In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, die vrijgesproken was van strafbare feiten, de teruggave van in beslag genomen voorwerpen en een geldbedrag vorderde. Eiser had in het kader van een strafrechtelijk onderzoek te maken met de inbeslagname van diverse voorwerpen door het Openbaar Ministerie (OM). Ondanks de vrijspraak en de gelaste teruggave door de strafrechter, had het OM de teruggave nog niet gerealiseerd en bovendien enkele voorwerpen vernietigd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de teruggave van de vernietigde voorwerpen niet mogelijk was, maar heeft wel de Staat der Nederlanden veroordeeld tot teruggave van een specifiek in beslag genomen geldbedrag van € 18.437,80. Daarnaast is de Staat gelast om een harddisk, die onvindbaar was, te zoeken en te overhandigen indien deze gevonden werd. Ook is de Staat verplicht om te onderzoeken of er een back-up van de administratie van eiser beschikbaar was, en deze te verstrekken indien mogelijk. De vordering van eiser om financiële informatie van de Belastingdienst en bankinstellingen te verstrekken werd afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De Staat werd in de proceskosten veroordeeld.