ECLI:NL:RBDHA:2018:3458

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2018
Publicatiedatum
27 maart 2018
Zaaknummer
6691192 EJ VERZ 18-63232
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring voor onderhandse verdeling van nalatenschap van minderjarige erfgenamen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2018 een beschikking gegeven op het verzoek van twee verzoekers, die optreden als wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige kinderen. De verzoekers hebben goedkeuring gevraagd voor de onderhandse verdeling van de nalatenschap van de erflater, die in 2010 is overleden. De minderjarigen zijn erfgenamen in deze nalatenschap, maar kunnen vanwege hun minderjarigheid niet zelfstandig aan de verdeling meewerken. De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 3:183 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de verdeling van de nalatenschap bij notariële akte moet geschieden en goedgekeurd moet worden door de kantonrechter. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van een notariële akte niet in verhouding staan tot de omvang van de nalatenschap en dat de belangen van de minderjarigen voldoende zijn gewaarborgd. Daarom heeft de kantonrechter dispensatie van de vormvoorschriften verleend en goedkeuring gegeven voor de onderhandse verdeling, met de voorwaarde dat de aan de minderjarigen toekomende gelden op een rekening ten name van de afzonderlijke minderjarigen worden gestort. De beschikking is gegeven door mr. A. Emmens en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten door de verzoekers of andere belanghebbenden.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Zittingsplaats 's-Gravenhage
NAV
Zaaknr.: 6691192 EJ VERZ 18-63232
26 maart 2018
Beschikking van de kantonrechter op het verzoek van:

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
gemachtigde: C.W.N. Paulusma (Notariskantoor Vermeul).
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers (ouders) van de minderjarigen:

1.[minderjarige 1] ,geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats] ,

2.
[minderjarige 2] ,geboren op [geboortedag] 2008 te [geboorteplaats] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen: de minderjarigen,
erfgenamen in de nalatenschap van:
[erflater] ,geboren op [geboortedag] 1946 te Rotterdam, overleden op [overlijdensdag] 2010
te Spijkenisse, laatst gewoond hebbende te Hellevoetsluis, hierna ook te noemen: erflater.
Procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen, inkomen ter griffie op 1 maart 2018.
Beoordeling
Verzoekers verzoeken de kantonrechter om op grond van het bepaalde in artikel 3:183 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek goedkeuring te verlenen voor de onderhandse verdeling van de nalatenschap van erflater conform de bij het verzoekschrift gevoegde staat van ontvangsten en uitgaven. Uit dat stuk blijkt dat twee van de vijf erfgenamen minderjarig zijn. Omdat zij daardoor het vrije beheer over hun goederen missen, kunnen zij ook niet zelfstandig aan de verdeling van de nalatenschap meewerken. Voormeld artikel bepaalt dat in een geval als de onderhavige de verdeling geschiedt bij notariële akte en moet worden goedgekeurd door de kantonrechter die bevoegd is de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarigen die het vrije beheer over hun goederen missen tot beschikkingshandelingen te machtigen. De kantonrechter kan dispensatie van de vormvoorschriften verlenen.
De kantonrechter zal het verzoek bedoelde dispensatie te verlenen toewijzen. Vast staat immers dat het erfdeel van de minderjarigen relatief klein is en de kosten van een notariële akte niet in verhouding staan tot de omvang van de nalatenschap. Ook is niet gebleken dat de belangen van de minderjarige bij de voorgestelde wijze van verdeling onvoldoende zijn gewaarborgd.
De gevraagde goedkeuring voor de onderhandse verdeling van de nalatenschap als bedoeld in artikel 3:183 lid 2 BW kan dan ook worden verleend, echter onder de voorwaarde dat de aan ieder van de minderjarigen uit te keren gelden worden gestort op een rekening ten name van de afzonderlijke minderjarigen.
Beslissing
De kantonrechter:
verleent dispensatie van de vormvoorschriften als bedoeld in artikel 1:183 lid 2 van
het Burgerlijk Wetboek;
verleent goedkeuring voor de onderhandse verdeling van de nalatenschap conform
aangehechte staat van ontvangsten en uitgaven, zulks onder de voorwaarde dat het
aan ieder van de minderjarigen toekomende erfdeel wordt gestort op een rekening
ten name van de afzonderlijke minderjarigen;
3 wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het Gerechtshof te Den Haag hoger beroep worden ingesteld:
a door de verzoeker en door de in de procedure verschenen belanghebbenden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
b door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden