AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor twee vernielingen en een diefstal
Op 4 mei 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van twee vernielingen en een diefstal. De rechtbank heeft op basis van de tenlastelegging en het onderzoek ter terechtzitting geoordeeld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk een kozijn van een deur en een ruit van een kinderdagverblijf heeft beschadigd op 30 oktober 2017. De verdachte werd op heterdaad betrapt door de politie, die hem aantrof met een schroevendraaier en een steen in de nabijheid van de vernieling. De unitmanager van het kinderdagverblijf deed aangifte van de schade, die door de verdachte was veroorzaakt.
Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van diefstal van bier en shoarma bij een Albert Heijn op 28 augustus 2017. De rechtbank oordeelde dat de verdachte dit feit had bekend en dat er voldoende bewijs was om de diefstal te bevestigen. Tot slot werd de verdachte beschuldigd van het vernielen van een ketting bij Kruidvat op 29 januari 2018. Ook hier was er voldoende bewijs, waaronder camerabeelden, die de verdachte identificeerden als de dader.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 41 dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Tevens werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 9 dagen gelast, omdat de verdachte zich opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten tijdens de proeftijd. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholprobleem en eerdere veroordelingen.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2017310549, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Centrum, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 29).
2.Proces-verbaal van aanhouding, d.d. 30 oktober 2017, blz. 1 – 2.
3.Proces-verbaal van aangifte, d.d. 30 oktober 2017, blz. 16 – 17.
4.Proces verbaal van verhoor getuige, d.d. 30 oktober 2017, blz. 24 – 25.
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en) en deel uitmakend van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2017246400, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Centrum, met bijlagen (ongenummerde pagina’s).
6.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2018028032, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Centrum, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 24).
7.Proces-verbaal van aanhouding door burger, d.d. 29 januari 2018, blz. 4.
8.Een geschrift, te weten een landelijk aangifteformulier winkeldiefstal, d.d. 29 januari 2018, blz. 11 – 15, met bijlage.
9.Proces-verbaal van verhoor [getuige] , d.d. 30 januari 2018, blz. 17 – 18.
10.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 30 januari 2018, blz. 20.