ECLI:NL:RBDHA:2018:5344

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 mei 2018
Publicatiedatum
4 mei 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 15084
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake gegrond beroep tegen besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 3 mei 2018 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer en mr. E. de Jong, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 29 maart 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:3624), waarin een kennelijke onjuistheid was vastgesteld. In de eerdere uitspraak stond vermeld dat het beroep ongegrond was verklaard, terwijl uit de overwegingen bleek dat het beroep gegrond was. De rechtbank heeft besloten deze vergissing te herstellen.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank de beslissing aangepast, zodat nu onder 'Beslissing' staat dat het beroep gegrond is verklaard, het besluit van 23 juni 2016 is vernietigd, en de Staatssecretaris wordt opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser tot een bedrag van € 2004,-. De rechtbank heeft de overige onderdelen van de eerdere uitspraak ongewijzigd gelaten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 17/15084

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2018 in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Jong).

Procesverloop

De rechtbank heeft vastgesteld dat in haar uitspraak van 29 maart 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:3624) onder “Beslissing” een kennelijke onjuistheid staat vermeld.

Overwegingen

In de rubriek “Beslissing” staat vermeld dat de rechtbank het beroep ongegrond verklaart. De rechtbank overweegt dat dat per abuis in de uitspraak is opgenomen omdat uit de overwegingen blijkt dat het beroep gegrond is.
Nu de uitspraak een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare verschrijving bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt haar uitspraak van 29 maart 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:3624) aldus, dat onder “Beslissing” slechts moet worden opgenomen:
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 23 juni 2016;
- draagt verweerder op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2004,-“
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter, in aanwezigheid van mr. A.H. Ferment, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: