Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 mei 2018 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Wel dient rekening gehouden te worden met de inkomens- en vermogenspositie van eiser, de hoogte van de - in dit geval niet betaalde - standaardpremie (€ 122,- in 2016 en € 127,- in 2017) en de in artikel 9b, tweede lid, van de Zvw neergelegde berekeningsmethode van de boete. Gelet hierop en in navolging van de reeds voornoemde uitspraak van de CRvB ziet de rechtbank aanleiding om de boetes te verlagen en vast te stellen op (ieder) € 160,-.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt bestreden besluit I van 13 april 2017;
- vernietigt bestreden besluit II van 13 april 2017;
- herroept het primaire besluit van 25 oktober 2016 en legt eiser een boete op van € 160,-;
- herroept het primaire besluit van 1 februari 2017 en legt eiser een boete op van € 160,-;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden besluiten.