ECLI:NL:RBDHA:2018:3541

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 maart 2018
Publicatiedatum
29 maart 2018
Zaaknummer
09/857141-17
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal met TBS en gevangenisstraf

Op 30 maart 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1991, die zich schuldig heeft gemaakt aan het maken van een gewoonte van het bekijken, verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 17 juli 2015 tot en met 30 mei 2017 in Nederland meermalen kinderpornografisch materiaal heeft verspreid en in bezit heeft gehad. De verdachte was ten tijde van de feiten verminderd toerekeningsvatbaar, wat door deskundigen is bevestigd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden en een terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank heeft ook de psychische toestand van de verdachte in overweging genomen, waaronder een autismespectrumstoornis en pedofilie. De verdachte heeft tijdens de zittingen bekend en heeft geen algehele vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om een gevangenisstraf en TBS op te leggen, toegewezen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/857141-17
Datum uitspraak: 30 maart 2018
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
verblijfsadres: [adres] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn, huis van bewaring Maatschapslaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 8 september 2017 (pro forma), 4 december 2017 (pro forma), 19 januari 2018 (pro forma) en 16 maart 2018 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. van Geloven en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.S. Dijkstra naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2015 tot en met 30 mei 2017 te Delft en/of Breda en/of Poeldijk en/of Schipluiden, gemeente Midden-Delfland,, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal telkens (een) afbeelding(en) en/of filmbestand(en) en/of gegevensdrager(s) (mobiele telefoon en/of fotocamera(s) en/of externe harde schijf en/of laptop en/of cd rom(s)), bevattende een of meer afbeelding(en) en/of filmbestand(en) van (een) seksuele gedraging(en) bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) en/of filmbestand(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid (door het verzenden van het plaatsen op een forum/bulletin board system/nieuwsgroep [website] en/of
Imagebam en/of Kik en/of Dropbox) ,
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of althans in elk geval
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen bestonden uit onder andere:
het met een vinger en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
te weten onder andere:
filename [bestandsnaam] (p 236)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 4 en 6 jaar met kennelijk een volwassen man. De man heeft zijn penis bij het gezicht van het meisje. Het meisje houdt de stijve penis van de man vast. Het meisje likt de penis en/of
filename (p. 236) [bestandsnaam]
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 4 en 6 jaar. Een volwassen hand houdt de bil van het meisje vast. Op/on de vagina zit vermoedelijk sperma en/of
filename [bestandsnaam] (p. 236)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 2 en 4 jaar oud. Erbij zit een volwassen man die met zijn vinger de anus van het meisje penetreert en/of
filename [bestandsnaam] (p. 237)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 3 en 6 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug. Ingezoomd is op de vagina. Een been zit nog in een luier en/of
[bestandsnaam]
(gsm)
- foto met daarop een baby in de (geschatte) leeftijd tussen de 0 en 10 weken oud en een kennelijk volwassen man. De baby ligt op zijn/haar rug en heeft de oogjes dicht en vuistjes gebald. Voor het gezicht van de baby zit een man. De man houdt zijn stijve penis in het mondje van de baby en/of
[bestandsnaam]
(gsm)
- foto van een baby in de (geschatte) leeftijd tussen 0 en 1 jaar oud met een kennelijk volwassen man. De man heeft zijn hand op de rug van de baby. De stijve penis van de man zit in de anus van de baby,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte en gewoonte heeft gemaakt.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Verdachte wordt, kort gezegd, verweten dat hij op in de bovengenoemde periode en plaatsen kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of bekeken en daar een gewoonte van heeft gemaakt. Verdachte heeft het tenlastegelegde bekend.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden en het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft, overeenkomstig haar op schrift gestelde pleitnotities, gedeeltelijke vrijspraak bepleit, omdat – kort gezegd – voor de 1412 kinderpornografische afbeeldingen op de telefoon en laptop van verdachte geldt dat uitsluitend sprake is van zich toegang verschaffen, niet van aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven en bezit van kinderporno. De onder het vijfde en zesde aandachtstreepje van de tenlastelegging genoemde filenames waren namelijk alleen in de cache van de Samsung telefoon aanwezig. De cache betreft de door een zoekmachine opgeslagen versie van een webpagina oftewel de plaats waar eerder geladen webpagina’s tijdelijk worden opgeslagen en onthouden om ze sneller te laten verschijnen op het moment dat de gebruiker ze opnieuw aanvraagt. Dat kan niet als bezit worden aangemerkt. Ten aanzien van het verspreiden van kinderporno is volgens de raadsvrouw hooguit bewijs aanwezig voor 16 verzonden bestanden op een totaal van 239 bestanden, omdat de onder de eerste vier gedachtestreepjes vermelde bestanden alle verspreide bestanden betreffen en geen ontvangen bestanden. Om die laatste reden bevat de tenlastelegging geen representatieve opsomming van ontvangen bestanden, waardoor verdachte van dat deel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken. Bovendien, zo heeft de raadsvrouw betoogd, is er onvoldoende bewijs dat verdachte zich gedurende de gehele ten laste gelegde periode heeft ingelaten met kinderporno.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht het aan verdachte tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen (een en ander zoals hierna in de bewezenverklaring zal worden omschreven). De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsvrouw van verdachte met betrekking tot het bewezenverklaarde geen algehele vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2018;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 1, p. 22-25;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 2, p. 25-31;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 3, p. 160-176;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 4, p. 177-200;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 5, p. 201-231;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 6, p. 232-243;
  • een proces-verbaal van bevindingen onderzoek, p. 244-248;
  • een proces-verbaal van bevindingen melding 7, p. 258-343;
  • een proces-verbaal van bevindingen, p. 470-477;
  • een proces-verbaal van bevindingen (TBKK), p. 478-481.
  • een proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 490-499.
Overwegingen
Uit het dossier blijkt dat op de harde schijf van de Acer laptop van verdachte diverse Thumbcache bestanden zijn aangetroffen. Een Thumbcache of Thumbs.db is een verborgen systeem bestand, aangemaakt door het Microsoft Windows systeem. Dit bestand is een database waar grafische computerbestanden (zoals BMP, GIF, JPG en PNG) als miniatuurplaatjes zijn opgeslagen. Een miniatuur wordt onder andere opgenomen in een Thumbcachefile wanneer de map met grafische bestanden wordt bekeken met de Windows Explorer (verkenner). Het aanwezig zijn van een miniatuur in een Thumbcache betekent dat het originele bestand op die computer staat of heeft gestaan. Indien een afbeelding van de harde schijf wordt verwijderd, blijft de afbeelding in de Thumbcache staan.
Op de telefoon van verdachte zagen verbalisanten bij het openen van de app ‘Mijn bestanden’ een map ‘Downloads’ waarin een map met 37 bestandsnamen was opgenomen. Bij het openen van deze map kregen zij de melding ‘Kan het bestand niet openen, bestand is verwijderd, verplaatst of de naam is gewijzigd’. Bij nader onderzoek zagen verbalisanten 39 records met onder andere de velden: ‘Download Source’, ‘Last Modified Date/Time’ en ‘Save Location’. Verbalisanten zagen dat deze bestanden tussen 19 mei 2017 om 19:10 uur en 30 mei 2017 om 04:54 uur gedownload waren. De eerder genoemde 37 bestandsnamen uit de map Downloads stonden in deze lijst ‘Android Downloads’; de overige twee hebben niet geresulteerd in een (volledige) download. De aanmaaktijd van de cachebestanden was enkele minuten na de eerder genoemde downloadtijden. De gedownloade bestanden waren niet meer op de smartphone aanwezig. Bij het openen van grafische bestanden met de Galerij-app wordt een kopie van het bestand opgeslagen in de cache van deze app. Bij het verwijderen van het originele grafisch bestand blijft de kopie in de cache aanwezig. Deze cache kan door de gebruiker of een tool geleegd worden. Een cache (tijdelijk geheugen) is een opbergplaats waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen om sneller toegang tot deze data mogelijk te maken. Een cache is meestal transparant; bij het ophalen is niet zichtbaar of uit de originele bron of uit de cache wordt opgehaald. Op mobiele devices gebruiken sommige Apps ook een eigen cache. De kinderpornografische fotobestanden werden in de cache van de apps ‘Mijn bestanden (My files)’, ‘Gallery3d (Galerij)’ en ‘Video’ aangetroffen. Verder werd de app CCleaner op de smartphone aangetroffen. Met deze app kan onder meer het cache geheugen worden geschoond, waarna de smartphone meer geheugen beschikbaar heeft en sneller wordt. Verbalisanten zagen in de CCleaner app dat deze voor het laatst op 26 april 2017 gewerkt heeft. Daarnaast is de cache makkelijk te legen via het menu Instellingen van Android.
Alles bij elkaar staat vast dat in de periode van 8 januari 2017, toen de laptop voor het eerst werd geïnstalleerd, tot 30 mei 2017 op de Acer laptop van verdachte 339 kinderpornografische afbeeldingen en 4 kinderpornografische films hebben gestaan. Voorts zijn vóór 30 mei 2017 1069 kinderpornografische bestanden geopend op de mobiele telefoon van verdachte. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, geldt naar het oordeel van de rechtbank voor al deze bestanden dat sprake is geweest van bezit en niet uitsluitend van zich toegang verschaffen. Deze bestanden zijn immers in de beschikkingsmacht van de verdachte geweest. Daarbij is niet van belang of verdachte bij het gebruik van de laptop en de telefoon ervan op de hoogte was dat afbeeldingen danwel filmpjes in de cache terecht komen danwel achterblijven als het origineel verwijderd wordt. Verdachte heeft immers verklaard dat hij bewust op zoek was naar kinderpornografische afbeeldingen en deze aanklikte. Soms ook haalde hij afbeeldingen van KIK om die vervolgens in/op andere internetomgevingen, waaronder Imagebam, te plaatsen. De afbeeldingen zijn dus niet als ‘bijvangst’ op zijn laptop danwel telefoon terecht gekomen, maar het resultaat van zoektochten gedurende een lange periode. Bovendien volgt uit onderzoek dat de app CCleaner op verdachtes telefoon stond en dat deze ook gewerkt heeft. Verdachte ging er dus van uit dat zijn telefoon bij het openen van grafische bestanden een kopie van het bestand zou opslaan in de cache. Dit alles duidt op het opzet op het bezit van het gezochte materiaal.
Hoeveelheid ontvangen en verspreid kinderpornografisch materiaal
Anders dan de raadsvrouw acht de rechtbank, behalve het bezit ervan, ook het verspreiden en verwerven van in totaal 239 kinderpornografische bestanden via KIK en van 286 kinderpornografische afbeeldingen via Dropbox wettig en overtuigend bewezen. De stelling van de raadsvrouw dat de tenlastelegging een representatieve opsomming moet bevatten van materiaal waarmee verdachte hem verweten (en te bewijzen) handelen heeft verricht, is naar het oordeel van de rechtbank onjuist. De tenlastelegging dient wel een representatieve opsomming te geven van kinderpornografisch materiaal waarmee of ten aanzien waarvan verdachte handelingen heeft verricht, maar dat vereiste van representativiteit ziet niet op de daarmee verrichte handelingen, maar op het soort materiaal waarmee verdachte zich heeft ingelaten. De rechtbank acht de in de tenlastelegging opgesomde bestanden voldoende representatief voor het materiaal waarmee verdachte de handelingen van verwerven en verspreiden (en daarmee ook van bezit) heeft gepleegd.
Ten laste gelegde periode
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de ten laste gelegde periode dient te worden beperkt tot de periode van 21 oktober 2015 tot 25 mei 2017. De rechtbank overweegt hierover als volgt. Op 31 juli 2015 werd melding gemaakt van de registratie van een account met de naam ‘ [gebruikersnaam] ’ op 17 juli 2015. De gebruiker – verdachte heeft verklaard dat dit zijn account betreft – zou een album met afbeeldingen van naakte baby’s hebben gemaakt. Hoewel bij de eerste melding geen kinderpornografische afbeeldingen werden aangetroffen is deze melding wel binnen de ten laste gelegde periode gedaan en werden later bij een nieuwe melding met betrekking tot dit account kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Op 30 mei 2017 werd verdachte aangehouden. Dit is tevens de laatste dag waarop bestanden zijn gedownload. De rechtbank ziet geen aanleiding uit te gaan van een kortere periode dan tenlastegelegd.
Gewoonte
De rechtbank is van oordeel dat verdachte van het in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal een gewoonte heeft gemaakt als bedoeld in artikel 240b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. In de periode van 17 juli 2015 tot en met 30 mei 2017 heeft verdachte onder meer kinderpornografisch beeldmateriaal op Imagebam geplaatst. Via KIK heeft verdachte 16 kinderpornografische bestanden verzonden en 223 kinderpornografische afbeeldingen ontvangen. Door verdachte werden daarnaast in Dropbox 286 kinderpornografische afbeeldingen geplaatst. Verder werden op de gegevensdragers van verdachte, een laptop en telefoon, 1412 kinderpornografische bestanden aangetroffen. Dit betroffen 1408 afbeeldingen en 4 films/video’s. Gelet op de periode waarin verdachte de afbeeldingen en filmbestanden in bezit heeft gehad en de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal, is de rechtbank van oordeel dat kan worden gesproken van het maken van een gewoonte van het in bezit hebben, verwerven en verspreiden van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
hij in de periode van 17 juli 2015 tot en met 30 mei 2017 in Nederland meermalen afbeeldingen en filmbestanden en gegevensdragers
, te weten eenmobiele telefoon en laptop, bevattende afbeeldingen en filmbestanden van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen en filmbestanden telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft verspreid door het plaatsen op een forum/bulletin board system/nieuwsgroep [website] en Imagebam en Kik en Dropbox,
en verworven
en in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen bestonden uit onder andere:
het met een vinger en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
te weten onder andere:
filename [bestandsnaam] (p 236)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 4 en 6 jaar met kennelijk een volwassen man. De man heeft zijn penis bij het gezicht van het meisje. Het meisje houdt de stijve penis van de man vast. Het meisje likt de penis en
filename (p. 236) [bestandsnaam]
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 4 en 6 jaar. Een volwassen hand houdt de bil van het meisje vast. Op/on de vagina zit vermoedelijk sperma en
filename [bestandsnaam] (p. 236)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 2 en 4 jaar oud. Erbij zit een volwassen man die met zijn vinger de anus van het meisje penetreert en
filename [bestandsnaam] (p. 237)
- foto van een meisje in de leeftijd tussen de 3 en 6 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug. Ingezoomd is op de vagina. Een been zit nog in een luier en
[bestandsnaam]
(gsm)
- foto met daarop een baby in de (geschatte) leeftijd tussen de 0 en 10 weken oud en een kennelijk volwassen man. De baby ligt op zijn/haar rug en heeft de oogjes dicht en vuistjes gebald. Voor het gezicht van de baby zit een man. De man houdt zijn stijve penis in het mondje van de baby en
[bestandsnaam]
(gsm)
- foto van een baby in de (geschatte) leeftijd tussen 0 en 1 jaar oud met een kennelijk volwassen man. De man heeft zijn hand op de rug van de baby. De stijve penis van de man zit in de anus van de baby,
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
van welke misdrijven hij, verdachte,
eengewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden wordt opgelegd. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) wordt opgelegd, met voorwaarden, zoals in het reclasseringsrapport van 13 maart 2018 voorgesteld. In verband met de maximering van deze maatregel heeft de officier van justitie daarbij opgemerkt dat geen sprake is van een misdrijf dat direct is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de oplegging van TBS met voorwaarden gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft een aanpassing van de voorwaarden 7, 11 en 14 voorgesteld op de wijze zoals in haar schriftelijke pleitnotitie weergegeven. De raadsvrouw heeft gevraagd rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte zelf om libidoremmende middelen heeft verzocht en vanaf het begin van zijn detentie heeft aangegeven de heer Hendriks van De Waag te willen spreken, en voorts met de omstandigheid dat ten tijde van het plegen van het delict sprake was van een vertrouwensbreuk met zijn begeleider(s) van COSA.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
Verdachte heeft in de bewezen verklaarde periode (bijna 2 jaren) een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben, verwerven, aanbieden en verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft een grote hoeveelheid kinderporno in zijn bezit gehad en bekeken. Daarbij ging het vaak om meisjes tussen nul en zes jaar oud en was ook sprake van oraal, vaginaal en anaal penetreren met vinger, penis of voorwerpen. Dat is seksueel zeer vergaand gedrag, mede gelet op de erg jonge leeftijd van de betrokken kinderen. Voor het maken van kinderporno worden kinderen misbruikt. Dat misbruik heeft zeer schadelijke geestelijke en lichamelijke gevolgen voor deze kinderen. In de meest ernstige gevallen zijn zij getraumatiseerd voor het leven. Zolang mensen naar kinderporno kijken, zal het gemaakt blijven worden. Verdachte heeft dus niet alleen door het verwerven, aanbieden en verspreiden, maar ook door het bekijken van de kinderporno meegewerkt aan het in stand houden en bevorderen van het maken van kinderporno. Door het plaatsen van deze afbeeldingen op andere internetomgevingen heeft verdachte er ook voor gezorgd dat meer mensen van deze afbeeldingen kennis konden nemen. Het behoeft geen betoog dat dat zeer kwalijk gedrag is.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 1 juni 2017, waaruit blijkt dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Verdachte is op 29 maart 2011 veroordeeld tot een PIJ-maatregel (ook wel Jeugd TBS genoemd), omdat hij meermalen handelingen heeft gepleegd die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van iemand beneden de leeftijd van 12 jaar. Het ging daarbij om zijn vierjarige nichtje.
Persoon van verdachte
Bijzonder zorgelijk is dat verdachte met het kijken van kinderporno is begonnen aan het einde van zijn PIJ-maatregel. Hij verbleef tot eind maart 2017 in Den Heij-Acker en verspreidde kinderporno vanaf computers van familieleden tijdens onbegeleid verlof. Aansluitend was sprake van begeleid wonen bij Stichting Perspectief en bekeek verdachte op zijn eigen telefoon en laptop grote hoeveelheden kinderporno. Hij heeft zijn behandelaars hierover niet ingelicht. Hij heeft geen hulp gevraagd.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op een Pro Justitia-rapportage d.d. 15 november 2017, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater, en een Pro Justitia-rapportage d.d. 30 november 2017, opgemaakt door dr. R.A.R. Bullens, klinisch psycholoog.
Uit het rapport van de psychiater komt naar voren dat sprake is van een sociaal-emotioneel beperkte jongeman met pedofilie en een autismespectrumstoornis. Dit beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde. Verdachtes zelfcontrole werd beperkt omdat hij zich niet goed kan inleven in anderen. Daarnaast liet hij zich leiden door zijn seksuele behoeftes met een gerichtheid op jonge meisjes. Geadviseerd wordt om verdachte op een driepuntsschaal het feit in een verminderde mate toe te rekenen.
Verdachte heeft aangegeven dat hij vroeger niet misbruikt is en heeft van zijn ouders en op school seksuele voorlichting gehad. Zijn seksuele voorkeur gaat uit naar meisjes tussen de 2 en 6 jaar. Hij weet vanaf zijn 16de dat hij op jonge kinderen valt, maar weet niet hoe dit is ontstaan. Zijn seksuele behoefte is gemiddeld. Bij masturberen gebruikte hij kinderporno of fantaseerde hij over kinderen. In het verleden heeft verdachte seksueel contact met een zeer jong meisje (zijn nichtje van 4 jaar) gehad, waarvoor hij een PIJ-maatregel heeft gekregen. In 2015 heeft hij verklaard dat hij ook het zusje van zijn nichtje, dat toen 1 jaar was, heeft misbruikt. Deze zaak is geseponeerd wegens een recente bestraffing. Sindsdien is hij niet meer aan kinderen gekomen, maar omdat hij toch een interesse erin heeft gehouden, is hij weer op zoek gegaan naar kinderporno. Sinds 9 maanden heeft verdachte een relatie met een volwassen vrouw en hij heeft aangegeven een normale seksuele relatie met haar te hebben. Na de PIJ-maatregel heeft hij nog zes maanden een behandeling bij De Waag gehad, woonde begeleid bij stichting Perspektief en liep hij bij Cosa. Daarna is verdachte op zichzelf gaan wonen in Schipluiden. Uit dossierinformatie komt naar voren dat pedofilie en autismespectrumstoornis bij verdachte zijn vastgesteld. Zijn laatste IQ-meting wees op een bovengemiddeld niveau (TIQ 117). Verdachte lijkt vanuit zijn sociaal-emotionele beperking niet in staat om zijn seksuele behoeften in de hand te houden, waarbij er een pedofiele gerichtheid bestaat. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte ook veel afbeeldingen van baby’s had. In een profielomschrijving stond dat hij geïnteresseerd was in meisjes vanaf de geboorte tot 5 jaar.
Behandeling, maar met name externe controle en aldus preventie, gericht op verdachtes pedofiele interesses en het verbeteren van sociale vaardigheden met daarna het toewerken naar een geschikte woonvorm met toezicht en een goede dagbesteding zijn noodzakelijk.
Geadviseerd wordt om een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen. Een TBS met voorwaarden en daarbij een klinische start in bijvoorbeeld een instelling als de FPK Assen met een vervolg plaatsing in een beschermde woonvorm kan het recidiverisico verlagen.
Uit het rapport van de psycholoog komt naar voren dat sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een autismespectrumstoornis en van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type. Hiervan was ook sprake tijdens het tenlastegelegde. Er is geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de geestvermogens.
Mede vanwege zijn autismespectrumstoornis is zijn inlevingsvermogen beperkt en heeft hij te weinig zicht op het proces achter het product van kinderporno. Vanuit zijn autismespectrumstoornis en vermijdende copingstijl heeft hij met zijn behandelaar(s) verder onvoldoende over zijn seksuele problemen gesproken en onvoldoende aan de bel getrokken; hij is doorgegaan met het kijken naar kinderporno. Op basis van de hierboven geschetste ziekelijke stoornissen, waaraan hij ook lijdende was ten tijde van de hem ten laste gelegde feiten, valt te adviseren om deze verdachte – bij bewezen feiten – in verminderde mate toe te rekenen (op de driepuntsschaal). Verdachte heeft een relatief jonge leeftijd. Daarnaast is hij veroordeeld voor seksueel misbruik van zijn minderjarige nichtje en heeft hij erkend ook zijn andere nichtje seksueel te hebben misbruikt. Verder is sprake van non-contact seksuele delicten, namelijk kinderporno. Er is sprake van een matig/hoog recidiverisico.
Gezien zijn interesse in minderjarige meisjes, inadequate oplossingsstrategieën, autismespectrum problematiek en hoge recidiverisico, is behandeling nadrukkelijk geïndiceerd. Met het oog op het feit dat verdachte al langdurig hulpverlening heeft gehad, maar toch is gerecidiveerd, dient een stevig kader te worden gevormd. De psycholoog adviseert, net als de psychiater, om TBS met voorwaarden op te leggen. Verder adviseert hij een langdurige meldplicht en geeft hij in overweging om als voorwaarde de controle op verdachtes internetgebruik te stellen.
De rechtbank is van oordeel dat de rapporten en adviezen van de psychiater en psycholoog op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de bevindingen van de deskundigen deugdelijk gemotiveerd zijn. Op grond daarvan concludeert de rechtbank dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de inhoud van het reclasseringsadvies voorbereiding TBS met voorwaarden (maatregelenrapport) d.d. 13 maart 2018 betreffende verdachte, opgemaakt en getekend door P. Lensen, reclasseringswerker. Daaruit volgt onder meer het volgende.
Naar aanleiding van het advies van de psychiater en psycholoog heeft de reclassering door Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) onderzoek laten doen naar de mogelijkheden voor een klinische plaatsing. Zij hebben de reclassering op vrijdag 9 maart 2018 in kennis gesteld van het feit dat er een zorgtoeleiding is gedaan bij FPK Assen. Er is nog geen informatie bekend over een plaatsingsdatum.
De reclassering adviseert het volgende indien aan verdachte TBS met voorwaarden wordt opgelegd: begeleiding door de reclassering, contact met het behandelteam van geïndiceerde klinische instelling, contact met het sociaal netwerk, contact met de wijkagent (conform het landelijk politieconvenant) en controleren van gegevensdragers (waaronder computer, tablet, smartphone, foto- en videocamera) en afgedrukt materiaal, door de politie. Eens per zes weken zullen er evaluatiegesprekken met de betrokken instanties plaatsvinden om de voortgang rondom en met veroordeelde te bespreken en zo nodig afspraken te maken, dan wel bij te stellen. Wat betreft de gedragsbeïnvloeding zullen de reclassering en de behandelsetting in de gesprekken met verdachte aandacht besteden aan de risicofactoren, zoals emotioneel welzijn, relaties en gedrag- en denkpatronen. Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering brengen tijdens het toezicht iedere drie maanden een voortgangsverslag uit aan de afdeling DIZ van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en aan het Openbaar Ministerie, arrondissement Den Haag, of ieder ander arrondissement waarin hij verblijft.
Verdachte heeft zich ter terechtzitting bereid verklaard tot naleving van de voorgestelde voorwaarden. De reclassering heeft ter terechtzitting aangegeven dat de wachtlijst voor FPK Assen behoorlijk is, maar dat naar een tussenoplossing is gevraagd en dat die er zal komen, zodat verdachte tussen de detentie en een klinische plaatsing niet “naar buiten gaat’. Verder heeft de reclassering aangegeven dat de bijzondere voorwaarde die ziet op het controleren van het internetgebruik van verdachte niet inhoudt dat verdachte in het geheel geen gebruik van het internet mag maken. Tot slot heeft de reclassering ter terechtzitting aangegeven de in haar rapport nog tot uiting gebrachte terughoudendheid ten aanzien van de uitvoerbaarheid van een TBS met voorwaarden niet langer meer te hebben, gelet op het verloop van de zitting en de houding van verdachte nadat de deuren voor behandeling van zijn zaak gesloten waren.
TBS met voorwaarden
Zoals hierboven is weergegeven, is bij verdachte sprake van een ziekelijke stoornis (pedofilie en een autismespectrumstoornis) in de geestvermogens die ook bestond ten tijde van het feit. Op grond daarvan concludeert de rechtbank dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. Verder blijkt uit de rapporten van de psychiater en psycholoog dat zij adviseren om TBS met voorwaarden op te leggen.
TBS met voorwaarden kan, gelet op artikelen 37a, 37b en 38 van het Wetboek van Strafrecht, worden opgelegd indien het een feit betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, danwel het een feit betreft als genoemd in artikel 37a, eerste lid aanhef en onder sub 1, van het Wetboek van Strafrecht, danwel wanneer de veiligheid van anderen, danwel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan het vereiste voor het opleggen van TBS met voorwaarden voldaan, omdat het begane feit een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid aanhef en onder sub 1, van het Wetboek van Strafrecht en bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde feit een ziekelijke stoornis bestond.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank dan ook van oordeel dat aan verdachte moet worden opgelegd een TBS-maatregel met daarbij de voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
De rechtbank zal de TBS-maatregel gemaximeerd opleggen.
Uit artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht volgt dat de duur van de TBS-maatregel met dwangverpleging een periode van vier jaren niet te boven gaat, tenzij sprake is van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit, verwerven en verspreiden van kinderporno. Het gaat niet om het vervaardigen van kinderporno. Het strafbare feit dat verdachte heeft gepleegd, levert op zichzelf, hoe ernstig dergelijke gedrag ook is, geen handelen op dat is gericht tegen of gevaar oplevert voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De op te leggen straf
Gelet op de ernst van het feit, de omstandigheid dat verdachte eerder is veroordeeld en dit feit tijdens de laatste fase van de PIJ-maatregel heeft gepleegd, acht de rechtbank naast de TBS met voorwaarden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank houdt daarbij rekening met de eis van de officier van justitie en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 37a, 38, 38a en 240b van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het bij dagvaarding ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven en/of in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
12(
TWAALF)
MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd gelijk wordt aan de opgelegde gevangenisstraf;
gelast de
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling daaraan de volgende algemene en bijzondere
voorwaarden:
algemene voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat veroordeelde ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
bijzondere voorwaarden:
veroordeelde houdt zich aan de meldplicht, voorschriften en aanwijzingen die zijn en worden gegeven door Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering, ook als het inhoudt het mogelijk maken van huisbezoeken en het raadplegen van referenten;
veroordeelde zorgt ervoor dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
3. veroordeelde werkt mee aan een klinische behandeling bij FPK Assen (GGZ Drenthe) of soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven, ook als dit inhoudt de inname van door de behandelaren voorgeschreven medicatie op de voorgeschreven wijze en controle hierop;
4. veroordeelde werkt mee aan behandel- en begeleidingstrajecten betreffende resocialisatie en nazorg, overeenkomstig de te geven aanwijzingen door de reclassering, ook als dit inhoudt een klinische vervolgbehandeling op lager beveiligingsniveau (FPA of soortgelijke instelling) of ambulante behandeling bij een forensische polikliniek;
5. veroordeelde laat zich na zijn klinische behandeling opnemen in een vorm van begeleid of beschermd wonen, indien dit door de behandelaars en/of reclassering nodig wordt geacht en/of ambulant begeleiden in een door een door de reclassering goedgekeurde en geschikte woonplek;
6. veroordeelde zal niet van verblijfplaats veranderen dan na overleg met en toestemming van zijn behandelaren en de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfsadres, worden vooraf met de reclassering besproken;
7. veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van gedragingen die zijn gericht op het benaderen van internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
8. veroordeelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
9. veroordeelde geeft inzicht in zijn financiën en werkt, indien geïndiceerd, mee aan een financieel begeleidingstraject, ook als dit bewindvoering inhoudt;
10. veroordeelde houdt zich aan de afspraken die met hem worden gemaakt ten aanzien van middelengebruik, ook als dit inhoudt abstinentie en controle op middelengebruik, indien reclassering dat noodzakelijk acht;
11. veroordeelde zal geen omgang hebben met personen die zijn resocialisatie in gevaar (kunnen) brengen en stelt zich open op, inzake het aangaan van nieuwe (partner) relaties of bestaande relaties en heeft geen bezwaar dat deze op ‘gepaste en discrete’ wijze door de reclassering worden gescreend;
12. veroordeelde werkt, in het kader van FPT, in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerde crisissituatie, mee aan een tijdelijke terugplaatsing in de FPK/FPA, ambulante behandeling, noodzakelijke separatie en/of een (tijdelijke) aanpassing van vrijheden. Dit voor de duur van maximaal tweemaal zeven weken;
13. veroordeelde pleegt geen strafbare feiten;
14. veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering tot het opvragen en uitwisselen van informatie aan alle instellingen die zij relevant acht en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding in het kader. Tevens verleent hij zijn medewerking aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier en zal hij meewerken aan de identificatieplicht;
15. veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering en aan zijn begeleiders, dat in geval van ongeoorloofde afwezigheid of calamiteiten en het niet nakomen van bovengenoemde voorwaarden, deze informatie aan alle betrokken partijen gemeld wordt;
16. veroordeelde zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven, tenzij en voor zover hem dit in overleg met het Openbaar Ministerie en de reclassering wordt toegestaan.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.A.M. Veraart, voorzitter,
mr. D.A.C. Koster, rechter,
mr. V.J. de Haan, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koolen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 maart 2018.