ECLI:NL:RBDHA:2018:3094

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2018
Publicatiedatum
16 maart 2018
Zaaknummer
C-09-516591-HA ZA 16-977
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over nakoming en schadevergoeding in verband met de overeenkomst voor het CCI-platform tussen BrightContact Technology B.V. en de Belastingdienst

In deze bodemzaak, uitgesproken op 14 maart 2018 door de Rechtbank Den Haag, staat de rechtsverhouding tussen BrightContact Technology B.V. en de Belastingdienst centraal. BrightContact, eiseres, heeft de Belastingdienst, gedaagde, aangeklaagd wegens toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst betreffende het CCI-platform. De procedure begon met een dagvaarding op 9 augustus 2016, gevolgd door diverse processtukken en een comparitie van partijen op 21 november 2017. De Belastingdienst had in 2014 besloten het beheer van het CCI-platform onder eigen verantwoordelijkheid uit te voeren en startte een aanbesteding. BrightContact was een van de inschrijvers en kreeg de opdracht gegund. Echter, er ontstonden geschillen over de aanwezigheid van CCI-specialisten en de betaling van facturen. BrightContact vorderde onder andere schadevergoeding en nakoming van contractuele verplichtingen. De rechtbank oordeelde dat BrightContact tekortgeschoten was in haar verplichtingen, met name in de fysieke aanwezigheid van CCI-specialisten, en dat de Belastingdienst recht had op een effectiviteitskorting op de facturen. De vorderingen van BrightContact werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Belastingdienst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/516591 / HA ZA 16-977
Vonnis van 14 maart 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRIGHTCONTACT TECHNOLOGY B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. M.H. Hamberg te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
(ministerie van Financiën / Belastingdienst)
zetelende te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. J.L. Naves te Den Haag.
Partijen zullen hierna BrightContact en de Belastingdienst genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 augustus 2016 met de producties 1 tot en met 31;
  • de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 10;
  • het tussenvonnis van 23 november 2016 waarin een comparitie is bevolen;
  • de akte overlegging producties tevens akte tot aanvulling grondslag eis en eisvermindering van de zijde van BrightContact met de producties 32 tot en met 41;
  • de akte overlegging producties van de zijde van de Belastingdienst met de producties 11 en 12;
  • het proces-verbaal van de op 21 november 2017 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
Het proces-verbaal van comparitie is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Zij zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen van feitelijke aard op de verslaglegging kenbaar te maken. BrightContact heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en haar brief van 18 januari 2018 is aan het dossier toegevoegd. Van de zijde van de Staat zijn geen opmerkingen gemaakt op de inhoud van het proces-verbaal.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
De Belastingdienst exploiteert een drietal callcenters waarvan de BelastingTelefoon de belangrijkste is. Voor de callcenters wordt gebruik gemaakt van de Contact Center Infrastructuur (hierna: het CCI-platform). Het CCI-platform bestaat voor het grootste deel uit software van de leverancier Genesys.
2.2.
Tot en met 2014 had de Belastingdienst het CCI-platform geheel uitbesteed aan KPN. Tot en met 2014 werden zowel eigen personeel van de Belastingdienst als ingehuurde externe CCI-specialisten ingezet in een gezamenlijk team (hierna: het CCI-team). Sinds 2005 maken CCI-specialisten van BrightContact door tussenkomst van KPN deel uit van het CCI-team.
2.3.
In 2014 heeft de Belastingdienst besloten het beheer en het onderhoud van het CCI-platform onder eigen verantwoordelijkheid uit te voeren. Voor de inzet van de ingehuurde externen is de Belastingdienst in mei 2014 gestart met een openbare Europese aanbesteding onder de naam ‘Levering CCI-Specialist(en) en Support 2014’ (hierna: de Aanbesteding). In het kader van de Aanbesteding heeft de Belastingdienst onder meer een beschrijvend document (hierna: het Beschrijvend Document) opgesteld waarin het doel, de omvang en nadere specificaties van de Aanbesteding beschreven zijn. De volgende diensten zijn onderwerp van de Aanbesteding geweest: (I) een permanente uitbreiding van het CCI-team met 120 uur per week aan CCI-specialisten (de zogenaamde vaste
pool); (II) een dynamische
poolvan CCI-specialisten ter ondersteuning bij korte periodes van grote drukte; (III) levering van supportcontracten en uitbreiding van licenties betrekking hebbende op de bestaande functionaliteit van het CCI-platform; en (IV) levering van supportcontracten en licenties met betrekking tot in productie genomen nieuwe functionaliteiten van het CCI-platform.
2.4.
In het Beschrijvend Document is in paragraaf 4.3.3 de volgende eis ten aanzien van de beschikbaarheid van (de pool van) CCI-specialisten opgenomen:

Eis 28. Ook in geval van een pool samenstelling is gedurende kantooruren van maandag tot en met vrijdag minimaal één CCI-Specialist on-site bij het CCI-team van de Belastingdienst op kantoor in Apeldoorn en is werken op afstand met daartoe over een te komen ICT middelen toegestaan.’
In bijlage 1 bij het Beschrijvend Document is onder 1.12 het begrip beschikbaarheid nader gedefinieerd:

Beschikbaar(heid): de mate en/of tijd (inzetbaarheid) waarin de te leveren Competenties van de CCI-Specialist(en) (al dan niet via een pool) Beschikbaar dient te zijn op basis van een resultaatsverplichting. In paragraaf 4.3.3. van het Beschrijvend Document wordt dit nader omschreven. De eventueel genoemde termijnen in deze paragraaf zijn fatale termijnen, tenzij anders overeengekomen.
2.5.
BrightContact heeft met twee andere inschrijvers ingeschreven op de Aanbesteding en alle in het kader van de Aanbesteding opgestelde documenten ontvangen. BrightContact en de andere inschrijvers hebben de gelegenheid gehad om vragen te stellen aan de Belastingdienst over de Aanbesteding. BrightContact heeft onder meer gevraagd of CCI-specialisten vanuit het buitenland mogen werken. Op 3 juli 2014 heeft de Belastingdienst deze vraag in een nota van inlichtingen (hierna: de Nota van Inlichtingen) als volgt beantwoord:

CCI specialisten mogen remote werken indien de werkzaamheden dit toestaan. Dit ter beoordeling van de team manager van het CCI team. Belastingdienst is van mening dat regelmatige on-site aanwezigheid van alle CCI-Specialisten uit de pool noodzakelijk is. Aanbieder dient er hierom vanuit te gaan dat de 120 uur on site geleverd wordt. Indien de werkzaamheden dit toelaten zal de mate waarin remote gewerkt wordt per CCI specialist worden bepaald en vastgelegd worden in het Inzetplan. Ten aanzien van remote werken in het buitenland zal Belastingdienst bij ieder verzoek daartoe een risico afweging maken met als mogelijke uitkomst dat remote werken in het buitenland niet toegestaan wordt.’
2.6.
Naar aanleiding van de inschrijving van BrightContact heeft de Belastingdienst bij e-mailbericht van 11 juli 2014 BrightContact nog navolgende vraag gesteld:

U biedt via onderaannemer GCTI Professional Hungary Kft. CCI-Specialisten aan. I.v.m. opgedane ervaringen wil de Belastingdienst bevestigd hebben van u als hoofdaannemer dat zij voldoen aan eis 28 met inbegrip van de verzwaring van deze eis in de nota van Inlichtingen vraag nummer 4. Gelieve tekst en uitleg over de inzet van deze CCI-Specialisten betreffende het on-site werken.
(…)
2.7.
Bij brief van 14 juli 2014 heeft BrightContact het navolgende antwoord gegeven:
Beantwoording vraag 2:
Bevestiging BrightContact eis 28

BrightContact bevestigt:
  • dat de aangeboden CCI-Specialisten voldoen aan de door de Belastingdienst opgestelde eis 28 met inbegrip van de verzwaring van deze eis in de Nota van Inlichtingen
  • de door u aangegeven regelmatige on-site aanwezigheid van alle CCI-Specialisten uit de pool. BrightContact zal hierom vanuit gaan de 120 uur on-site te leveren.
(…)
BrightContact heeft, zoals de Belastingdienst heeft gesteld in eis 28, dan ook in het geval van een pool samenstelling gedurende kantooruren van maandag tot en met vrijdag minimaal één CCI-Specialist on-site bij het CCI-team van de Belastingdienst op kantoor in Apeldoorn waarbij werken op afstand met de daartoe overeen te komen ICT middelen is toegestaan.
Daarnaast zal BrightContact, zoals aangegeven door de Belastingdienst in de Nota van Inlichtingen (antwoord op vraag 4), de CCI-Specialisten (volgens eis 28) remote kunnen laten werken indien de werkzaamheden dit toestaan. Dit ter beoordeling van de CCI-team manager van de Belastingdienst. BrightContact confirmeert dat alle CCI-Specialisten uit de pool regelmatig on-site aanwezig zijn. BrightContact zal hierom vanuit gaan de 120 uur on-site te leveren.’
2.8.
Op 22 juli 2014 is de opdracht aan BrightContact gegund.
2.9.
Op 24 september 2014 hebben de Belastingdienst en BrightContact een overeenkomst tot ‘het leveren van Diensten ten behoeve van voortbrenging, Beheer, Onderhoud en Exploitatie door Opdrachtgever [rb: de Belastingdienst] van het CCI Platform’ (hierna: de Overeenkomst) gesloten. De ingangsdatum van de Overeenkomst is 12 december 2014 en de Overeenkomst heeft een looptijd van drie jaren.
2.10.
De Overeenkomst bevat de volgende, voor de beoordeling relevante, bepalingen:

10.1 M2 B/CIE/Teammanager van Opdrachtgever bericht Wederpartij zijn Bevindingen als er sprake is van een situatie dat de geleverde CCI-Specialisten niet langer voldoen aan de vereiste Competentie(s), Beschikbaarheid en of andere voorwaarden overeengekomen in het Inzetplan.
(…)
10.1
Opdrachtgever is in een situatie zoals bedoeld in 10.1 bevoegd de daarbij horende vergoedingen (…) voor de Bevindingen midden en/of zwaar, evenredig de duur van de tekortkoming(en) in mindering te brengen op de te betalen factuur van dat onderdeel van de Diensten en/of gehele goedkeuring te onthouden.
10.11
Een eventuele vermindering zoals bedoeld in het vorige lid wordt respectievelijk uitgedrukt in de volgende percentages 10 % en 25 % van het uurtarief van de CCI-Specialist(en) en wordt vastgesteld al naar gelang de aard en de ernst van de tekortkoming in de vereiste Competenties en Beschikbaarheid door middel van de respectievelijke kwalificatie(s) middel of zwaar.
(…)
16.3
De Partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichting(en) is tegenover de andere partij aansprakelijk voor vergoeding van de door de andere partij geleden c.q. te lijden schade.
(…)
16.1
De in Artikel 16.3 bedoelde aansprakelijkheid voor gevolgschade is uitgesloten. Onder gevolgschade wordt verstaan:

winst- en omzetderving;

kosten gemaakt ter beperking of vaststelling van gevolgschade.’
2.11.
Reeds vanaf de aanvang van de uitvoering van de Overeenkomst bestaat tussen partijen een verschil van inzicht over de reikwijdte en strekking van bepalingen uit de Overeenkomst. In december 2014 en januari 2015 hebben partijen veelvuldig (door tussenkomst van een advocaat) gecorrespondeerd en (telefonisch) overleg gevoerd over de
on siteaanwezigheid van de CCI-specialisten.
2.12.
De Belastingdienst heeft van de facturen over de maand december 2014 en de maand januari 2015 een bedrag van € 14.994,99 onbetaald gelaten.
2.13.
Ten tijde van de comparitie op 21 november 2017 waren partijen in onderhandeling over een verlenging van de Overeenkomst waarvan de looptijd immers op 12 december 2017 zou verstrijken.

3.Het geschil

3.1.
BrightContact vordert – na eisvermindering – samengevat:
  • i) te verklaren voor recht dat de Belastingdienst toerekenbaar tekort is geschoten en nog altijd toerekenbaar tekort schiet in een aantal verplichtingen onder de Overeenkomst;
  • ii) de Belastingdienst te veroordelen tot betaling aan BrightContact van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
  • iii) de Belastingdienst te veroordelen om als voorschot op de nader bij staat op te maken schadevergoeding te betalen een bedrag van € 209.115,20;
  • iv) te bevelen dat de Belastingdienst nader in de dagvaarding omschreven contractuele verplichtingen onder de Overeenkomst dient na te komen;
  • v) de Belastingdienst te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 14.994,99 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
  • vi) veroordeling van de Belastingdienst tot betaling van de kosten van dit geding.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft BrightContact aangevoerd dat de Belastingdienst toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen onder de Overeenkomst omdat hij: (1) in strijd met de redelijkheid en billijkheid en zonder deugdelijke onderbouwing heeft verlangd dat CCI-specialisten in de vaste
poolcontinue
on siteaanwezig zijn; (2) zonder eerst uitvraag bij BrightContact te doen externe CCI-specialisten en consultants van de fabrieken Genesys en Ideal Systems op het CCI-platform heeft ingezet; (3) zonder eerst uitvraag bij BrightContact te doen bij een derde nieuwe licenties en support voor Genesys Speechstorm heeft verworven; (4) onder protest de verwerving van nieuwe licenties en support onder de Genesys Voucher dan wel support over andere uitbreidingen op het CCI-platform via BrightContact heeft verworven; en (5) zonder een eerste uitvraag bij BrightContact bij derden (nieuwe) licenties en support ter zake het CCI-platform heeft uitgevraagd en aangeschaft.
3.3.
De Belastingdienst voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.
Tussen partijen is een geschil gerezen over de inhoud en reikwijdte van een aantal verplichtingen in de Overeenkomst. BrightContact stelt zich op het standpunt dat de Belastingdienst toerekenbaar tekort geschoten is en nog steeds tekort schiet in de nakoming van haar verplichtingen onder de Overeenkomst. BrightContact vordert een (nader bij staat op te maken) schadevergoeding voor door haar geleden schade en een bevel dat de Belastingdienst zijn verplichtingen onder de Overeenkomst nakomt. Tevens vordert zij betaling van het resterende deel van een tweetal openstaande facturen. De rechtbank zal eerst de openstaande facturen beoordelen en vervolgens de gevorderde schadevergoeding en nakoming.
Betaling facturen december 2014 en januari 2015
4.2.
BrightContact vordert betaling van de openstaande bedragen op de facturen voor de werkzaamheden in de maanden december 2014 en januari 2015. De Belastingdienst heeft deze facturen voor een bedrag van € 14.994,99 onbetaald gelaten omdat (i) BrightContact werkzaamheden heeft gedeclareerd waarvan niet is aangetoond dat deze verricht zijn, (ii) de Belastingdienst toepassing gegeven heeft aan de effectiviteitskorting en (iii) de Belastingdienst een schadebedrag verrekend heeft met de gefactureerde bedragen.
Ad (i)
4.3.
De Belastingdienst heeft een deel van de facturen over de maanden december 2014 (€ 592 (exclusief btw)) en januari 2015 (€ 2.960 (exclusief btw)) onbetaald gelaten omdat niet gebleken is dat de CCI-specialisten tijdens de gefactureerde uren ook daadwerkelijk werkzaamheden hebben verricht. De Belastingdienst heeft aangevoerd dat betreffende CCI-specialisten in deze periode niet
on siteaanwezig waren en ook niet gebleken is dat zij waren ingelogd. De Belastingdienst heeft in de conclusie van antwoord inzichtelijk gemaakt hoeveel uren BrightContact teveel in rekening gebracht heeft. Het had gezien deze gemotiveerde betwisting op de weg van BrightContact gelegen om de juistheid van haar facturen nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door gedetailleerde (door de Belastingdienst geaccordeerde) urenstaten in het geding te brengen of, in het geval dat op afstand gewerkt wordt, een digitaal logboek. BrightContact heeft dit nagelaten, zodat dit onderdeel bij gebrek aan voldoende onderbouwing wordt afgewezen.
Ad (ii)
4.4.
De Belastingdienst heeft de kortingsregeling, zoals nader bepaald in de artikelen 10.10 en 10.11 van Overeenkomst (hierna: de effectiviteitskorting), toegepast op de facturen over de maanden december 2014 en januari 2015 omdat de CCI-specialisten in strijd met de Overeenkomst niet aanwezig waren dan wel op afstand (
remote) hebben gewerkt. Op de factuur over de maand december 2014 heeft de Belastingdienst een effectiviteitskorting van 25 procent (€ 3.172,75) toegepast en op de factuur over de maand januari 2015 een effectiviteitskorting van 10 procent (€ 3.231,70). BrightContact heeft zich op het standpunt gesteld dat de Belastingdienst de effectiviteitskorting ten onrechte heeft toegepast.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.5.
De vraag of de CCI-specialisten fysiek aanwezig (
on site) moeten zijn, is uitvoerig aan de orde geweest in de aanbestedingsprocedure. Eis 28, opgenomen in het Beschrijvend Document, schrijft voor dat altijd één CCI-Specialist tijdens kantooruren aanwezig dient te zijn en dat werken op afstand is toegestaan. De Belastingdienst heeft in de Nota van Inlichtingen de eis ten aanzien van de fysieke aanwezigheid van de CCI-specialisten verzwaard. Het uitgangspunt is dat de CCI-specialisten hun werkzaamheden
on sitedienen te verrichten. Alleen als de werkzaamheden het toestaan dan kunnen de werkzaamheden op afstand worden uitgevoerd. Het is aan de teammanager van het CCI-team om hierover te beslissen. BrightContact heeft zich op 14 juli 2014 geconformeerd aan deze verzwaarde eis. Uit het voorgaande volgt dan ook dat partijen zijn overeengekomen dat de CCI-specialisten in beginsel 120 uur per week
on siteaanwezig dienen te zijn.
4.6.
De Belastingdienst heeft op goede gronden mogen verlangen dat de CCI-specialisten in december 2014 en januari 2015 hun werkzaamheden
on siteuitvoerden. Overwogen wordt dat partijen zijn overeengekomen dat de CCI-specialisten in beginsel 120 uur per week
on siteaanwezig moeten zijn. De reden voor de verzwaring van de aanwezigheidseis is dat de Belastingdienst onder de oude situatie slechte ervaringen had met werken op afstand. BrightContact was bekend met deze verzwaarde eis en heeft deze op 14 juli 2014 ook onderschreven. Uit deze verzwaarde eis heeft BrightContact kunnen opmaken dat de Belastingdienst, anders dan onder de oude situatie, grote waarde hechtte aan de fysieke aanwezigheid van de CCI-specialisten. Tegen deze achtergrond is het niet onredelijk dat de Belastingdienst bij de aanvang van de looptijd van de Overeenkomst heeft vastgehouden aan de aanwezigheidseis. Het had op de weg van BrightContact gelegen om haar personeel respectievelijk onderaannemer(s) zo in te roosteren dat zij aan de aanwezigheidseis kon voldoen. Door geen CCI-specialisten
on sitete leveren heeft BrightContact haar verplichtingen onder de Overeenkomst geschonden.
4.7.
De artikelen 10.10 en 10.11 van de Overeenkomst geven de Belastingdienst het recht een effectiviteitskorting toe te passen in het geval zich een situatie voordoet dat CCI-specialisten niet beschikbaar zijn. Hiervan is ook sprake als de (verzwaarde) eis 28 geschonden wordt. De verzwaarde eis ten aanzien van de aanwezigheid (eis 28) is onderdeel van paragraaf 4.3.3 van het Beschrijvend Document. Termijnen vermeld in deze paragraaf zijn fatale termijnen, zo blijkt uit de bijlage bij het Beschrijvend Document, waarnaar in artikel 10.1 van de Overeenkomst verwezen wordt. Dat betekent dat het verzuim automatisch en zonder ingebrekestelling intreedt.
4.8.
Het staat onweersproken vast dat in de periode voorafgaand aan de looptijd van de Overeenkomst en in december 2014 en januari 2015 veelvuldig overleg heeft plaatsgevonden tussen partijen over de inzet van de CCI-specialisten. Uit dit overleg had BrightContact voldoende kunnen opmaken op welke momenten inzet van de CCI-specialisten verlangd werd. Niet gebleken is dat de Belastingdienst BrightContact vervolgens verhinderd heeft haar verplichtingen na te komen. Van schuldeisersverzuim is derhalve geen sprake.
4.9.
Uit voorgaande rechtsoverwegingen volgt dat in december 2014 en januari 2015 op meerdere momenten geen CCI-specialisten
on siteaanwezig waren. Hiermee heeft BrightContact de aanwezigheidsplicht onder de Overeenkomst geschonden. Artikel 10.10 geeft de Belastingdienst in een dergelijk geval het recht om naar eigen inzicht een effectiviteitskorting van 10 procent of 25 procent op te leggen. Ter zitting heeft BrightContact aangevoerd dat de effectiviteitskorting niet over de gehele factuur, maar over de uren dat
remotegewerkt is moet worden berekend. Deze stelling is echter onvoldoende onderbouwd nu BrightContact verzuimd heeft te specificeren tot welk concreet resultaat deze berekening leidt. De rechtbank gaat derhalve voorbij aan deze stelling.
4.10.
De rechtbank concludeert dan ook dat de Belastingdienst op goede gronden de effectiviteitskorting in mindering heeft gebracht op de facturen, zodat ook dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen.
Ad (iii)
4.11.
De Belastingdienst heeft aangevoerd dat hij vanwege het tekortschieten van BrightContact bij een externe partij een CCI-specialist, die andere werkzaamheden uitvoerde voor de Belastingdienst, 24 uur extra heeft moeten inhuren tegen een uurtarief van € 101,50. In totaal heeft de Belastingdienst € 2.947,68 (inclusief btw) aan extra kosten moeten maken. De hoogte van deze kosten zijn bij conclusie van antwoord voldoende onderbouwd. BrightContact heeft vervolgens niets aangevoerd dat tot een andere conclusie moet leiden. Nu BrightContact toerekenbaar tekort geschoten is op de hiervoor omschreven wijze, dient zij op grond van artikel 16.3 van de Overeenkomst de door de Belastingdienst geleden schade te vergoeden. De Belastingdienst heeft op goede gronden de kosten voor het inhuren van een externe partij met de facturen verrekend.
Schadevergoeding
4.12.
BrightContact maakt in deze procedure aanspraak op een schadevergoeding.
De Belastingdienst heeft aangevoerd dat de vordering van BrightContact in onderhavige procedure strekt tot een vergoeding van de misgelopen winst. In artikel 16.10 van de Overeenkomst is opgenomen dat gevolgschade, waaronder met zoveel woorden winst- en omzetderving alsmede kosten gemaakt ter beperking of vaststelling van gevolgschade wordt verstaan, is uitgesloten van aansprakelijkheid, aldus de Belastingdienst. Nu in het geval van een succesvol beroep op deze exoneratie een toewijzing van een schadevergoeding in de schadestaatprocedure in de weg staat, ook in het geval er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de Belastingdienst, zal de rechtbank dit verweer eerst beoordelen.
4.13.
BrightContact heeft aangevoerd dat zij geen vergoeding van de gevolgschade gevorderd heeft, maar een vergoeding van directe schade. Onder de randnummers 133, 134 en 135 van de dagvaarding heeft BrightContact de door haar gevorderde schade onderbouwd. Deze schade bestaat in de eerste plaats uit gederfde omzet in verband met de inzet van vier CCI-specialisten en gederfde omzet in verband met de inzet van consultants van Ideal Systems. Deze schade wordt door BrightContact begroot op een bedrag van
€ 209.115,20. Het gevorderde voorschot heeft betrekking op deze schadepost. Verder heeft BrightContact aangevoerd dat zij marges is misgelopen omdat een andere leverancier Genesys Speechstorm en consultants heeft geleverd en de Belastingdienst gebrek aan flexibiliteit heeft getoond ter zake de inzet van CCI-specialisten. Deze gemiste winst respectievelijk omzet is thans nog niet te concretiseren. Verder heeft BrightContact aangevoerd dat zij kosten heeft moeten maken voor “de besturing van het conflict”, juridische kosten heeft gemaakt alsmede imagoschade heeft geleden. Voor deze schadeposten vordert BrightContact een verwijzing naar de schadestaatprocedure.
4.14.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van BrightContact betrekking heeft op gemiste omzet respectievelijk winst dan wel een vergoeding van de kosten ter beperking of vaststelling van deze schade (“besturingskosten” en juridische kosten). Deze schadeposten zijn aan te merken als gevolgschade als bedoeld in artikel 16.10 van de Overeenkomst zodat de gestelde schade onder de reikwijdte van de exoneratie valt. Zelfs indien een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de Belastingdienst in rechte komt vast te staan, dan kan die vaststelling niet leiden tot een toewijzing van het gevorderde in de schadestaatprocedure of een voorschotbetaling daarop. Ten aanzien van de gestelde imagoschade overweegt de rechtbank dat deze op geen enkele wijze is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. Voor een verwijzing naar een schadestaat dient aannemelijk te zijn dat er sprake is van enige schade. Nu de imagoschade niet aannemelijk gemaakt is, kan om die reden geen verwijzing naar de schadestaatprocedure plaatsvinden.
4.15.
Verder heeft BrightContact aangevoerd dat het opnemen van een exoneratie ten aanzien van een kernverplichting die een volledige uitholling van de prestatie betekent op grond van artikel 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank overweegt dat het partijen in beginsel vrij staat om hun aansprakelijkheden te beperken of zelfs in het geheel uit te sluiten. Onder omstandigheden kan de exoneratie van een kernverplichting niet van toepassing zijn voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Anders dan BrightContact meent, kan uit de wet en jurisprudentie echter geen algemene rechtsregel worden afgeleid dat er nooit plaats is voor een exoneratie bij een schending van een kernverplichting, zeker niet bij een overeenkomst tussen professionele partijen, zoals in onderhavige zaak het geval is. Dit is mogelijk anders indien BrightContact geen andere remedies ter beschikking staan om zich te beschermen tegen een wanprestatie van de Belastingdienst of in het geval zich bijzondere omstandigheden voordoen. Gesteld noch gebleken is dat BrightContact geen andere remedies ter beschikking staan, althans hebben gestaan, om zich tegen wanprestatie van de Belastingdienst te beschermen en ook heeft zij geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat juist in onderhavig geval een beroep op de exoneratie-clausule uit artikel 16.10 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit brengt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat het beroep op artikel 6:248 lid 2 BW niet slaagt en de exoneratie haar volledige werking heeft.
Nakoming
4.16.
BrightContact heeft tevens nakoming van de Overeenkomst gevorderd.
De rechtbank stelt voorop dat volkomen helder dient te zijn van welke verplichting(en) nakoming gevorderd wordt, onder meer om bij een eventuele toewijzing executiegeschillen te voorkomen. De vordering van BrightContact voldoet niet aan deze eis. Uit het petitum en het lichaam van de dagvaarding wordt niet duidelijk van welke specifieke verplichtingen BrightContact nakoming wenst. De verwijzing in het petitum naar randnummer 128 van de dagvaarding is in ieder geval zinledig. BrightContact heeft hierover op de zitting ook geen helderheid geschapen, ondanks de stelling van de Belastingdienst in de conclusie van antwoord dat er sprake is van een onjuiste verwijzing.
4.17.
Verder volgt uit hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd dat zij in november 2017 in onderhandeling waren over een verlenging van de Overeenkomst ter overbrugging van de periode die nodig is om de werkzaamheden opnieuw aan te besteden. Onderwerp van onderhandeling was onder andere een prijsverhoging, nieuwe functionaliteiten en het verlagen van de inzet van de vaste pool tot tachtig uur per week. Inmiddels is de einddatum van de Overeenkomst verstreken en staat niet vast of partijen overeenstemming hebben bereikt over een verlenging. Indien geen overeenstemming bereikt is dan betekent dit dat de Overeenkomst beëindigd is en BrightContact verder geen belang meer heeft bij haar vordering tot nakoming van Overeenkomst. In het geval partijen wél overeenstemming hebben bereikt, dan volgt uit het voorgaande dat de contractuele relatie waarschijnlijk onder (wezenlijk) andere voorwaarden wordt gecontinueerd en dat tussen partijen een op wezenlijke punten nieuwe overeenkomst tot stand gekomen is. In dat geval is geen sprake van een continuering van de Overeenkomst. BrightContact heeft onvoldoende geconcretiseerd welk belang zij in dat geval nog heeft bij haar nakomingsvordering.
Verklaring voor recht toerekenbare tekortkoming
4.18.
Nu de vordering om voornoemde redenen nooit kan leiden tot een vergoeding van de schade (nader op te maken bij staat) en BrightContact geen belang heeft bij haar nakomingsvordering, heeft BrightContact ook geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht dat er sprake is van toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de Belastingdienst. De rechtbank zal dit onderdeel van de vordering verder onbesproken laten en wegens gebrek aan voldoende belang afwijzen.
Proceskosten
4.19.
BrightContact zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Belastingdienst worden begroot op:
- griffierecht € 3.903,00
- salaris advocaat €
4.000,00(2,0 punt × tarief IV (€ 2.000,00))
Totaal € 7.903,00
4.20.
Voor veroordeling in de gevorderde nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt BrightContact in de proceskosten, aan de zijde van de Belastingdienst tot op heden begroot op € 7.903,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.R. Glass, mr. R.C. Hartendorp en mr. T.J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2018.