ECLI:NL:RBDHA:2018:6336
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Eritrese nationaliteit, had op 15 maart 2018 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 3 mei 2018 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser in Duitsland internationale bescherming geniet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting is eiser vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, mr. C.G. Matze en mr. E. van Hoof.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat eiser in Duitsland subsidiaire bescherming heeft gekregen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de informatie van de Duitse autoriteiten onjuist is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij minderjarig is, ondanks zijn stelling dat hij sterkere banden met Nederland heeft dan met Duitsland. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder een beroep op het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag voor de Rechten van het Kind, verworpen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en heeft het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak is digitaal ondertekend en bekendgemaakt, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.