Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 1] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Tussen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de DT&V vindt afstemming plaats over het in te nemen standpunt met betrekking tot de toepassing van de contra-indicatie in een concreet geval. Dit gebeurt in de vorm van een advies van de DT&V, dat gebaseerd is op een weging van alle omstandigheden van het geval. Bij die weging wordt eveneens de mate betrokken waarin een vreemdeling een coöperatieve en actieve houding heeft. Gelet op de specifieke deskundigheid van de DT&V op het gebied van terugkeer en vertrek dient aan deze informatie alsmede de conclusies een groot gewicht toe te komen.
Verweerder meent dat met het onderhavige bestreden besluit, inclusief het daaraan ten grondslag gelegde advies van de DT&V van 19 april 2017, voldoende is toegelicht waarom de bij eisers bekende gezondheidsklachten, welke in het advies van de DT&V voldoende zijn benoemd en nadrukkelijk zijn betrokken in de advisering, niet leiden tot de conclusie dat het niet voldoende hebben meegewerkt aan vertrek verschoonbaar is.
Het advies van de DT&V is uitgebreid gemotiveerd en daarin is geconcludeerd dat eisers niet hebben meegewerkt aan (het voorbereiden van) terugkeer naar Armenië. Uit het advies van de DT&V volgt dat er geen medische belemmeringen zijn voor het daadwerkelijk vertrek naar Armenië en dat er blijkbaar geen medische belemmeringen zijn geweest voor eisers om grensoverschrijdende (reis)documenten op te (laten) halen in Armenië.
Dat eisers vanwege hun gezondheidsklachten niet in staan zouden zijn geweest om op de door verweerder verlangde wijze volledig mee te werken aan hun vertrek, valt dus in alle redelijkheid niet in te zien nu duidelijk is geworden dat eisers juist wel in staat zijn mee te werken aan hun vertrek, getuige het volledig zelfstandig aanvragen en ophalen van Armeense paspoorten.