ECLI:NL:RBDHA:2018:5348
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de afwijzing van aftrek specifieke zorgkosten en giften in de inkomstenbelasting
Op 4 mei 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen. In geschil was of de verweerder terecht de specifieke zorgkosten en giften van eiser niet in aftrek had toegelaten voor het jaar 2015. Eiser had een verzamelinkomen van € 10.831 aangegeven en claimde € 2.048 aan specifieke zorgkosten en € 802 aan giften. De inspecteur stelde echter dat eiser deze uitgaven niet aannemelijk had gemaakt en heeft daarom de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen vastgesteld op € 13.681. Tijdens de zitting op 20 april 2018 kon eiser niet onderbouwen dat hij recht had op de aftrek van deze uitgaven. De rechtbank oordeelde dat de door eiser overgelegde kassabonnen, die dateren uit 2017, niet relevant waren voor de beoordeling van de uitgaven in 2015. Eiser's financiële problemen en de vermeende te lage toeslagen werden niet in deze procedure behandeld, aangezien dit niet relevant was voor de juistheid van de aanslag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 mei 2018, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.