ECLI:NL:RBDHA:2018:6516

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
C/09/525045 / HA ZA 17-55
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot dekking van asbestschade en de vraag naar emissie onder de verzekeringsovereenkomst

In deze zaak vorderde Westerhoeve Vastgoed B.V. (hierna: Westerhoeve c.s.) dekking van asbestschade onder een milieuschadeverzekering afgesloten bij Reaal Schadeverzekeringen N.V. (hierna: Reaal). De rechtbank Den Haag oordeelde dat er geen sprake was van een 'onvoorzien' vrijkomen van asbestdeeltjes, zoals vereist in de polisvoorwaarden. Westerhoeve c.s. had een voormalige steenfabriek in eigendom, waar asbesthoudende materialen aanwezig waren. Na inspecties door de Omgevingsdienst en de gemeente Boxmeer werd geconstateerd dat asbestdeeltjes vrijkwamen van verweerde golfplaten op het dak. Reaal weigerde dekking, stellende dat de schade niet onvoorzien was en dat Westerhoeve c.s. nalatig was in het treffen van maatregelen om het vrijkomen van asbest te voorkomen. De rechtbank oordeelde dat Westerhoeve c.s. op de hoogte had moeten zijn van de risico's van asbestvervuiling en dat de schade voortkwam uit een proces van geleidelijke degradatie, wat niet onder de dekking van de verzekering viel. De rechtbank vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vorderingen van Westerhoeve c.s. af, waarbij zij hen ook veroordeelde tot terugbetaling van reeds ontvangen bedragen en in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/525045 / HA ZA 17-55
Vonnis van 30 mei 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
opposant,
advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WESTERHOEVE VASTGOED B.V.,
gevestigd te Arnhem ,
2.
[A],
wonende te [woonplaats 1] ,
3.
[B],
wonende te [woonplaats 2] ,
geopposeerden,
advocaat mr. G.E. Hattink te Boxmeer.
Partijen zullen hierna Reaal en Westerhoeve c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 september 2016, met producties 1 tot en met 38;
  • het verstekvonnis van 16 november 2016;
  • de verzetdagvaarding van 22 december 2016, met producties 1 tot en met 4;
  • het tussenvonnis van 22 februari 2017;
  • de akte overlegging producties, tevens wijziging van eis, van Westerhoeve c.s. , met productie 39;
  • het proces-verbaal van comparitie van 29 augustus 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Westerhoeve c.s. is eigenaar van een voormalige steenfabriek met bijbehorend terrein, gelegen aan de Oploseweg 17-17a te Overloo (hierna: het perceel). De opstallen worden thans verhuurd aan derden.
2.2.
Westerhoeve c.s. heeft een milieuschadeverzekering afgesloten bij Reaal. In de polis is vermeld dat op het perceel asbest of asbesthoudende materialen aanwezig zijn.
2.3.
De op deze verzekeringsovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden vermelden onder meer het volgende:
1. GRONDSLAG
(…)
1.2
Deze overeenkomst beantwoordt, tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen, aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, als en voorzover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens de verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde respectievelijk de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.
2. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
(…)
2.8
Emissie
Het onvoorzien vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijn verdeelde stoffen. Een reeks van emissies die met elkaar samenhangen of uit elkaar voortvloeien wordt als één emissie beschouwd.
2.9
Verontreiniging
Onder verontreiniging wordt verstaan:

De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert, worden overschreden.

De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.
2.1
Sanering
Het ongedaan maken van een verontreiniging.
(…)
3. DEKKINGSOMVANG
3.1
Omschrijving van de dekking
In geval van verontreiniging zijn verzekerd:
1 kosten van sanering van de verzekerde locatie en de locatie van derden;
2 schade en kosten die het gevolg zijn van de sanering;
3 zaakschade die het gevolg is van de verontreiniging;
een en ander als en voorzover de verontreiniging het gevolg is van een emissie die zich voordoet tijdens de looptijd van de verzekering en de verwezenlijking van deze emissie zijn oorsprong vindt op de verzekerde locatie. In dit verband wordt een reeks van emissies geacht zich te hebben voorgedaan op het moment waarop de eerste emissie zich heeft voorgedaan.”
2.4.
Op 8 mei 2015 is door de Omgevingsdienst Brabant Noord een inspectie uitgevoerd op het perceel. Naar aanleiding daarvan heeft Westerhoeve c.s. op 19 oktober 2015 een brief ontvangen van de gemeente Boxmeer waarin onder meer het volgende is opgenomen:

Tijdens de inspectie is het volgende geconstateerd (…)

Er bevinden zich vermoedelijk asbestgolfplaten op het dak van deze locatie. Deze zijn in verweerde staat en hierbij komt vermoedelijk asbest vrij, dat neerslaat op de bodem;

Tevens zijn er meerdere plaatsen aangetroffen, waar asbest wordt opgeslagen. Het betreft hier een partij in de ovenruimte van de steenfabriek en op het buitenterrein;

Tevens is bij het woonadres geconstateerd dat er met vermoedelijke asbestplaten is gewerkt.
Wij vragen u ombinnen 4 weken na verzenddatumvan deze brief een asbestinventarisatierapport op te maken voor het betreffende bouwwerk. De vervolgstappen bij asbest zijn dan het verwijderen hiervan door een deskundig bedrijf”.
2.5.
Op 17 december 2015 heeft de gemeente Boxmeer een rappelbrief gestuurd met daarin het verzoek het gevraagde asbestinventarisatierapport voor 1 januari 2016 aan de gemeente toe te zenden.
2.6.
Op 21 december 2015 heeft HMB B.V. een asbestinventarisatierapport opgesteld. Dat rapport bevat onder meer de volgende aanbevelingen:

De asbesthoudende materialen dienen, voor de aanvang van de verbouwing of sloop (voor zover technisch mogelijk), door een SC-530 gecertificeerd bedrijf te worden verwijderd.
Tijdens deze asbestinventarisatie hebben wij de actuele risico’s van emissie van asbestvezels (gebruiksintegriteit) niet bepaald. Tijdens de visuele inspectie zijn er aanwijzingen verkregen dat er rondom loods 1 en op het plat dak van de voormalige oven mogelijk actuele risico’s aanwezig zijn. Het is aan te bevelen om de golfplatendaken en de besmetting van de golfplatendaken op korte termijn te saneren.
Asbesthoudende materialen die niet worden verwijderd, moeten geregistreerd of gemarkeerd worden om bewerking en of beschadiging in de toekomst te voorkomen. Ook adviseren wij de conditie van deze asbesthoudende materialen periodiek te controleren. (…)”.
2.7.
Op 1 maart 2016 heeft de Omgevingsdienst Brabant Noord opnieuw een controle uitgevoerd op het perceel. In het naar aanleiding daarvan opgestelde rapport staat onder meer:

Op 1 maart 2016 omstreeks 13:30 uur heb ik ons aangemeld bij dhr. [X] , de huurder van de woning op het terrein. (…) Voor zijn woning op het bordes liggen duidelijk mosresten afkomstig van het dak met golfplatenrestanten eraan. (…) Rondom het gehele gebouw liggen restanten asbestverdachte golfplaten en mosdeeltjes waar mogelijk asbestvezels aan zitten. (…) Het dak is erg verweerd en het is aannemelijk dat het stof van de golfplaten afkomstig is. (…)
Monstername/ - analyse
Wij hebben op de locatie 2 monsters genomen van de losliggende restanten. De monsters hebben wij laten analyseren door Search Laboratorium BV in Heeswijk Dinther. Uit de analyse blijkt dat de 2 monsters asbest bevatten.
(…)
Wat er moet gebeuren

Binnen 24 uur dient er door de eigenaar een asbestinventarisatierapport te worden aangeleverd van het gehele pand, waarin ook de rode verdachte stof wordt meegenomen.
(…)”
2.8.
Op 3 maart 2016 heeft Oesterbaai BV een asbestinventarisatie uitgevoerd. In dat rapport wordt ter zake de aangetroffen restanten van de golfplaten geconstateerd dat deze asbesthoudend zijn. Aanbevolen wordt onder meer de bron direct te saneren.
2.9.
Vervolgens is in opdracht van Oesterbaai BV door de firma Soludem een “Plan van aanpak Asbestverwijdering” opgesteld, dat op 29 april 2016 is gepresenteerd. In de inleiding van dit plan staat onder meer het volgende vermeld:

In deze gebouwen zijn restanten aangetroffen afkomstig van het dak van AC-golfplaat. De AC-golfplaten op het dak zijn in slechte staat en in de loop der tijd zijn losse deeltjes binnen en buiten de bouwwerken terecht gekomen. Dit een regelmatig voorkomend probleem bij oude daken van AC-golfplaat.
Veel daken van AC-golfplaat zijn op den duur verweerd hetgeen een gevaar oplevert voor de gebruikers en derden in de directe omgeving. Kapotte en verweerde daken dienen daarom te worden verwijderd”.
2.10.
Westerhoeve c.s. heeft ter zake de kosten van de sanering een claim ingediend bij Reaal. Op verzoek van Reaal heeft Lengkeek Expertise het perceel bezocht. In het expertiserapport staat vermeld dat “een gedeelte van het terrein door middel van vrijgekomen asbestvezels vanaf de verweerde asbestdaken besmet is en gesaneerd zal moeten worden”.
2.11.
Per brief van 12 mei 2016 heeft Reaal aan Westerhoeve c.s. meegedeeld dat dekking wordt geweigerd. Volgens Reaal was geen sprake van “onvoorzien” vrijkomen van deeltjes van de asbesthoudende golfplaten. Dat bij oude golfplaten soms deeltjes loskomen is een volgens Reaal bekend probleem en ook Westerhoeve c.s. was volgens haar bekend met die mogelijkheid en de daaraan verbonden risico’s. Door niets te doen aan de slechte staat van de golfplaten is daarnaast volgens Reaal sprake van merkelijke schuld voor het ontstaan van de schade. Verder wijst Reaal er op dat de schade al op 8 mei 2015 is geconstateerd, maar Westerhoeve c.s. op dat moment heeft nagelaten de schade te melden en ook geen schadebeperkende maatregelen heeft genomen.
2.12.
Na protest tegen deze weigering heeft Reaal per brief van 7 juni 2016 nog nader toegelicht dat haar belangrijkste, eerste afwijzingsgrond is dat er geen sprake is van een emissie. Het gaat hier volgens Reaal om geleidelijke degradatie van de asbesthoudende dakbedekking, wat kan worden voorkomen door regulier onderhoud.
2.13.
Tijdens de uitvoeringen van de saneringswerkzaamheden is in augustus 2016 nieuwe asbestverontreiniging aangetroffen bij een loods (door Westerhoeve c.s. aangeduid als de tramstalling). Dat deel van het perceel was bij eerdere onderzoeken nog als “schoon” gekwalificeerd. Westerhoeve c.s. heeft aanvullende schade bij Reaal gemeld, met een verzoek tot vergoeding over te gaan. Hierop is door Reaal niet gereageerd.
2.14.
Westerhoeve c.s. heeft vervolgens Reaal op 22 september 2016 gedagvaard tegen
5 oktober 2016. Op die datum is tegen Reaal verstek verleend.
2.15.
Bij verstekvonnis van deze rechtbank van 16 november 2016 (hierna: het verstekvonnis) is Reaal, samengevat, veroordeeld tot betaling aan Westerhoeve c.s. van € 261.311,70 en verdere afhandeling van de schaderegeling, waarbij voor recht is verklaard dat Reaal gehouden is alle overige kosten van de sanering van het perceel, tot maximaal het verzekerd bedrag, aan Westerhoeve c.s. te betalen.
2.16.
Reaal heeft voldaan aan de jegens haar in het verstekvonnis uitgesproken betalingsverplichting. Op het door haar betaalde bedrag is, na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, conservatoir derdenbeslag ten laste van Westerhoeve c.s. gelegd.

3.Het geschil

3.1.
Reaal vordert – samengevat – dat zij wordt ontheven van de in het verstekvonnis jegens haar uitgesproken veroordelingen, dat de vorderingen van Westerhoeve c.s. alsnog worden afgewezen en dat Westerhoeve c.s. wordt veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen Reaal op basis van het verstekvonnis aan haar heeft betaald.
3.2.
Reaal stelt hiertoe dat er geen sprake is van een “emissie” in de zin van de polisvoorwaarden en evenmin van een “onzeker voorval” in de zin van de wet. De schade is immers ontstaan door het losraken van asbestdeeltjes uit verweerde golfplaten. Volgens Reaal wist dan wel behoorde Westerhoeve c.s. te weten dat bij verweerde golfplaten asbestvezels onder invloed van weer en wind vrij kunnen komen.
3.2.1.
Reaal stelt daarnaast dat sprake is geweest van nalatigheid, nu Westerhoeve c.s. heeft nagelaten tijdig maatregelen te treffen om het vrijkomen van asbest te voorkomen. Ook is de schade pas in maart 2016 bij haar gemeld, terwijl deze ruimschoots eerder bij Westerhoeve c.s. bekend was. Reaal betwijfelt voorts of de schade wel (volledig) tijdens de looptijd van de verzekeringsovereenkomst is ontstaan. Ook betwist Reaal dat het gehele door Westerhoeve c.s. gevorderde bedrag onder de omvang van de dekking valt.
3.3.
Westerhoeve c.s. voert verweer en heeft zijn oorspronkelijke eis verminderd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil tussen partijen draait in de eerste plaats om de vraag of er sprake was van een verzekerd voorval, meer in het bijzonder of er sprake was van een emissie in de zin van artikel 2.8 van de algemene voorwaarden (zie 2.3). Niet in geschil is dat er sprake is van het vrijkomen van fijn verdeelde stof (asbest).
4.2.
Westerhoeve c.s. heeft ter zitting aangevoerd dat niet bekend is wat precies de oorzaak van het vrijkomen van de asbestvezels is geweest. In het licht van hetgeen in de onder 2.6 – 2.9 aangehaalde rapporten is vermeld, en bij gebreke van concrete aanwijzingen voor een andere oorzaak, neemt de rechtbank echter als vaststaand aan dat het gaat om asbest dat is vrijgekomen uit de golfplaten. De schade die het gevolg is van dit vrijkomen valt onder de dekking van de polis voor zover dit vrijkomen als onvoorzien kan worden beschouwd.
4.3.
Beide partijen hebben voor de betekenis van het begrip “onvoorzien” verwezen naar het arrest van het gerechtshof te Den Haag van 7 oktober 2014 (ECLI:NL:GHDHA:2014:3101). In dat arrest is, verkort weergegeven, overwogen dat, bij gebrek aan een door de verzekeraar gegeven toelichting, de uitleg van het begrip “onvoorzien” plaats moet vinden aan de hand van de Haviltexmaatstaf, waarbij het met name aan komt op een taalkundige uitleg van dit begrip. Daarbij geldt tevens als gezichtspunt dat de polisvoorwaarden (eenzijdig) door de verzekeraar zijn opgesteld. Het gerechtshof stelt vervolgens vast dat de taalkundige betekenis van het woord “onvoorzien” in het maatschappelijk verkeer gelijk wordt gesteld aan “onverwacht”, “onverhoeds”, “plotseling”, wat wil zeggen dat het moet gaan om schade die een verzekerde niet verwachtte en ook redelijkerwijs niet heeft hoeven te verwachten.
4.4.
Westerhoeve c.s. heeft bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst zelf meegedeeld dat in de opstallen asbesthoudend materiaal aanwezig was. Dat deze mededeling op andere materialen dan de golfplaten van de dakbedekking zag is niet aangevoerd. De vraag is of Westerhoeve c.s. er rekening mee had moeten houden dat de dakbedekking na verloop van jaren, mede onder de invloed van weersomstandigheden, zou gaan desintegreren, waardoor asbest zou vrijkomen.
4.5.
Reaal heeft een uitdraai van een webpagina van de rijksoverheid in het geding gebracht. Deze webpagina bevat een kopje over asbest in golfplaten, waarbij wordt vermeld dat het asbest vaak vast zit in het materiaal. Daaraan wordt toegevoegd “Maar vaak zijn de golfplaten verweerd onder invloed van weer en wind. Daardoor kunnen er toch asbestvezels vrij komen”. Ook in de onder 2.4 en 2.7 aangehaalde rapporten wordt een verband tussen de verweerde staat van de golfplaten en het vrijkomen van asbest verondersteld, terwijl dit verband in de onder 2.9 aangehaalde rapportage als vaststaand wordt aangenomen.
4.6.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat het redelijkerwijs te verwachten is geweest dat asbestdeeltjes vrij zouden komen van verweerde golfplaten. Verwering is een proces dat door tijdsverloop optreedt, waarbij de mate van verwering mede afhankelijk is van onder meer de weersomstandigheden. Westerhoeve c.s. heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat zij niet op de hoogte kon zijn van de (mate van) verwering. Westerhoeve c.s. heeft evenmin inzichtelijk gemaakt dat zij niet bekend was en ook niet bekende hoefde zijn met het (mogelijk) vrijkomen van asbestdeeltjes als gevolg van die verwering.
4.7.
Dat bij een eerdere gemeentelijke controle in 2013 geen asbest is gerapporteerd, is in dit verband niet van belang. Het vrijkomen van asbest is afhankelijk van de mate van verwering en het valt derhalve niet uit te sluiten dat in 2013 nog geen asbest vrij kwam, dan wel in veel geringere mate dan in 2015. Gelet op hetgeen onder 4.5 is overwogen kan niet worden geconcludeerd dat het feit dat in 2013 niet werd vastgesteld dat asbest vrij kwam, ertoe leidt dat het niet redelijkerwijs voorzienbaar was dat dit op een later moment wel zou gebeuren. Datzelfde geldt voor het feit dat bij de tramstalling in eerste instantie geen asbestvervuiling werd waargenomen maar op een later moment wel.
4.8.
Westerhoeve c.s. heeft nog aangevoerd dat zij er van uit mocht gaan dat de milieuschadeverzekering datgene zou dekken wat in de ook door haar bij Reaal afgesloten aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven was uitgesloten, voor zover die uitsluiting betrekking had op schade verband houdend met asbest. Het verondersteld aanvullende karakter van de milieuschadeverzekering kan er echter niet toe leiden dat een ruimere dekking wordt verleend dan in de polisvoorwaarden is opgenomen. Evenmin volgt de rechtbank de stelling van Westerhoeve c.s. dat zij de beperking van de dekking waarop Reaal zich in deze procedure beroept niet had hoeven verwachten. Het uitsluiten van voorzienbare (en daarmee te vermijden) schade is een geenszins ongebruikelijke clausule in verzekeringsovereenkomsten.
4.9.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat Reaal niet gehouden is Westerhoeve c.s. dekking te verlenen voor de schade die is ontstaan als gevolg van het vrijkomen van asbest op het perceel. Nu de vorderingen van Westerhoeve c.s. in haar dagvaarding van 22 september 2016 waren gebaseerd op de stelling dat de schade onder de dekking valt, moet Reaal van de in het verstekvonnis jegens haar uitgesproken veroordeling worden ontheven en moeten de vorderingen van Westerhoeve c.s. alsnog worden afgewezen. Ook zal hetgeen reeds ter uitvoering van het verstekvonnis is verricht ongedaan gemaakt dienen te worden. Hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd behoeft geen bespreking meer.
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat de verzetvorderingen van Reaal zullen worden toegewezen. Westerhoeve c.s. zal, als de in verzet in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Reaal worden begroot op € 3.894,= voor griffierecht, € 4.804,= (2 punten x tarief VI à € 2.402,=) voor advocaatkosten en € 67,58 voor kosten verzetdagvaarding, in totaal € 8.765,58.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
vernietigt het tussen partijen onder zaak- en rolnummer C/09/519110 / HA ZA 16-1119 gewezen verstekvonnis van 16 november 2016;
en opnieuw rechtdoende:
5.2.
wijst de vorderingen van Westerhoeve c.s. af;
5.3.
veroordeelt Westerhoeve c.s. tot terugbetaling aan Reaal van al hetgeen Reaal op grond van het onder 5.1 bedoelde vonnis aan haar heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van betaling door Reaal tot aan de dag der algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt Westerhoeve c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Reaal tot op heden begroot op € 8.765,38;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E.M. de Coninck en in het openbaar uitgesproken op
30 mei 2018. [1]

Voetnoten

1.type: 2401