ECLI:NL:RBDHA:2018:6420
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Eritrese nationaliteit, had op 15 maart 2018 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser in Duitsland internationale bescherming geniet. Dit besluit is genomen op basis van informatie van de verbindingsambtenaar in Duitsland, waaruit blijkt dat eiser op 6 juli 2016 asiel heeft aangevraagd en op 14 februari 2017 subsidiaire bescherming is verleend.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij minderjarig is en sterkere banden met Nederland heeft dan met Duitsland. Hij stelt dat de Duitse autoriteiten zijn geboortedatum hebben vastgesteld toen hij ziek was en dat hij een nicht in Nederland heeft. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij minderjarig is en dat de informatie van de Duitse autoriteiten betrouwbaar is. De rechtbank heeft de stelling van eiser dat hij een sterke band met Nederland heeft, niet onderbouwd geacht.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is digitaal ondertekend en bekendgemaakt op 6 juni 2018. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.