Uitspraak
RECHTBANK
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 juli 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in het incident ex artikel 220 Rv met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 220;
- het vonnis van de kantonrechter van 5 december 2016;
- het vonnis waarin een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 3 juli 2017 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
- i) voor huishoudens met een huishoudinkomen tot € 34.085 mag de huur uitsluitend worden verhoogd met het basishuurverhogingspercentage;
- ii) indien het huishoudinkomen van de huurder(s) van zo’n woning boven de grens van € 34.085 uitkomt, maar niet hoger is dan € 43.602, dan mag de huur met 0,5% extra worden verhoogd en
- iii) indien het huishoudinkomen van huurders hoger is dan € 43.602, dan mag de huur worden verhoogd met een extra percentage van 2,5%.
- J is “ja”: huishoudinkomen boven de hoogste grens, inkomensafhankelijke huurverhoging mogelijk;
- M is “midden”: huishoudinkomen tussen de onderste en bovenste grens, beperkte inkomensafhankelijke huurverhoging mogelijk;
- N is “nee”: huishoudinkomen onder de onderste grens, geen inkomensafhankelijke huurverhoging mogelijk;
- O is “onbekend”: er is ten aanzien van dit adres geen huishoudinkomen bekend.
3.Het geschil
4.De beoordeling
enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht.’Eisers – op wiens weg dat ligt – hebben niet concreet gesteld waarom artikel 67 Awr in deze periode (toch) wordt geschonden.