ECLI:NL:RBDHA:2018:1921
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten van waterlekkage door achterstallig onderhoud
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand. Eiser, die sinds 1 juli 2016 een bijstandsuitkering ontvangt, had op 13 april 2017 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van reparatie van waterlekkage in zijn badkamer. De Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD) heeft deze aanvraag op 29 mei 2017 afgewezen, met als argument dat de opstalverzekering een passende voorziening is en dat er in de bijstandsverlening al rekening is gehouden met kosten voor verzekering en onderhoud.
Na een bezwaarschrift van eiser, heeft de ISD het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de afwijzing van de aanvraag gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 24 januari 2018 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de lekkage in de badkamer voornamelijk het gevolg was van achterstallig onderhoud, wat volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoort.
De rechtbank concludeert dat eiser geen bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die recht zouden geven op bijzondere bijstand. De rechtbank oordeelt dat de ISD terecht heeft geoordeeld dat eiser geen recht heeft op bijzondere bijstand voor de kosten van de reparatie. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.