Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Het beroep
2. De rechtbank betrekt bij de beoordeling het volgende.
2.1 Eiseres heeft een HIV-infectie, die stabiel onder controle is. Eiseres gebruikt daarvoor medicijnen. Die behandeling is van blijvende aard.
2.2 Volgens het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) aan verweerder van 18 december 2017 zal het uitblijven van de behandeling tot een medische noodsituatie op enige termijn leiden. Er is ook een risico aanwezig dat dit ook op korte termijn te verwachten is. Volgens het BMA is eiseres in staat om te reizen. Verder is behandeling voor haar medische klachten en de medicatie die zij gebruikt beschikbaar in Zimbabwe, met uitzondering van colecalciferol. Bij het uitblijven van het gebruik van colecalciferol is volgens het BMA echter geen medische noodsituatie op korte termijn te verwachten.
2.3 Op 12 februari 2018, 25 april 2018 en 4 juni 2018 heeft het BMA aanvullende adviezen aan verweerder uitgebracht over de beschikbaarheid van de medicijnen in Zimbabwe.
3. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning afgewezen op de grond dat niet is gebleken dat Nederland voor haar het meest aangewezen land is om haar medische behandeling te ondergaan. Daarnaast heeft verweerder haar aanvraag tot het verlenen van uitstel van vertrek met toepassing van artikel 64 van de Vw afgewezen, omdat bij het staken van de HIV-behandeling weliswaar een medische noodsituatie zal ontstaan, maar de noodzakelijke behandeling volgens het BMA wel beschikbaar is in Zimbabwe.
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalin Harare (Zimbabwe) van 5 mei 2018. Eiseres stelt dat zij aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van langere onderbrekingen in de medicijnenvoorraad. Daarom is het bestreden besluit volgens haar in strijd met paragraaf A3/7.1.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: de Vc).
Eiseres betoogt verder dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat een mogelijke toevoerprobleem kan worden ondervangen door een voorafgaande bestelling van de medicijnen. Het BMA heeft volgens eiseres niet zonder reden geadviseerd om een voorraad medicijnen voor drie maanden mee te nemen. Daarmee is niet gezegd dat daarmee zal worden voorkomen dat zich een situatie zal voordoen dat eiseres geen medicatie heeft.
Health Point Hospitalin Harare. De door eiseres overgelegde informatie van het
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalvan 5 mei 2018 heeft het BMA in deze adviezen betrokken. Verder zijn geen toevoerproblemen geconstateerd door SOS International en blijkt uit de BMA-adviezen niet dat er onderbrekingen voorkomen in de medicijnvoorraden die een maand of langer duren.
Gelet op de brief van de
Diagnostic Centervan het
Health Point Hospitalvan 5 mei 2018 is het volgens verweerder wel mogelijk dat de medicijnvoorraad van tijd tot tijd in een bepaalde instelling op is, maar de medicatie kan worden verkregen door een voorafgaande bestelling. Verweerder verwijst naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 10 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3077).
International SOSnaar de beschikbaarheid in Zimbabwe van de door eiseres gebruikte medicijnen. Daarbij is nogmaals bevestigd dat de door eiseres gebruikte medicatie aanwezig is bij het
Health Point Hospitalin Harare (zie brondocument ‘BMA 11045’). Gelet op het uitgangspunt dat die conclusie van het BMA betekent dat de medicatie voor een daaropvolgende periode van drie maanden beschikbaar is of kan worden verkregen door voorafgaande bestelling, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of de door eiseres overgelegde informatie aanleiding geeft tot twijfel aan de juistheid van de BMA-adviezen. Meer specifiek gaat het om de vraag of twijfel bestaat over de vraag of er toevoerproblemen bestaan met de medicijnen die eiseres gebruikt, die er toe leiden dat zich onderbrekingen voordoen in de medicijnenvoorraden die een maand of langer duren, zoals bedoeld in A3/7.1.4 van de Vc.
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalvan 5 mei 2018 staat dat de beschikbaarheid van de medicijnen niet gegarandeerd kan worden. Handelaren krijgen om toerbeurt van de overheid buitenlandse valuta toegewezen om medicatie in te kopen. Het
Health Point Hospitalheeft de toegewezen valuta voor januari en februari 2018 pas in maart 2018 ontvangen, waarmee het een voorraad medicatie heeft kunnen inkopen voor april 2018. De aan hem toegewezen valuta voor maart en april 2018 heeft het
Health Point Hospitalnog niet ontvangen.
Health Point Hospitalheeft het BMA in zijn aanvullende advies van 4 juni 2018 gesteld dat, gelet op de informatie in de brief van het
Health Point Hospital, het mogelijk is dat de medicijnvoorraad van tijd tot tijd op is, maar dat uit de beschikbare landeninformatie blijkt dat de door eiseres gebruikte medicijnen beschikbaar zijn, en zeer recent op 19 april 2018. Gelet daarop acht het BMA het raadzaam dat eiseres een voorraad aan medicijnen meeneemt als zij naar Zimbabwe reist en vervolgens de medicatie meteen in Zimbabwe bestelt, zodat zij kan anticiperen op eventuele tijdelijke tekorten in de medicatievoorziening.
Health Point Hospitalniet worden afgeleid dat zich onderbrekingen voordoen in de medicijnenvoorraad die een maand of langer duren. De verklaring zegt alleen iets over de beschikbaarheid van valuta in de genoemde periodes, waardoor het
Health Point Hospitalin januari en februari 2018 geen nieuwe medicijnen heeft kunnen inkopen, maar wel in april 2018. Het ziekenhuis is nog in afwachting van valuta voor de volgende bestelling. Uit deze verklaring blijkt niet dat het ziekenhuis in de periode dat het in afwachting is van valuta, steeds volledig door zijn medicijnvoorraad heen is. Uit de verklaring kan hooguit worden afgeleid dat de medicatievoorraad mogelijk zo nu en dan op is door onderbrekingen in de levering, maar niet dat de medicatie een maand of langer niet beschikbaar is. Gelet op het BMA-advies van 25 april 2018, moet het er daarom voor worden gehouden dat de medicatie voor een periode van drie maanden in medisch-technische zin beschikbaar is, zo nodig door een voorafgaande bestelling. In dat licht heeft verweerder van eiseres mogen verwachten dat zij een voorraad medicijnen meeneemt en na aankomst een voorraad bestelt en anticipeert op eventuele tijdelijke tekorten.
De beroepsgrond slaagt niet.
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalvan 6 juli 2018 over de kosten van de behandeling van HIV en AIDS in Zimbabwe. Voor het gemiddelde jaarinkomen in Zimbabwe verwijst zij naar de websites worldwidebase.com en businessinsider.nl. Eiseres zou, met hulp van haar familie, een veelvoud van dat bedrag per maand tot haar beschikking moeten hebben. Dat heeft zij niet.
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalvan 13 juli 2018 die zij ook heeft overgelegd. Daardoor heeft eiseres volgens verweerder niet aangetoond wat de daadwerkelijke kosten zijn voor de medicatie in Zimbabwe.
In reactie op de opmerking van verweerder in het verweerschrift over het verschil in de twee door eiseres overgelegde prijsopgaven van de medicijnen, heeft eiseres een aanvullende verklaring overgelegd van het
Diagnostic Centrevan het
Health Point Hospitalvan 25 oktober 2018. Daarin wordt uitgelegd dat het verschil in de prijsopgaven van 6 juli 2018 en 13 juli 2018 is veroorzaakt doordat in de eerste prijsopgave abusievelijk bedragen zijn genoteerd in Zimbabwaanse
‘Bond Notes’, terwijl de tweede prijsopgave in Amerikaanse dollars is. Nu verweerder deze uitleg niet gemotiveerd heeft weersproken, gaat de rechtbank uit van de tweede (en overigens laagste) prijsopgave van 13 juli 2018, waaruit blijkt dat de totale kosten voor de behandeling per maand 1.230,00 USD zijn. Gelet op het enorme verschil tussen de kosten van de behandeling per maand en de hoogte van het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking in Zimbabwe - de kosten zijn ruim 7,5 maal het gemiddelde inkomen in Zimbabwe -, heeft verweerder zich in redelijkheid niet op het standpunt kunnen stellen dat eiseres niet individueel aannemelijk heeft gemaakt dat zij de benodigde behandeling niet kan betalen. Gelet op de hoogte van de kosten, afgezet tegen het gemiddelde jaarinkomen in Zimbabwe, is immers niet zonder meer aannemelijk dat eiseres die kosten, ook met financiële hulp van haar echtgenoot en familieleden, kan voldoen. Nu verweerder ook niet anderszins heeft toegelicht op welke wijze eiseres in de hoge kosten van de door haar benodigde behandeling in Zimbabwe kan voorzien, heeft verweerder zich niet deugdelijk gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de behandeling in Zimbabwe voor haar niet toegankelijk is.
De beroepsgrond slaagt.
Het onder 5.2 geconstateerde motiveringsgebrek in het bestreden besluit strekt er niet toe dat op dit moment al vaststaat dat verweerder de primaire besluiten zal moeten herroepen. De rechtbank zal daarom niet in die zin zelf in de zaak voorzien en bepalen dat verweerder de kosten van de bezwaarprocedure moet vergoeden.
De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 1.002,- te betalen;