ECLI:NL:RBDHA:2018:3145
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de bosbouwvrijstelling op de verkoop van snoeisel van venijnbomen ten behoeve van de farmaceutische industrie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2018 uitspraak gedaan over de toepassing van de bosbouwvrijstelling op de winst die eiseres behaalt met de verkoop van snoeisel van venijnbomen (Taxus Baccata) voor de farmaceutische industrie. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. G. Barendregt, had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen vennootschapsbelasting voor de boekjaren 2012 en 2013, waarbij de bosbouwvrijstelling ten onrechte was geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de venijnbomen, ondanks dat ze door snoei niet tot volle wasdom komen, nog steeds als bos kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat aan de instandhoudingseis was voldaan, omdat de planten gedurende 30 tot 50 jaar worden gebruikt en bij uitval opnieuw worden aangeplant. De beroepen van eiseres werden gegrond verklaard, de aanslagen vennootschapsbelasting voor 2012 en 2013 werden verminderd, en de rechtbank veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1500. Tevens werd het betaalde griffierecht in zaak SGR 17/7386 aan eiseres vergoed.