ECLI:NL:RBDHA:2018:2881
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning en herziening van kinderopvangtoeslag in relatie tot de woonplaats van de echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van kinderopvangtoeslag aan eiseres. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve vaststelling van de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2015, die op nihil was vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de echtgenoot van eiseres, die in Marokko woonde, niet voldeed aan de wettelijke voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag. Eiseres had aangevoerd dat de kinderopvang noodzakelijk was omdat haar echtgenoot ongewenst was verklaard en dat zij afhankelijk was van de toeslag om te kunnen werken en haar echtgenoot naar Nederland te laten komen. De rechtbank verwierp dit beroep, omdat de regelgeving dwingend was en geen ruimte liet voor uitzonderingen. De rechtbank stelde vast dat eiseres haar aanvraag als alleenstaande had ingediend, terwijl zij gehuwd was, en dat de echtgenoot als toeslagpartner moest worden aangemerkt. Hierdoor voldeed zij niet aan de voorwaarden van de wet. De rechtbank concludeerde dat er geen recht op kinderopvangtoeslag bestond en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager voor de juistheid van de verstrekte informatie en het ontbreken van een gerechtvaardigd vertrouwen op de juistheid van het voorschot.