6.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
Verdachte heeft in de bewezen verklaarde periode (bijna 2 jaren) een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben, verwerven, aanbieden en verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft een grote hoeveelheid kinderporno in zijn bezit gehad en bekeken. Daarbij ging het vaak om meisjes tussen nul en zes jaar oud en was ook sprake van oraal, vaginaal en anaal penetreren met vinger, penis of voorwerpen. Dat is seksueel zeer vergaand gedrag, mede gelet op de erg jonge leeftijd van de betrokken kinderen. Voor het maken van kinderporno worden kinderen misbruikt. Dat misbruik heeft zeer schadelijke geestelijke en lichamelijke gevolgen voor deze kinderen. In de meest ernstige gevallen zijn zij getraumatiseerd voor het leven. Zolang mensen naar kinderporno kijken, zal het gemaakt blijven worden. Verdachte heeft dus niet alleen door het verwerven, aanbieden en verspreiden, maar ook door het bekijken van de kinderporno meegewerkt aan het in stand houden en bevorderen van het maken van kinderporno. Door het plaatsen van deze afbeeldingen op andere internetomgevingen heeft verdachte er ook voor gezorgd dat meer mensen van deze afbeeldingen kennis konden nemen. Het behoeft geen betoog dat dat zeer kwalijk gedrag is.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 1 juni 2017, waaruit blijkt dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Verdachte is op 29 maart 2011 veroordeeld tot een PIJ-maatregel (ook wel Jeugd TBS genoemd), omdat hij meermalen handelingen heeft gepleegd die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van iemand beneden de leeftijd van 12 jaar. Het ging daarbij om zijn vierjarige nichtje.
Persoon van verdachte
Bijzonder zorgelijk is dat verdachte met het kijken van kinderporno is begonnen aan het einde van zijn PIJ-maatregel. Hij verbleef tot eind maart 2017 in Den Heij-Acker en verspreidde kinderporno vanaf computers van familieleden tijdens onbegeleid verlof. Aansluitend was sprake van begeleid wonen bij Stichting Perspectief en bekeek verdachte op zijn eigen telefoon en laptop grote hoeveelheden kinderporno. Hij heeft zijn behandelaars hierover niet ingelicht. Hij heeft geen hulp gevraagd.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op een Pro Justitia-rapportage d.d. 15 november 2017, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater, en een Pro Justitia-rapportage d.d. 30 november 2017, opgemaakt door dr. R.A.R. Bullens, klinisch psycholoog.
Uit het rapport van de psychiater komt naar voren dat sprake is van een sociaal-emotioneel beperkte jongeman met pedofilie en een autismespectrumstoornis. Dit beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde. Verdachtes zelfcontrole werd beperkt omdat hij zich niet goed kan inleven in anderen. Daarnaast liet hij zich leiden door zijn seksuele behoeftes met een gerichtheid op jonge meisjes. Geadviseerd wordt om verdachte op een driepuntsschaal het feit in een verminderde mate toe te rekenen.
Verdachte heeft aangegeven dat hij vroeger niet misbruikt is en heeft van zijn ouders en op school seksuele voorlichting gehad. Zijn seksuele voorkeur gaat uit naar meisjes tussen de 2 en 6 jaar. Hij weet vanaf zijn 16de dat hij op jonge kinderen valt, maar weet niet hoe dit is ontstaan. Zijn seksuele behoefte is gemiddeld. Bij masturberen gebruikte hij kinderporno of fantaseerde hij over kinderen. In het verleden heeft verdachte seksueel contact met een zeer jong meisje (zijn nichtje van 4 jaar) gehad, waarvoor hij een PIJ-maatregel heeft gekregen. In 2015 heeft hij verklaard dat hij ook het zusje van zijn nichtje, dat toen 1 jaar was, heeft misbruikt. Deze zaak is geseponeerd wegens een recente bestraffing. Sindsdien is hij niet meer aan kinderen gekomen, maar omdat hij toch een interesse erin heeft gehouden, is hij weer op zoek gegaan naar kinderporno. Sinds 9 maanden heeft verdachte een relatie met een volwassen vrouw en hij heeft aangegeven een normale seksuele relatie met haar te hebben. Na de PIJ-maatregel heeft hij nog zes maanden een behandeling bij De Waag gehad, woonde begeleid bij stichting Perspektief en liep hij bij Cosa. Daarna is verdachte op zichzelf gaan wonen in Schipluiden. Uit dossierinformatie komt naar voren dat pedofilie en autismespectrumstoornis bij verdachte zijn vastgesteld. Zijn laatste IQ-meting wees op een bovengemiddeld niveau (TIQ 117). Verdachte lijkt vanuit zijn sociaal-emotionele beperking niet in staat om zijn seksuele behoeften in de hand te houden, waarbij er een pedofiele gerichtheid bestaat. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte ook veel afbeeldingen van baby’s had. In een profielomschrijving stond dat hij geïnteresseerd was in meisjes vanaf de geboorte tot 5 jaar.
Behandeling, maar met name externe controle en aldus preventie, gericht op verdachtes pedofiele interesses en het verbeteren van sociale vaardigheden met daarna het toewerken naar een geschikte woonvorm met toezicht en een goede dagbesteding zijn noodzakelijk.
Geadviseerd wordt om een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen. Een TBS met voorwaarden en daarbij een klinische start in bijvoorbeeld een instelling als de FPK Assen met een vervolg plaatsing in een beschermde woonvorm kan het recidiverisico verlagen.
Uit het rapport van de psycholoog komt naar voren dat sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een autismespectrumstoornis en van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type. Hiervan was ook sprake tijdens het tenlastegelegde. Er is geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de geestvermogens.
Mede vanwege zijn autismespectrumstoornis is zijn inlevingsvermogen beperkt en heeft hij te weinig zicht op het proces achter het product van kinderporno. Vanuit zijn autismespectrumstoornis en vermijdende copingstijl heeft hij met zijn behandelaar(s) verder onvoldoende over zijn seksuele problemen gesproken en onvoldoende aan de bel getrokken; hij is doorgegaan met het kijken naar kinderporno. Op basis van de hierboven geschetste ziekelijke stoornissen, waaraan hij ook lijdende was ten tijde van de hem ten laste gelegde feiten, valt te adviseren om deze verdachte – bij bewezen feiten – in verminderde mate toe te rekenen (op de driepuntsschaal). Verdachte heeft een relatief jonge leeftijd. Daarnaast is hij veroordeeld voor seksueel misbruik van zijn minderjarige nichtje en heeft hij erkend ook zijn andere nichtje seksueel te hebben misbruikt. Verder is sprake van non-contact seksuele delicten, namelijk kinderporno. Er is sprake van een matig/hoog recidiverisico.
Gezien zijn interesse in minderjarige meisjes, inadequate oplossingsstrategieën, autismespectrum problematiek en hoge recidiverisico, is behandeling nadrukkelijk geïndiceerd. Met het oog op het feit dat verdachte al langdurig hulpverlening heeft gehad, maar toch is gerecidiveerd, dient een stevig kader te worden gevormd. De psycholoog adviseert, net als de psychiater, om TBS met voorwaarden op te leggen. Verder adviseert hij een langdurige meldplicht en geeft hij in overweging om als voorwaarde de controle op verdachtes internetgebruik te stellen.
De rechtbank is van oordeel dat de rapporten en adviezen van de psychiater en psycholoog op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de bevindingen van de deskundigen deugdelijk gemotiveerd zijn. Op grond daarvan concludeert de rechtbank dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de inhoud van het reclasseringsadvies voorbereiding TBS met voorwaarden (maatregelenrapport) d.d. 13 maart 2018 betreffende verdachte, opgemaakt en getekend door P. Lensen, reclasseringswerker. Daaruit volgt onder meer het volgende.
Naar aanleiding van het advies van de psychiater en psycholoog heeft de reclassering door Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) onderzoek laten doen naar de mogelijkheden voor een klinische plaatsing. Zij hebben de reclassering op vrijdag 9 maart 2018 in kennis gesteld van het feit dat er een zorgtoeleiding is gedaan bij FPK Assen. Er is nog geen informatie bekend over een plaatsingsdatum.
De reclassering adviseert het volgende indien aan verdachte TBS met voorwaarden wordt opgelegd: begeleiding door de reclassering, contact met het behandelteam van geïndiceerde klinische instelling, contact met het sociaal netwerk, contact met de wijkagent (conform het landelijk politieconvenant) en controleren van gegevensdragers (waaronder computer, tablet, smartphone, foto- en videocamera) en afgedrukt materiaal, door de politie. Eens per zes weken zullen er evaluatiegesprekken met de betrokken instanties plaatsvinden om de voortgang rondom en met veroordeelde te bespreken en zo nodig afspraken te maken, dan wel bij te stellen. Wat betreft de gedragsbeïnvloeding zullen de reclassering en de behandelsetting in de gesprekken met verdachte aandacht besteden aan de risicofactoren, zoals emotioneel welzijn, relaties en gedrag- en denkpatronen. Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering brengen tijdens het toezicht iedere drie maanden een voortgangsverslag uit aan de afdeling DIZ van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en aan het Openbaar Ministerie, arrondissement Den Haag, of ieder ander arrondissement waarin hij verblijft.
Verdachte heeft zich ter terechtzitting bereid verklaard tot naleving van de voorgestelde voorwaarden. De reclassering heeft ter terechtzitting aangegeven dat de wachtlijst voor FPK Assen behoorlijk is, maar dat naar een tussenoplossing is gevraagd en dat die er zal komen, zodat verdachte tussen de detentie en een klinische plaatsing niet “naar buiten gaat’. Verder heeft de reclassering aangegeven dat de bijzondere voorwaarde die ziet op het controleren van het internetgebruik van verdachte niet inhoudt dat verdachte in het geheel geen gebruik van het internet mag maken. Tot slot heeft de reclassering ter terechtzitting aangegeven de in haar rapport nog tot uiting gebrachte terughoudendheid ten aanzien van de uitvoerbaarheid van een TBS met voorwaarden niet langer meer te hebben, gelet op het verloop van de zitting en de houding van verdachte nadat de deuren voor behandeling van zijn zaak gesloten waren.
TBS met voorwaarden
Zoals hierboven is weergegeven, is bij verdachte sprake van een ziekelijke stoornis (pedofilie en een autismespectrumstoornis) in de geestvermogens die ook bestond ten tijde van het feit. Op grond daarvan concludeert de rechtbank dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. Verder blijkt uit de rapporten van de psychiater en psycholoog dat zij adviseren om TBS met voorwaarden op te leggen.
TBS met voorwaarden kan, gelet op artikelen 37a, 37b en 38 van het Wetboek van Strafrecht, worden opgelegd indien het een feit betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, danwel het een feit betreft als genoemd in artikel 37a, eerste lid aanhef en onder sub 1, van het Wetboek van Strafrecht, danwel wanneer de veiligheid van anderen, danwel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan het vereiste voor het opleggen van TBS met voorwaarden voldaan, omdat het begane feit een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid aanhef en onder sub 1, van het Wetboek van Strafrecht en bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde feit een ziekelijke stoornis bestond.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank dan ook van oordeel dat aan verdachte moet worden opgelegd een TBS-maatregel met daarbij de voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
De rechtbank zal de TBS-maatregel gemaximeerd opleggen.
Uit artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht volgt dat de duur van de TBS-maatregel met dwangverpleging een periode van vier jaren niet te boven gaat, tenzij sprake is van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit, verwerven en verspreiden van kinderporno. Het gaat niet om het vervaardigen van kinderporno. Het strafbare feit dat verdachte heeft gepleegd, levert op zichzelf, hoe ernstig dergelijke gedrag ook is, geen handelen op dat is gericht tegen of gevaar oplevert voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De op te leggen straf
Gelet op de ernst van het feit, de omstandigheid dat verdachte eerder is veroordeeld en dit feit tijdens de laatste fase van de PIJ-maatregel heeft gepleegd, acht de rechtbank naast de TBS met voorwaarden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank houdt daarbij rekening met de eis van de officier van justitie en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.