ECLI:NL:RBDHA:2018:6048
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van niet aannemelijke identiteit en herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Iraakse vrouw, had op 28 december 2017 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen op basis van de niet aannemelijke identiteit en herkomst van eiseres. Eiseres stelde dat zij geboren was in 1972 en de Iraakse nationaliteit had, maar verweerder betwistte de geloofwaardigheid van haar asielrelaas. Verweerder voerde aan dat eiseres een valse identiteitskaart had overgelegd en dat zij opzettelijk had verzwegen dat zij een paspoort met een visum voor Frankrijk had. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd om haar identiteit en herkomst aannemelijk te maken. Bovendien kon de medische situatie van eiseres niet worden getoetst aan de relevante wetgeving, omdat zij haar identiteit niet had aangetoond. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.