ECLI:NL:RBDHA:2018:3773
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing doorstroom naar fase 3 van het Flexibel Personeelssysteem
Op 3 april 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Minister van Defensie. De eiser, een militair, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister om hem niet door te laten stromen naar fase 3 van het Flexibel Personeelssysteem (FPS). Het primaire besluit, dat op 29 november 2016 werd genomen, werd door de Minister in het bestreden besluit van 18 juli 2017 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van de eiser op 23 februari 2018 behandeld, waarbij de eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de Minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank overweegt dat de Minister een discretionaire bevoegdheid heeft bij het in aanmerking brengen voor een aanstelling in loopbaanfase 3 van het FPS. De toetsing door de rechtbank is terughoudend, waarbij gekeken wordt of de Minister in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. De rechtbank concludeert dat de Minister zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat, gezien de beperkte doorstroomruimte, alleen de meest geschikte kandidaten kunnen doorstromen naar fase 3. De rechtbank oordeelt dat de eiser niet tot de meest geschikte kandidaten behoort, omdat hij volgens de Minister niet de vereiste daadkracht en besluitvaardigheid bezit.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 april 2018, en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.