ECLI:NL:RBDHA:2018:4940
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een overeenkomst in kort geding tussen Eurosalt en de Staat der Nederlanden inzake tekortkomingen in de levering van wegenzout
In deze zaak vorderde Eurosalt, een besloten vennootschap, ontbinding van een overeenkomst met de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat, vanwege tekortkomingen in de levering van wegenzout door FAM International N.V., de winnaar van de aanbestedingsprocedure. De voorzieningenrechter oordeelde dat Eurosalt geen belang had bij de vordering tot ontbinding, omdat er na ontbinding geen heraanbesteding zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter overwoog dat Rijkswaterstaat met het treffen van een regeling met FAM, om de tekortkomingen te compenseren, het gelijkheidsbeginsel zou schenden. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2018, en het vonnis werd uitgesproken op 25 april 2018. De rechter wees de vorderingen van Eurosalt af en veroordeelde haar in de proceskosten, zowel aan de zijde van de Staat als aan die van FAM. De rechter benadrukte dat de tekortkomingen van FAM niet mochten leiden tot een wijziging van de aard van de gevraagde prestatie en dat de vorderingen van Eurosalt juridisch niet houdbaar waren.