ECLI:NL:RBDHA:2018:3248
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing sollicitatie en tijdelijke werkzaamheden binnen gemeentelijke reorganisatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, werkzaam bij de gemeente Westland, en het college van burgemeester en wethouders van Westland. Eiser, die sinds 2004 in dienst is bij de gemeente, heeft in 2011 de functie van [functie 1] bekleed. Na een reorganisatie heeft hij gesolliciteerd naar de functie van [functie 2], maar zijn sollicitatie is afgewezen. Eiser heeft aangevoerd dat de besluitvorming niet transparant was en dat zijn lange staat van dienst niet in aanmerking is genomen. Hij betwist de geschiktheidseisen die aan hem zijn gesteld en stelt dat er geen onafhankelijk assessment heeft plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt dat het bestuursorgaan beoordelingsvrijheid heeft in sollicitatieprocedures en dat de rechter terughoudend moet toetsen of het bestuursorgaan in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. De rechtbank concludeert dat de selectieprocedure zorgvuldig is verlopen en dat de afwijzing van de sollicitatie van eiser terecht is. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zich verzet tegen de tijdelijke werkzaamheden die hem zijn opgedragen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.