lichtbundel (of vice versa). In de figuur hieronder is weer het voorbeeld van een diaprojector gebruikt en worden twee pupilvlakken getoond:
Belichtingsinrichting, omvattende: een verlichtingssysteem (12) voor het verlichten van een eerste object (R) met verlichtingslicht; en een projectiesysteem (PL) voor het projecteren van een patroonafbeelding van het eerste object (R) op een tweede object (W),
het verlichtingssysteem omvat een optisch vormingssysteem (21, 71, 72), dat omvat: een afbuigelement (21) voor het genereren van een aantal lichtstralen, dat respectievelijk verdeeld zal worden in een aantal gebieden op een vooraf bepaald vlak in het verlichtingssysteem, dat met een pupilvlak (Q3) van het projectiesysteem geconjugeerd is,
het aantal gebieden verschillend van elkaar is en een aantal gebieden op afstand van een optische as van het verlichtingssysteem en een gebied, dat in hoofdzaak de optische as omvat, omvat,
waarbij het gebied, dat in hoofdzaak de optische as omvat, ringvormig is en een verhouding tussen een buitenradius en een binnenradius heeft, die tussen 0 en 1 ligt;
een optische integrator (5), die een vliegooglens of een micro-vliegooglens is; en
een polarisatie-instelelement, dat is aangebracht tussen het afbuigelement (21) en de optische integrator (5) voor het instellen van polarisatietoestanden van het aantal lichtstralen, dat wordt gegenereerd door het afbuigelement,
waarbij het optische vormingssysteem is ingericht voor het instellen van een lichthoeveelheidverdeling waarin een hoeveelheid licht groter is in het aantal gebieden dan in een gebied anders dan het aantal gebieden zodat het eerste object wordt verlicht met het verlichtingslicht, dat het aantal lichtstralen omvat.
een gebied, dat in hoofdzaak de optische as omvat"). De gebieden op afstand van de optische as ("
off-axis") zijn in staat om patronen met fijnere details of met een fijnere onderlinge afstand te verlichten, terwijl het gebied op of rond de optische as ("
on-axis") juist in staat is relatief grove patronen te verlichten.
ringvormig is en een verhouding tussen een buitenradius en een binnenradius heeft, die tussen 0 en 1 ligt". Partijen verschillen van mening of ook een gesloten schijf (waarbij de verhouding 0 is) zou voldoen aan de vereisten van conclusiekenmerk 1.c2.
depth of focus) worden verbeterd. [13]
aperture stop” zoals toegepast in (figuur 2 van) EP 470 geen afbuigelement in de zin van het octrooi is nu het licht daarbij niet wordt afgebogen maar (groten)deels wordt tegengehouden. Zo in EP 470 al sprake is van en
aperture stop- ASML heeft erop gewezen dat in figuur 2 van EP 470 een combinatie van een spiegel en een aperture wordt gebruikt die niet als een
aperture stopis aan te merken – is de rechtbank met ASML van oordeel dat de gemiddelde vakman uit het octrooi zal begrijpen dat zowel een
aperture stopals een DOE in de terminologie van het octrooi als afbuigelement kunnen fungeren. Dit valt op te maken uit paragrafen [0209] en [0214] van EP 480 en uit de verleningsgeschiedenis van de (moeder)aanvrage 09015058.2. In een brief aan de examiner van 23 augustus 2011 licht Nikon expliciet toe dat zowel een
aperture stopals een DOE zijn aan te merken als een deflection member:
we request that the correction of the term "polarization member" to "deflection member" throughout the application. (…) We submit that it is immediately obvious to one skilled in the art that the polarization member is not a correct term for this element;it is after all embodied by a diffraction optical element or an aperture stop. Hence the error is immediately obvious to the skilled reader.” (onderstreping toegevoegd, rechtbank)
aperture stop(of aperture met spiegel als in EP 470) niet als afbuigelement is aan te merken. De tekst van de beschrijving in EP 480 is niet aangepast aan de gestelde beperktere beschermingsomvang van de conclusies van deze
divisional, zodat dit voor derden niet kenbaar is.
on-axis pole” en tenminste één “
off-axis pole” conform figuren 25a en 25b). Door Nikon is niet gemotiveerd bestreden dat bij toepassing van een zoom-axicon, dat uit breekbare prisma’s bestaat, de gemiddelde vakman weet dat om beschadiging (die op kan treden in gesloten toestand) te voorkomen de afzonderlijke elementen van een zoom-axicon altijd op een kleine afstand van elkaar zullen staan en zo zorgen voor een (weliswaar kleine maar als gezegd niet verwaarloosbare) dip in de lichtintensiteit op de centrale as. De passage waar Nikon nog op wijst in paragraaf [0041] van EP 541 waarin een “
well-defined, narrow on-axis beam” wordt aangeraden, maakt het voorgaande niet anders. Ook als een gemiddelde vakman dit advies zou opvolgen zou hij volgens de leer van EP 541 een zoom-axicon toepassen dat als gezegd zorgt voor een intensiteitsafname op en rond de centrale as en zo dus onder de definitie van annular (ringvormig) volgens conclusie 1 valt. Hierbij komt dat de gedachte achter de toepassing van een zoom-axicon in EP 541 vanzelfsprekend niet is om die dan
uitsluitendop de meest gesloten stand te houden. Gewezen zij in dit verband voorts op paragrafen [0010] en [0024]-[0025] van EP 541 die figuur 8 toelichten waarin de flexibiliteit van variabele instelling van het zoom-axicon wordt beschreven. Het argument van Nikon dat er bij verschuiving van het zoom-axicon mogelijk enige vervorming van het lichtintensiteitspatroon van figuren 25a en 25b zou kunnen optreden, doet niet ter zake al niet omdat ook een dergelijk vervormd patroon onder het bereik van conclusie 1 valt.
parallellelichtbundel zou eisen, terwijl een DOE een
divergerendelichtbundel genereert (CvA in reconventie, paragraaf 156 en 140 e.v.). Ook deze stelling is evenwel ongegrond.
kunnenzijn in plaats van divergerend.
branchenüblich”, zie [0031], in Engelse vertaling “
customary in the industry”). Minst genomen zal een gemiddelde vakman daarin derhalve geen probleem hebben gezien. Een elliptische spiegel genereert een divergerende lichtbundel en dat vormt in de inrichting van Figuur 2 van EP 470 geen probleem, niet wanneer het licht afkomstig is van de spiegel en apertuur en ook niet wanneer dit licht afkomstig is van een DOE.
branchenübliche) lens achter de DOE te plaatsen. ASML heeft voldoende onderbouwd dat dit routinewerk is voor de gemiddelde vakman wat bovendien expliciet in figuur 2 van EP 541 wordt geleerd:
In multipole illumination modes, such as dipole or quadrupole, each pole in the pupil plane can be considered as being just a part of an annular intensity distribution in said plane.”) overtuigt niet. Zoals al blijkt uit de zin zelf ziet die passage op multipole (zoals twee-of vierpolige) verdelingen. De zin ziet niet op een gemengde (hybride) verdeling van een ring met een multipole verdeling. Die gemengde verdeling wordt ook pas later in het document beschreven in paragrafen [0047] en [0048]. Paragraaf [0040] moet dan ook aldus worden begrepen dat een (harde) multipolaire verdeling modelmatig kan worden gerepresenteerd als ware deze een onderdeel van een ring en niets zegt over een hybride lichtverdeling.. Dit geldt te meer nu EP 067 in [0047] uitdrukkelijk leert dat een (soft) multipole lichtverdeling kan worden gecombineerd met lichtintensiteit “
between the polesor on the optical axis” (onderstreping toegevoegd, rechtbank). Wanneer de redenering van Nikon zou worden gevolgd en in EP 067 geopenbaarde hybride lichtverdeling zo zou moeten worden begrepen als weergegeven in bovenstaande illustraties, valt bovendien niet goed in te zien wat de toegevoegde waarde van de dipool zou zijn boven toepassing van de ring.
soft mode” of “
soft illumination setting” maakt het voorgaande evenmin anders, al niet omdat enige achtergrondintensiteit die aan die verdelingen volgens Nikon inherent zou zijn, niet door conclusie 1 van EP 480 wordt uitgesloten. Als gezegd, vereist kenmerk 1f slechts dat de lichtintensiteit in ”het aantal gebieden” hoger is dan in andere gebieden.
in other positions”), met onder meer een variant waarin het polarisatie-instelelement is gelokaliseerd op positie 44A en 44B (groen), vóór vliegooglens 37A en 37B (blauw) van figuur 5 (hieronder). Dat er in figuur 5 is voorzien in nog een set vliegooglenzen op plaats 34A en 34B geplaatst vóór het polarisatie-instelelement, doet hier niet aan af omdat conclusie 1 van EP 480 dat evenmin uitsluit (“
comprising”/ “
comprises” en “
which includes” ofwel “
omvattende”/“
omvat”).