ECLI:NL:RBDHA:2018:15453

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 december 2018
Publicatiedatum
28 december 2018
Zaaknummer
C/09/555970 / KG ZA 18-694
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over inbreuk op Europees octrooi EP 2 996 521 met betrekking tot koffiecapsules

In deze zaak, die op 28 december 2018 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde Koninklijke Douwe Egberts B.V. (KDE) een verbod op indirecte inbreuk door Belmoca BVBA op het Nederlandse deel van Europees octrooi EP 2 996 521. Dit octrooi betreft een drankproductiesysteem dat gebruik maakt van een capsule voor het bereiden van dranken, zoals koffie. KDE stelde dat Belmoca met haar Belmio-capsules inbreuk maakte op de conclusies van het octrooi, en vorderde onder andere dat Belmoca haar klanten zou informeren over de inbreuk en de producten zou terugroepen. Belmoca voerde verweer en betwistte de inbreuk, en stelde dat de vorderingen van KDE niet toewijsbaar waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat KDE onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van inbreuk op het octrooi, en wees de vorderingen van KDE af. Tevens werd KDE veroordeeld in de proceskosten van Belmoca. In reconventie vorderde Belmoca een verbod op uitlatingen van KDE over inbreuk, maar ook deze vorderingen werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel - voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: C/09/555970 / KG ZA 18-694
Vonnis in kort geding van 28 december 2018
in de zaak van
KONINKLIJKE DOUWE EGBERTS B.V.,
te Joure, De Fryske Marren,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. G. Kuipers te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
BELMOCA BVBA,
te Londerzeel, België,
gedaagde in conventie,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. H.J. Pot te Amsterdam.
Partijen zullen hierna KDE en Belmoca genoemd worden. De zaak is voor KDE inhoudelijk behandeld door mr. Kuipers voornoemd, mr. B.M. ter Woort en mr. E. Zalewska, beiden advocaat te Amsterdam met bijstand van ir. [ir.I] , en voor Belmoca door mr. Pot voornoemd, mr. D.F. de Lange en mr. G.D.G.M.G. Béquet, beiden advocaat te Amsterdam, met bijstand van ir. [ir. II] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 19 juli 2018;
  • de akte houdende overlegging producties van KDE, met producties 1 tot en met 7 en digitale producties A en B;
  • de conclusie van antwoord, tevens van eis in reconventie van 31 augustus 2018, ingekomen ter griffie op 3 september 2018, met producties 1 tot en met 25;
  • de akte houdende overlegging producties van KDE, ingekomen ter griffie op 21 september 2018, met reactieve producties 8 tot en met 11 en digitale productie C;
  • de akte houdende overlegging producties van KDE, ingekomen ter griffie op 24 september 2018, met reactieve productie 12;
  • de akte houdende overlegging reactieve producties van Belmoca, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2018, met producties 26 tot en met 31;
  • het aanvullende kostenoverzicht van KDE, ingekomen ter griffie op 18 oktober 2018;
  • het aanvullende kostenoverzicht van Belmoca, ingekomen ter griffie op 18 oktober 2018;
  • de mondelinge behandeling van 19 oktober 2018 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van KDE en Belmoca. Van de pleitnota van KDE is van de nummers 36, 42, 43, 46, 47, 50, 52, 56, 65, 74, 124, 125, 132 de kleiner gedrukte tekst niet gepleit en daarnaast zijn de nummers 87, 92, 97 en 109 niet gepleit.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
KDE is onderdeel van het concern Jacobs Douwe Egberts (hierna: JDE) dat wereldwijd opereert als koffie- en theebedrijf.
2.2.
Nestlé / Nestec (hierna: Nestlé) is een bedrijf dat onder andere Nespresso koffiemachines produceert, met bijbehorende aluminium Nespresso-capsules. Koffiezetten (of thee) met de Nespresso koffiemachine werkt als volgt. De machine kent een open en een gesloten positie. In de open positie kan de capsule in de machine worden geplaatst. In de gesloten positie wordt het omsluitende deel van de machine (in de Engelse bewoordingen van het octrooi: de
‘enclosing member’) tegen de capsule aangedrukt, waarbij de capsule wordt geklemd tussen het omsluitende deel en de
‘stud plate’, i.e. een deksel met uitstekende delen. Vervolgens wordt onder druk hete vloeistof door de capsule heen gevoerd die in combinatie met de drankingrediënten in de capsule zorgt voor de bereiding van een kop koffie (of thee).
2.3.
Van belang bij het productieproces is dat het omsluitende deel van de machine zodanig aansluit tegen de capsule dat een afdichting ontstaat omdat er anders waterlekkage optreedt. Tot 2009 waren de Nespresso koffiemachines daartoe voorzien van een afdichtingsmiddel in het omsluitende deel in de vorm van een rubberen ring. Vanaf 2009 heeft Nestlé deze rubberen ring verwijderd uit haar nieuw te produceren Nespresso koffiemachines. In plaats daarvan heeft zij een siliconen ring aangebracht op de rand van haar Nespresso-capsules. Nestlé heeft - onder meer - octrooi op deze capsule met siliconen ring en op een capsule met plastisch deformeerbare (permanent vervormbare) ring. [1]
2.4.
In 2010 is JDE op de markt gekomen met een plastic alternatief (polypropyleen) voor de aluminium Nespresso-capsules van Nestlé, geschikt voor Nespresso koffiemachines. Omdat plastic relatief goed indrukbaar is en relatief makkelijk vervormt tijdens productie, hebben de plastic capsules niet per se de siliconen ring ten behoeve van de afdichting nodig. Het plastic materiaal van de capsule zelf, alsmede de vormgeving van de capsuleflens, zorgt voor een voldoende afdichting.
2.5.
Belmoca is eveneens een koffiebedrijf. Zij vermarkt voornamelijk koffiecapsules.
2.6.
Belmoca is op enig moment gaan samenwerken met [HLM] AG (hierna: HLM) in het kader van de ontwikkeling van koffiecapsules. Daarbij is Belmoca sinds 2013 begonnen met de ontwikkeling van een Nespresso-compatible aluminium capsule. Zij heeft HLM voorzien van specificaties van de te fabriceren capsules, waarna HLM een daarvoor geschikte mal heeft gefabriceerd en vervolgens de productie van de capsules op zich heeft genomen. In juni 2015 zijn HLM en Waycon Ltd (volgens Belmoca een onderneming in handen van dezelfde aandeelhouders als Belmoca) in dat kader onder andere een geheimhoudingsbeding en exclusiviteitsbeding overeengekomen (hierna: de HLM-Belmoca overeenkomst).
2.7.
Enkele jaren geleden is KDE met HLM gaan samenwerken voor de ontwikkeling en productie van aluminium koffiecapsules. Op enig moment heeft KDE met HLM een overeenkomst gesloten waarin - onder meer - een exclusiviteitsbeding is opgenomen (hierna: de HLM-KDE overeenkomst). Bij brief van 21 september 2018 heeft [A] daarover - onder andere - verklaard:
I, [A] , am deputy CEO of [HLM] AG ("HLM"). HLM has an agreement with KDE for the manufacture and supply of Nespresso compatible capsules. HLM has also an agreement with Waycon for the manufacture and supply of Nespresso compatible capsules to Belmoca.
[B] , the CEO of HLM, indicated to KDE at the time that HLM could not provide KDE the full exclusivity with respect to all Nespresso compatible capsules with a ridged design on the sealing rim as KDE requested. [B] indicated that he could not grant KDE this because HLM was working with another customer as well. V-shaped ridged design had to be excluded from the exclusivity for KDE.
HLM does not have any license under KDE's intellectual property rights for the production of capsules for Belmoca/Waycon.
(…)
2.8.
Vanaf september 2016 heeft Belmoca aluminium koffiecapsules op de markt gebracht, geschikt voor Nespresso koffiemachines (hierna: de Belmio-capsule). In Nederland wordt de Belmio-capsule aangeboden bij onder andere de Sligro-groothandels, de EMTÉ-supermarkten en bij Albert Heijn en is daarnaast ook via digitale platformen te verkrijgen als bol.com. In reclame-uitingen wordt de Belmio-capsule - onder andere - als volgt weergegeven:
2.9.
Omstreeks eind 2016 heeft JDE volledig aluminium koffiecapsules op de markt gebracht. Deze zijn in vele landen beschikbaar en worden in Nederland onder de merknaam L’OR en Douwe Egberts verkocht (hierna: de L’OR-capsule). In reclame-uitingen wordt de L’OR-capsule - onder andere - als volgt weergegeven:
2.10.
KDE is houdster van het Europees octrooi EP 2 996 521 (hierna: EP 521 of het octrooi) voor ‘
A beverage preparation system, a capsule and a method for forming a
beverage’. De aanvraag voor EP 521 werd ingediend op 16 mei 2014 als PCT-aanvrage PCT/IB2014/000858 en is gepubliceerd als WO 2014/184652, met een beroep op de prioriteitsdatum van 17 mei 2013 van een tweetal Britse octrooiaanvragen, te weten GB 201308925 (hierna: P1) en GB 201308929 (hierna: P2). De verlening van EP 521 is gepubliceerd op 2 mei 2018. De oppositietermijn loopt tot 4 februari 2019. Het octrooi is gedesigneerd voor meerdere landen, waaronder Nederland, Frankrijk en Denemarken.
2.11.
De conclusies van het octrooi - voor zover relevant in de onderhavige procedure - luiden in de authentieke Engelse versie:
1. A beverage producing system comprising:
a capsule (1) containing beverage ingredients;
and
a beverage preparation machine;
the capsule (1) comprising a cup-shaped body (40) and a lid (41); the cup-shaped body (40) having a base (42) and a side wall (43) and the lid (41) being sealed to the cup-shaped body (40);
the capsule (1) being designed for insertion into the beverage preparation machine to permit a pressurised liquid to be flowed through the capsule (1) in order to produce a beverage from interaction with the beverage ingredients;
the beverage preparation machine having an enclosing member (2) adapted to be selectively movable between an open position to permit insertion of the capsule (1) into the beverage preparation machine and a closed position in which the enclosing member (2) sealingly engages the capsule (1);
wherein, prior to insertion, the side wall (43) comprises:
- an annular trough (60) being dimensioned to receive the enclosing member (2) on movement of the enclosing member (2) into the closed position;
- a first side wall section (61) extending between the base (42) and the annular trough (60); and
- a second side wall section (62) extending between the annular trough (60) and a rim (47) of the capsule (1);
wherein the cup-shaped body (40) is formed from aluminium, an aluminium alloy or a laminate comprising at least one layer formed from aluminium or an aluminium alloy;
wherein the first side wall section (61), annular trough (60) and second side wall section (62) are formed integrally; and
wherein the annular trough (60) is adapted to form a sealing interface with a leading edge (23) of the enclosing member (2), and the side wall (43) is adapted such that during closure of the enclosing member (2) the side wall (43) is plastically drawn over the leading edge (23) of the enclosing member (2).
2. A beverage producing system as claimed in claim 1, wherein the second side wall section (62) defines a ridge zone (63) located radially outwards of the annular trough (60).
3. (…)
4. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein, prior to insertion, the annular trough (60) comprises an inner wall (65), an outer wall (66) and a floor (64); and optionally wherein on closure of the enclosing member (2) a leading edge (23) of the enclosing member (2) contacts the outer wall (66) of the annular trough (60) and forms a seal therewith.
5. (…)
6. A beverage producing system as claimed in any of claims 2 to 5, wherein the second side wall section (62) defines a ridge zone (63) located radially outwards of the annular trough (60) and wherein the ridge zone (60) comprises an apex (67), and a leading edge (23) of the enclosing member (2) comprises an inner rim (23a) and an outer rim (23b) and a recess (23c) located between the inner rim (23a) and the outer rim (231) [bedoeld zal zijn: 23
b, vzr], wherein on closure of the enclosing member (2) the apex (67) of the ridge zone (63) is received in the recess (23c) between the inner rim (23a) and the outer rim (23b).
7. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein the annular trough (60) is adapted to be nipped against a capsule holder (20) of the beverage preparation machine part.
8. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein, prior to insertion, a floor (64) of the annular trough (60) is raised relative to the rim (47); and optionally;
wherein the side wall (43) is adapted such that, in use, closure of the enclosing member (2) deforms the side wall (43) to cause the floor (64) of the annular trough (60) to be brought substantially into alignment with the rim (47).
9. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein the rim (47) is formed integrally with the cup-shaped body (40); and optionally
wherein the rim (47) is formed by a rolled-over portion of the side wall (43).
10. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein the annular trough (60) has an internal width of from 1.3 to 2.0 mm, preferably from 1.5 to 1.8 mm; and/or
wherein the annular trough (60) has an internal diameter of from 27.5 to 30.0 mm and an outer diameter of from 29.3 to 32.5 mm.
11. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein a leading edge (23) of the enclosing member (2) comprises a plurality of grooves or indentations, and the side wall (43) is adapted such that the plastic deformation of the side wall (43) conforms the annular trough (60) of the side wall (43) to the grooves or indentations to provide an effective seal; and optionally
wherein the plastic deformation of the side wall (43) conforms the outer wall (66) of the annular trough (60) to the grooves or indentations to provide an effective seal.
12. A beverage producing system as claimed in any preceding claim, wherein the lid (41) is formed from aluminium, an aluminium alloy or a laminate comprising at least one layer formed from aluminium or an aluminium alloy; and/or
wherein the cup-shaped body (40) has a thickness in the range of 80 to 500 microns.
(…)
2.12.
In de - onweersproken gebleven - Nederlandse vertaling luiden de onder 2.11. opgenomen conclusies als volgt:
1. Drankproductiesysteem omvattende:
een capsule (1) bevattende drankingrediënten; en
een drankbereidingsmachine;
waarbij de capsule (1) een bekervormig lichaam (40) en een deksel (41) omvat, waarbij het bekervormige lichaam (40) een basis (42) en een zijwand (43) heeft en het deksel (41) afdichtend is bevestigd aan het bekervormige lichaam (40);
waarbij de capsule (1) is ontworpen voor inbrenging in de drankbereidingsmachine om toe te laten dat een onder druk staande vloeistof door de capsule (1) stroomt teneinde door interactie met de drankingrediënten een drank te produceren;
waarbij de drankbereidingsmachine een omsluitend deel (2) heeft dat is aangepast om selectief beweegbaar te zijn tussen een open positie, om inbrenging van de capsule (1) in de drankbereidingsmachine mogelijk te maken, en een gesloten positie, waarin het omsluitende deel (2) afdichtend op de capsule (1) aangrijpt;
waarbij, voorafgaand aan inbrenging, de zijwand (43) omvat:
- een ringvormige trog (60), die gedimensioneerd is om het omsluitende deel (2) op te nemen bij een beweging van het omsluitende deel (2) naar de gesloten positie;
- een eerste zijwandgedeelte (61), dat zich tussen de basis (42) en de ringvormige trog (60) uitstrekt; en
- een tweede zijwandgedeelte (62), dat zich tussen de ringvormige trog (60) en een rand (47) van de capsule (1) uitstrekt;
waarbij het bekervormige lichaam (40) is gevormd van aluminium, een aluminiumlegering of een laminaat omvattende ten minste één laag gevormd van aluminium of een aluminiumlegering;
waarbij het eerste zijwandgedeelte (61), ringvormige trog (60) en tweede zijwandgedeelte (62) integraal zijn gevormd; en
waarbij de ringvormige trog (60) is aangepast voor het vormen van een afdichtende interface met een voorste rand (23) van het omsluitende deel (2), en de zijwand (43) dusdanig is aangepast, dat tijdens sluiting van het omsluitende deel (2) de zijwand (43) plastisch over de voorste rand (23) van het omsluitende deel (2) wordt getrokken.
2. Drankproductiesysteem volgens conclusie 1, waarbij het tweede zijwandgedeelte (62) een randgebied (63) gelokaliseerd radiaal buitenwaarts van de ringvormige trog (60) definieert.
3. (…)
4. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij, voorafgaand aan inbrenging, de ringvormige trog (60) een binnenwand (65), een buitenwand (66) en een bodem (64) omvat; en optioneel
waarbij bij sluiting van het omsluitende deel (2) een voorste rand (23) van het omsluitende deel (2) de buitenwand (66) van de ringvormige trog (60) contacteert en een dichting daarmee vormt.
5. (…)
6. Drankproductiesysteem volgens een der conclusies 2 tot en met 5, waarbij het tweede zijwandgedeelte (62) een randgebied (63) gelokaliseerd radiaal buitenwaarts van de ringvormige trog (60) definieert en waarbij het randgebied (60) een apex (67) omvat en een voorste rand (23) van het omsluitende deel (2) een binnenste rand (23a) en een buitenste rand (23b) en een verdieping (23c) gelokaliseerd tussen de binnenste rand (23a) en de buitenste rand (231) [bedoeld zal zijn: 23
b, vzr] omvat, waarbij bij sluiting van het omsluitende deel (2) de apex (67) van het randgebied (63) in de verdieping (23c) tussen de binnenste rand (23a) en de buitenste rand (23b) wordt opgenomen.
7. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij de ringvormige trog (60) is aangepast om te worden geklemd tegen een capsulehouder (20) van het drankbereidingsmachinedeel.
8. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij, voorafgaand aan inbrenging, een bodem (64) van de ringvormige trog (60) ten opzichte van de rand (47) wordt opgeheven; en optioneel;
waarbij de zijwand (43) dusdanig is aangepast, dat, bij gebruik, sluiting van het omsluitende deel (2) de zijwand (43) vervormt om te veroorzaken dat de bodem (64) van de ringvormige trog (60) in hoofdzaak in uitrichting met de rand (47) wordt gebracht.
9. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij de rand (47) integraal is gevormd met het bekervormige lichaam (40); en optioneel
waarbij de rand (47) door een omgerold deel van de zijwand (43) is gevormd.
10. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij de ringvormige trog (60) een binnenbreedte van 1,3 tot en met 2,0 mm, bij voorkeur van 1,5 tot en met 1,8 mm heeft; en/of
waarbij de ringvormige trog (60) een binnendiameter van 27,5 tot en met 30,0 mm en een buitendiameter van 29,3 tot en met 32,5 mm heeft.
11. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij een voorste rand (23) van het omsluitende deel (2) een veelheid van groeven of inspringingen omvat, en de zijwand (43) dusdanig is aangepast, dat de plastische vervorming van de zijwand (43) de ringvormige trog (60) van de zijwand (43) aan de groeven of inspringingen aanpast om een effectieve dichting te verschaffen; en optioneel
waarbij de plastische vervorming van de zijwand (43) de buitenwand (66) van de ringvormige trog (60) conformeert aan de groeven of inspringingen om een effectieve dichting te verschaffen.
12. Drankproductiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij het deksel (41) is gevormd van aluminium, een aluminiumlegering of een laminaat omvattende ten minste één laag gevormd van aluminium of een aluminiumlegering; en/of
waarbij het bekervormige lichaam (40) een dikte in het gebied van 80 tot en met 500 micron heeft.
(…)
2.13.
In de authentieke Engelse versie van de beschrijving van het octrooi is voorts - voor zover hier van belang - het volgende opgenomen:
(…)
Background
[0002]Beverage preparation systems which comprise a beverage preparation machine and a capsule containing beverage ingredients are known in the art. One such system is taught in EP 1700548, which discloses a capsule comprising a cup-like base body and a closing foil member. The capsule is designed for insertion in a beverage production device in which a liquid under pressure enters the capsule in order to interact with ingredients in the capsule to form a beverage which is output for consumption. The capsule of EP 1700548 is provided with a dedicated sealing member to prevent a bypass flow of water around the exterior of the capsule in use. The sealing member is in the form of a hollow sealing member on the outer surface of the capsule, for example in the form of a step which is contacted on closure of an enclosing member of the beverage preparation machine.
[0003]The present disclosure provides an alternative capsule which may be used as part of such a beverage preparation system. The capsule may be economical to produce and provide effective sealing in use.
[0004]WO2013136209 describes a system for making beverages comprises a capsule containing a powdered food substance which can be extracted to make a beverage, and a capsule holder comprising an infeed opening through which the capsule can be inserted, delimited by an annular edge at the top of which there is a projecting annular element and/or respectively an annular seat. The capsule comprises a body comprising a lower wall, a lateral wall and a perimetric edge on which there is an annular groove on whose surface there is a bottom zone and, laterally positioned on opposite sides of the bottom zone, two inner lateral faces, and/or respectively there is an annular tooth on whose surface there is a tip portion and, laterally positioned on opposite sides of the tip portion, two outer lateral faces. The capsule holder and the capsule can adopt a sealed configuration where the projecting annular element, inserted in the annular groove, is in sealed contact with at least one of the inner lateral faces, and/or respectively the annular seat receives inside it the annular tooth and is in sealed contact with at least one of the outer lateral faces.
(…)
[0008]In a third aspect the present disclosure provides a method for preparing a beverage comprising the steps of:
  • providing a capsule as described above;
  • providing a beverage preparation machine having an enclosing member;
  • moving the enclosing member into an open position;
  • inserting the capsule into the beverage preparation machine;
  • closing the enclosing member so as to sealingly engage the enclosing member with the capsule;
  • flowing a pressurised liquid through the capsule to produce a beverage from interaction with the beverage ingredients; and
  • outputting the beverage for consumption;
wherein on closure, the enclosing member engages the annular trough of the side wall of the capsule to thereby deform the side wall;
wherein said deformation of the side wall causes the formation of at least one sealing interface between the enclosing member and the side wall.
(…)
[0012]The side wall may be adapted such that, in use, closure of the enclosing member deforms the side wall to cause the second side wall section to be forced inwardly against an outer face of the enclosing member to form a sealing interface with the outer face of the enclosing member.
[0013]The annular trough may be adapted to form a sealing interface with a leading edge of the enclosing member.
(…)
[0048]Figures 1 and 2 show a first embodiment of capsule 1. The capsule 1 will be described in more detail below but may have the general form of a cup-shaped body 40 having a base 42 at one end and a side wall 43 extending from the base 42 towards an opposed end which is closed-off by a lid 41.
(…)
[0058]The side wall 43 is provided with an annular trough 60 which is dimensioned to receive, partially or wholly, the leading edge 23 of the enclosing member 2 on movement of the enclosing member 2 into the closed position. A first side wall section 61 is provided extending between the base 42 and the annular trough 60 and a second side wall section 62 is provided extending between the annular trough 60 and a distal end of the side wall 43 of the capsule 1.
[0059]The annular trough 60 may be defined by an inner wall 65, an outer wall 66 and a floor 64 which extends there between. The inner wall 65 and outer wall 66 may, prior to insertion of the capsule 1 in the beverage preparation machine, extend perpendicularly to the floor 64. The inner wall 65 may be formed by a portion of the first side wall section 61.
(…)
[0060]A ridge zone 63 is located radially outwards of the annular trough 60. The ridge zone 63 may comprise an annular projection which extends back in the general direction of the base 42 such that an apex 67 of the ridge zone is raised above the level of the floor 64 of the annular trough 60. The apex 67 may be raised above the floor 64 by a distance from 0.75 to 2.5 mm. As illustrated in this embodiment, the distance is 0.9 mm. The ridge zone 63 may be formed to have an inner wall provided by the outer wall 66 of the annular trough 60 and an outer wall 68 formed by at least a portion of the second side wall section 62.
(…)
[0072]As shown in Figures 5 and 6, during the step of closing the enclosing member 2 relative to the capsule holder 20 the side wall 43 of the capsule 1 is contacted by the enclosing member 2 to deform the side wall 43. In particular, the leading edge 23 enters the annular trough 60 and bears on the floor 64 and/or the inner wall 65 and/or the outer wall 66. The floor 64 is driven downwards by the action of the enclosing member 2 to nip the floor 64 (and the lid 41 sealed to the floor 64) against the capsule holder 20. The leading edge 23 may also act to pinch the material of the side wall 43 during this movement which consequently causes the ridge zone 63 to be pivoted inwards to bring the apex 67 of the ridge zone 63 and/or the outer wall 66 of the annular trough 60 into sealing engagement with the outer face 24 of the annular element 22 as shown in Figure 6. Importantly, the initial point of contact between the leading edge 23 and the floor 64 is axially spaced from the capsule holder 20 such that there is room for the side wall 43 to deform downwards towards the capsule holder 20 enough to allow for inward pivoting of the ridge zone 63 before the side wall 43 is nipped against the capsule holder 20.
[0073]The induced movement of the side wall 43 causes the side wall 43 to undergo plastic deformation. In particular, as the side wall 43 is deformed downwards, the side wall 43 (in particular portions of the annular trough 60) may be plastically drawn over the leading edge 23 of the enclosing member 2 which encourages the material of the side wall 43 to be closely conformed to the grooves of the leading edge 23. Thus, the annular trough 60 may form a sealing interface with the leading edge 23 of the enclosing member 2.
[0074]Further, deformation of the annular trough 60 may also cause an outward pressure to be exerted by the side wall 43 on the inner face 25 of the enclosing member 2 to form a further sealing interface.
[0075]Figures 7 to 12 illustrate a second embodiment of capsule 1. Features corresponding to those of the first embodiment are denoted by corresponding reference signs. Features of the first embodiment and this embodiment may be interchanged and combined as desired. In addition, in the following description only differences between the embodiments will be described in detail. In other respects the reader is directed to the description of the prior embodiment.
[0076]The cup-shaped body 40 differs from that of the first embodiment in the configuration and geometry of the annular trough 60. As in the first embodiment, the annular trough 60 is dimensioned to receive, partially or wholly, the leading edge 23 of the enclosing member 2 on movement of the enclosing member 2 into the closed position. The inner wall 65 of the annular trough 60, as before, is substantially perpendicular to the floor 64. However, in contrast, the outer wall 66 is angled relative to the floor 64, such that an internal angle  at a junction between the floor 64 and the outer wall 66 is from 90 to 120, preferably 105.
(…)
[0081]In use of the beverage preparation system, as shown in Figures 9 to 12, as before the enclosing member 2 is first moved into the open position and the capsule 1 is inserted into a location in between the capsule holder 20 and the enclosing member 2. Figure 9 illustrates that the leading edge 23 of the enclosing member 2 may comprise an inner rim 23a and an outer rim 23b which are concentric and spaced apart from one another to define a recess 23c there between, which may be generally annular (although may have interruptions around its circumference).
[0082]As shown in Figures 11 and 12, on closing the enclosing member 2 relative to the capsule holder 20 the side wall 43 of the capsule 1 is contacted by the enclosing member 2 to deform the side wall 43. In particular, the inner rim 23a of the leading edge 23 is received in the annular trough 60 and bears on the outer wall 66 while at the same time (or shortly thereafter) the apex 67 of the ridge zone 63 is received in the recess 23c. The ridge zone 63 (and floor 64) is driven downwards by the action of the enclosing member 2 on the outer wall 66 and/or apex 67 causing the outer wall 66 of the annular trough 60 and the outer wall 68 of the ridge zone 63 to buckle and deform/crumple. During this movement the material of the outer wall 66 of the annular trough 60 may be plastically drawn over the leading edge 23 to conform the outer wall 66 of the annular trough 60 to the grooves or indentations to provide an effective seal.
(…)
[0087]Figures 13 to 18 illustrate a third embodiment of capsule 1. Features corresponding to those of the first and/or second embodiment are denoted by corresponding reference signs. Features of the first and/or second embodiment and this embodiment may be interchanged and combined as desired. In addition, in the following description only differences between the embodiments will be described in detail. In other respects the reader is directed to the description of the prior embodiments.
(…)
[0089]The ridge zone 63 is again located radially outwards of the annular trough 60 and comprises an annular projection which extends back in the general direction of the base 42 such that an apex 67 of the ridge zone 63 is raised above the level of the floor 64 of the annular trough 60. The apex 67 is somewhat more rounded than in the second embodiment. The apex 67 may be raised above the floor 64 by a distance from 0.75 to 2.5 mm. As illustrated in this embodiment, the distance is 2.2 mm. The ridge zone 63 may be formed to have an inner wall provided by the angled outer wall 66 of the annular trough 60 and an outer wall 68 formed by at least a portion of the second side wall section 62. As shown most clearly in Figure 14, the outer wall 68 comprises three distinct sections - an upper section 73 which, prior to insertion, is perpendicular to the floor 64, a mid-section 71 that is angled at an angle  of from 20 to 80, preferably 60, to the vertical and a lower section 72 that includes a horizontal portion - parallel to the floor 64 - before merging into the rolled-over portion 48 of the rim 47.
(…)
[0094]As shown in Figures 17 and 18, on closing the enclosing member 2 relative to the capsule holder 20 the side wall 43 of the capsule 1 is contacted by the enclosing member 2 to deform the side wall 43. In particular, the inner rim 23a of the leading edge 23 is received in the annular trough 60 and bears on the outer wall 66 while at the same time (or shortly thereafter) the apex 67 of the ridge zone 63 is received in the recess 23c. The ridge zone 63 (and floor 64) is driven downwards by the action of the enclosing member 2 on the outer wall 66 and/or apex 67 causing the outer wall 66 of the annular trough 60 and the outer wall 68 of the ridge zone 63 to buckle and deform/crumple. During this movement the material of the outer wall 66 of the annular trough 60 may be plastically drawn over the leading edge 23 to conform the outer wall 66 of the annular trough 60 to the grooves or indentations to provide an effective seal.
(…)
2.14.
Het octrooi bevat onder meer de volgende tekeningen:
2.15.
Conclusie 1 van het octrooi kan in de authentieke Engelse versie in de volgende kenmerken worden onderverdeeld:
a) A beverage producing system comprising: a capsule (1) containing beverage ingredients; and a beverage preparation machine;
b) the capsule (1) comprising a cup-shaped body (40) and a lid (41);
c) the cup-shaped body (40) having a base (42) and a side wall (43) and the lid (41) being sealed to the cup-shaped body (40);
d) the capsule (1) being designed for insertion into the beverage preparation machine to permit a pressurised liquid to be flowed through the capsule (1) in order to produce a beverage from interaction with the beverage ingredients;
e) the beverage preparation machine having an enclosing member (2) adapted to be selectively movable between
i. an open position to permit insertion of the capsule (1) into the beverage preparation machine and
ii. a closed position in which the enclosing member (2) sealingly engages the capsule (1);
f) wherein, prior to insertion, the side wall (43) comprises:
i. an annular trough (6o) being dimensioned to receive the enclosing member (2) on movement of the enclosing member (2) into the closed position;
ii. a first side wall section (61) extending between the base (42) and the annular trough (6o); and
iii. a second side wall section (62) extending between the annular trough (6o) and a rim (47) of the capsule (1);
g) wherein the cup-shaped body (40) is formed from aluminium, an aluminium alloy or a laminate comprising at least one layer formed from aluminium or an aluminium alloy;
h) wherein the first side wall section (61), annular trough (60) and second side wall section (62) are formed integrally; and
i) wherein
i. the annular trough (60) is adapted to form a sealing interface with a leading edge (23) of the enclosing member (2), and
ii. the side wall (43) is adapted such that during closure of the enclosing member (2) the side wall (43) is plastically drawn over the leading edge (23) of the enclosing member (2).
2.16.
Op de prioriteitsdatum van EP 521 (17 mei 2013) behoorde WO 2013/136209 A1 (hierna: WO 209), welke PCT-aanvrage is gepubliceerd op 19 september 2013, tot de fictieve stand van de techniek. WO 209 ziet op een
‘System for making beverages’. De beschrijving openbaart onder meer het volgende:
p. 1, t/m regel 12:
This invention relates to a system for making beverages.
In particular, it relates to a system for making beverages based on capsules containing a powdered food substance (for example coffee powder) which can be extracted by passing water through it to make a beverage (for example coffee). Prior art systems comprise a capsule holder into which the capsule is inserted. In some systems, inserted inside the capsule holder there are blades which allow the base of the capsule to be torn, making an opening through which the water can enter the capsule to interact with the food substance. The capsule also generally has a lid which allows the beverage out through it under suitable conditions. (…)
p. 4, regel 29 t/m p. 5, regel 3:
The body 3 of the capsule 2 may be made of various materials such as plastic materials, for example by injection moulding or thermoforming, or metals. The capsule 2 also comprises a lid 8 associated with the perimetric edge 7 for closing the top of the body 3. The lid 8 may be made of aluminium film, plastic film or laminated material.
p. 10, regels 12 t/m 21:
During the coupling the annular edge 12 of the capsule holder 9 may cause deformations in the capsule 2. In fact, the capsule 2, as already indicated, may be made for example of plastic or metal material which is more yielding than that of the capsule holder 9, and may be subject to plastic or elastic deformations after insertion of the projecting annular element 19 in the annular groove 21 and/or of the annular tooth-22 in the annular seat 20. In the sealed configuration the annular groove 21 and/or respectively the annular tooth 22 may be elastically or plastically deformed at least at one of the respective lateral faces 24, 25, 30, 31 to improve the seal.
(…)
Conclusie 1 van WO 209 luidt als volgt:
CLAIMS
1. A system for making beverages, comprising a capsule (2) containing at least one powdered food substance which can be extracted by passing pressurised water through it to make a beverage, the capsule (2) comprising a substantially cup-shaped body (3) having a central axis (4), the body (3) comprising a lower wall (5), a lateral wall (6) extending from the lower wall (5), and, at the opposite end of the lateral wall (6) to the lower wall (5), a perimetric edge (7) projecting outwards from the lateral wall (6), the capsule (2) also comprising a lid (8) associated with the perimetric edge (7) for closing the top of the body (3);
a capsule holder (9) forming a housing (10) inside it for accommodating the capsule (2), the capsule holder (9) comprising an infeed opening (11) through which the capsule (2) can be inserted in the housing (10), the infeed opening (11) being delimited at its perimeter by an annular edge (12) of the capsule holder (9) at the top of which there is a projecting annular element (19) and/or respectively an annular seat (20),
injection means (14) mounted in the capsule holder (9) for in practice injecting pressurised water into the capsule (2) through the lower wall (5);
collecting means (15) for in practice collecting the beverage dispensed through the lid (8) of the capsule (2);
at the perimetric edge (7), on the opposite side to that where the lid (8) of the capsule (2) is associated, there being an annular groove (21 ) on whose surface there are three portions annularly arranged relative to the central axis (4), consisting of a bottom zone (23) and two inner lateral faces (24, 25) which are laterally positioned on opposite sides of the bottom zone (23), and/or respectively there being an annular tooth (22) on whose surface there are three portions annularly arranged relative to the central axis (4), consisting of a tip portion (29) and two outer lateral faces (30, 31) which are laterally positioned on opposite sides of the tip portion (29);
the capsule holder (9) and the capsule (2) being able to adopt a sealed configuration in which the annular edge (12) is in contact with the capsule (2) and is connected to it with a watertight seal;
in the sealed configuration the projecting annular element (19) being inserted in the annular groove (21 ) and being in sealed contact with at least one of the inner lateral faces (24, 25), and/or respectively the annular seat (20) receiving inside it the annular tooth (22) and being in sealed contact with at least one of the outer lateral faces (30, 31) .
WO 209 bevat onder meer de volgende figuren:
2.17.
Uit het verleningsdossier blijkt dat de conclusies tijdens de verleningsfase van EP 521 zijn beperkt ten opzichte van de PCT-aanvrage zoals ingediend. Bij Communication van 14 maart 2017 vond de examiner de aanvrage onder meer niet nieuw in het licht van WO 209. Hij schreef:
1. The following documents (D) are referred to in this communication; the numbering will be adhered to in the rest of the procedure:
D1 WO 2013/136209
D2 WO 2012/120459
D3 WO 2012/118367
D4 DE 10 2008 014758
2. The present application does not meet the requirements of Article 52(1) EPC, because the subject-matter of claim 1 is not new in the sense of Article 54(1) and (2) EPC.
Document D1, which is considered to represent the most relevant state of the art, discloses (cf. Fig. 1-3,5) a beverage producing system (1) comprising a capsule (2) containing beverage ingredients and a beverage preparation machine, the capsule (2) comprises a cup-shaped body (3) and a lid (8); the cup-shaped body (3) having a base (5) and a side wall (6) and the lid (8) being sealed to the cup-shaped body, showing all the features of the subject-matter of claim 1, wherein prior to insertion, the side wall (6) comprises:
- an annular trough (22) being dimensioned to receive an enclosing member (9) of the beverage preparation machine on movement of the enclosing member, into a closed position;
- a first side wall section (6) extending between the base (5) and the annular trough (22); and
- a second side wall section (30) extending between the annular trough (22) and a rim (7) of the capsule (2);
wherein the cup-shaped body (40) is formed from aluminium, an aluminium alloy or a laminate comprising at least one layer formed from aluminium or an aluminium alloy (see page 4, lines 29- 31 disclosing the body of the capsule may be made of various materials such as metals).
Further page 5, lines 2- 3 of document D1 discloses that the lid may be made of aluminium film, plastic film or laminated material, therefore the skilled person would implicitly use aluminium as metal also for the body of the capsule.
Furthermore document D1 discloses on page 5, lines 1 - 2, that the capsule (2) also comprises a lid (8) associated with the perimetric edge (7)
for closing the top of the body (3), therefore the lid (8) is also sealed to the cup-shaped body.
Document D1 also discloses all the features of the capsule discloses by claim 14 and the method disclosed by claim 16.
It has to be said that also documents D2 - D4 disclose all the features of the subject-matter of claims 1, 14 and 16. Document D2 discloses trough (7), document D3 discloses trough (118) and document D4 discloses trough (11).
(…)
2.18.
Om genoemde nieuwheidsbezwaren te overkomen zijn aan conclusie 1 de kenmerken h) en i) (vergelijk onder 2.15.) toegevoegd. De beschrijving van het octrooi is vrijwel niet aangepast. De wijziging van conclusie 1 volgt uit de brief van 17 juli 2017 van de octrooigemachtigde van KDE aan de examiner waarin - onder meer - het volgende is opgenomen:
This is in response to the Communication pursuant to Article 94(3) EPC issued on 14 March 2017.
Amendments
(…)
Independent claims 1 and 14 (independent claims 1 and 13 as amended) have each been amended to require:
"wherein the first side wall section (61), annular trough (60) and second side wall section (62) are formed integrally; and
wherein the annular trough (60) is adapted to form a sealing interface with a leading edge (23) of the enclosing member (2), and the side wall (43) is adapted such that during closure of the enclosing member (2) the side wall (43) is plastically drawn over the leading edge (23) of the enclosing member (2)”.
(…)
Novelty
Document D1 (W02013136209) describes a capsule as to having a cup-shaped body 3 and a lid 8.
At page 5, lines 2 to 3, document D1 discloses that "the lid 8 may be made of aluminium film, plastic film or laminated material". The preceding sentence states that "the body 3 of the capsule 2 may be made of various materials such as plastic materials ... or metals". Document D1 is silent as to what metals the cup-shaped capsule body 3 may be formed from. The disclosure in D1 relating to aluminium relates solely to the lid 8 of the capsule 2. There is therefore no direct and unambiguous disclosure, explicit or implicit, in D1 that the cup-shaped body 3 is formed from aluminium, an aluminium alloy or a laminate comprising at least one layer formed from aluminium or an aluminium alloy as required by the independent claims of the present application.
In addition, D1 does not disclose
"the annular trough is adapted to form a sealing interface with a leading edge of the enclosing member, and the side-wall is adapted such that during closure of the enclosing member the side wall is plastically drawn over the leading edge of the enclosing member”.
For at least these reasons, the independent claims of the present application are novel over D1, as there dependent claims are by virtue of their claim dependencies at least.
(…)
Inventive Step
The technical effect of the combination of novel features of the independent claims is to improve the sealing between the capsule and the enclosing member. The objective technical problem to be solved is therefore how to improve sealing.
The [bedoeld zal zijn: There, vzr.] is no combination of the cited prior art documents which could lead the skilled person to provide the combination of features required by the independent claims as amended.
For at least this reason, it is submitted that the claims as amended are both novel and inventive over the cited prior art, as are their dependent claims by virtue of their claim dependencies at least.
(…)
2.19.
Ten opzichte van P1 zijn in de PCT-aanvrage van onderhavig octrooi tekeningen toegevoegd. P1 bevat zes figuren die identiek zijn aan figuur 1 tot en met 6 van het octrooi als verleend. Figuren 7 tot en met 18 zijn in de PCT-aanvrage toegevoegd.
2.20.
Op 4 juli 2018 heeft KDE onder SodaStream in Frankrijk, een afnemer van Belmoca, een saisie-contrefaçon (een bewijsbeslag) gelegd.
2.21.
Op 19 juli 2018 heeft KDE in Denemarken jegens Fun Nordic ApS (hierna: Fun Nordic), een afnemer van Belmoca, een kort geding aanhangig gemaakt.
2.22.
Op 1 respectievelijk 2 augustus heeft KDE in Frankrijk jegens Belmoca en SodaStream een kort geding en een bodemprocedure aanhangig gemaakt.

3.Het geschil in conventie

3.1.
KDE vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. Belmoca zal verbieden indirecte inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 521, in het bijzonder door het aanbieden of leveren van de Belmio-capsule voor toepassing van de in EP 521 geoctrooieerde uitvinding;
II. Belmoca zal gebieden de afnemers van de Belmio-capsule waarmee Belmoca indirecte inbreuk heeft gemaakt / maakt op het Nederlandse deel van EP 521, schriftelijk op de hoogte te stellen van de door Belmoca gemaakte indirecte inbreuk op het Nederlandse deel van EP 521, en deze producten terug te roepen, dan wel schriftelijk de betrokken order te annuleren, tegen terugbetaling van de koopprijs en vergoeding van alle kosten, en daartoe de in het petitum van de dagvaarding onder II opgenomen brieven zowel in het Nederlands als in het Engels per aangetekende post met uitsluitend de in het petitum vermelde inhoud en zonder enige toevoeging te verzenden;
III. Belmoca zal gebieden aan (de advocaten van) KDE de volgende informatie te verschaffen:
a) een lijst met de namen en adressen van alle afnemers van de Belmio-capsule waarmee Belmoca indirecte inbreuk maakt / heeft gemaakt op het Nederlandse deel van EP 521; en
b) kopieën en verzendbewijzen van de aan de afnemers verzonden brieven als genoemd onder II;
IV. Belmoca zal gebieden alle exemplaren van de Belmio-capsule waarmee Belmoca indirecte inbreuk maakt / heeft gemaakt op het Nederlandse deel van EP 521, daaronder mede begrepen alle Belmio-capsules die Belmoca retour ontvangt van haar afnemers ingevolge de brieven als genoemd onder II, alsmede alle brochures en andere promotiemiddelen voor de Belmio-capsule, te vernietigen en KDE deugdelijk bewijs te verschaffen dat die vernietiging volledig en tijdig heeft plaatsgevonden;
V. Belmoca zal gebieden de bezoekers van belmio.com, belmio.nl en belmio.com/nl te informeren over de inbreuk door Belmoca op het Nederlandse deel van EP 521, door het plaatsen van de in het petitum van de dagvaarding onder V opgenomen mededeling zowel in het Nederlands als in het Engels op de homepage van deze sites met de stijlkenmerken zoals genoemd in het petitum van de dagvaarding onder V, zonder verdere opmerkingen of toevoegingen van welke soort dan ook, voor een periode van 30 dagen;
VI. Belmoca zal gebieden schriftelijk opgave te doen aan KDE van de winst die Belmoca ten gevolge van de bedoelde inbreuken op het Nederlandse deel van EP 521, heeft genoten, door aan (de advocaten van) KDE een door Belmoca opgemaakte en ondertekende verklaring te verstrekken, waaruit de hoogte blijkt van de behaalde winsten van Belmoca met de Belmio-capsule, welke verklaring vergezeld dient te gaan van alle informatie en alle geschreven en elektronische documenten die relevant zijn voor de vaststelling van de genoten winst, waaronder, maar niet beperkt tot, de in- en verkoop facturen, pro forma facturen, koop- en verkoopcontracten, orderbevestigingen, vrachtdocumenten en alle geschreven en elektronische documenten die indirecte kosten onderbouwen welke kosten afgetrokken worden bij het berekenen van de winst. Deze verklaring dient in ieder geval vergezeld te gaan van een volledige opgave van:
a) de totale hoeveelheid (exemplaren) van Belmio-capsule waarmee Belmoca indirecte inbreuk maakt en/of heeft gemaakt op het Nederlandse deel van EP 521, inclusief alle daarop betrekking hebbende bescheiden;
b) alle koop- en verkoopprijzen betreffende de Belmio-capsule, inclusief alle daarop betrekking hebbende bescheiden, waaronder (maar niet beperkt tot) alle facturen;
c) de hoeveelheid (genoemde / exemplaren van) de Belmio-capsule in voorraad bij Belmoca ten tijde van het betekenen van dit vonnis, inclusief alle daarop betrekking hebbende bescheiden;
VII. Belmoca zal veroordelen tot betaling aan KDE van een dwangsom van € 10.000,- per gehele of gedeeltelijke overtreding van één of meer van de verboden en/of geboden als genoemd onder I tot en met VI door Belmoca en voor elke dag, of een gedeelte daarvan, dat de overtreding voortduurt of, zulks ter keuze van KDE, € 1.000,- voor iedere Belmio-capsule waarmee Belmoca één of meer van de verboden en/of geboden als genoemd onder I tot en met VI heeft overtreden;
VIII. Belmoca zal veroordelen tot betaling van de door KDE gemaakte proceskosten ex art. 1019h Rv [2] , vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Aan haar verbodsvordering en nevenvorderingen legt KDE - verkort weergegeven - ten grondslag dat Belmoca met haar Belmio-capsule indirecte inbreuk maakt op conclusies 1, 2, 4 en 6 tot en met 12 van EP 521. Ter onderbouwing verwijst KDE naar het rapport (hierna: het Test Rapport) van TRiOS Precision Engineering (hierna: TRiOS). TRiOS heeft diverse tests uitgevoerd met de Belmio-capsule en de Nespresso koffiemachines type Inissia, Citiz en Pixie. Het Test Rapport toont aan dat de Belmio-capsule voor wat betreft de afdichting in alle drie de Nespresso koffiemachines hetzelfde werkt en dat de Belmio-capsule (in samenstel met een Nespresso-apparaat) onder de beschermingsomvang valt van de voornoemde conclusies van het octrooi. Er is sprake van indirecte inbreuk aangezien Belmoca de Belmio-capsule in Nederland aanbiedt en de capsule te kwalificeren is als een wezenlijk bestanddeel voor de toepassing van de geoctrooieerde uitvinding.
3.3.
Belmoca voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie

4.1.
Belmoca vordert - deels samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar te verklaren bij voorraad
A. voorwaardelijk, KDE zal verbieden jegens (potentiële) afnemers van Belmoca of in het algemeen uitlatingen te doen met de strekking dat Belmoca en/of de Belmio-capsules inbreuk zouden maken op EP 521 behalve indien en voor zover enige rechter heeft geoordeeld dat een bepaald nationaal deel van EP 521 geldig zou zijn, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per keer dat KDE in strijd handelt met dit verbod;
voorwaardelijk, KDE zal gebieden een rectificatie te sturen aan Fun Nordic met de in paragraaf 194 van de conclusie van eis in reconventie beschreven onderwerpregel en inhoud, in gebruikelijke opmaak en lettertype, op het briefpapier van KDE;
onvoorwaardelijk, KDE zal gebieden aan de raadslieden van Belmoca afschrift te verschaffen van enige en iedere overeenkomst tussen HLM en enige vennootschap binnen het JDE concern aangaande de productie van aluminium koffiecapsules;
KDE zal veroordelen in de proceskosten van Belmoca, te begroten ex artikel 1019h Rv.
4.2.
Ter onderbouwing van het voorwaardelijke wapperverbod en de rectificatie in 4.1 onder A en B stelt Belmoca dat KDE zich ook jegens afnemers van Belmoca op EP 521 beroept. Omdat dit er onder andere toe heeft geleid dat afnemers Fun Nordic en SodaStream respectievelijk de afname van Belmio-capsules direct heeft gestaakt dan wel een belangrijke order heeft gecancelled, is een wapperverbod op zijn plaats. Daarnaast kan de schade die Belmoca hierdoor heeft ondervonden, worden geminimaliseerd, wanneer KDE de afnemers door middel van een brief op de hoogte stelt dat de Nederlandse rechter vindt dat er geen sprake is van inbreuk.
4.3.
Aan haar inzagevordering in 4.1 onder C legt Belmoca ten grondslag dat zij op grond van artikel 843a Rv recht heeft op inzage in de overeenkomst die JDE met HLM heeft gesloten met betrekking tot productie van aluminium L’OR-capsules. Belmoca heeft vernomen dat in die overeenkomst zou zijn opgenomen dat het HLM is toegestaan capsules met een V-shape, te weten de Belmio-capsules, te produceren. Als dat juist is, levert dat voor Belmoca een uitputtingsargument op. Toestemming van KDE om de capsules te produceren houdt logischerwijs ook toestemming in om de capsules op de markt te brengen. Derhalve heeft Belmoca een rechtmatig belang bij het verkrijgen van deze overeenkomst, omdat dit de enige manier is om de uitputting te bewijzen.
4.4.
KDE voert gemotiveerd verweer.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie

Bevoegdheid

5.1.
In conventie stelt de voorzieningenrechter ambtshalve vast dat de rechtbank (en daarmee ook de voorzieningenrechter) op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo [3] internationaal bevoegd is tot kennisname van de vorderingen van KDE tegen Belmoca voor zover deze betrekking hebben op indirecte inbreuk in Nederland. Deze bevoegdheid is territoriaal beperkt. De relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter van deze rechtbank volgt uit artikel 80 lid 2 ROW. [4]
5.2.
In (voorwaardelijke) reconventie komt de rechtbank (en daarmee ook de voorzieningenrechter) internationale bevoegdheid toe op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Vo omdat KDE als gedaagde in reconventie gevestigd is in Nederland. Voor zover het gaat om het grensoverschrijdende deel van de vorderingen komt de voorzieningenrechter evenzeer bevoegdheid toe nu de bevoegdheid om voorlopige maatregelen te treffen is gegrond op artikel 4 Brussel I bis-Vo. Aan die bevoegdheid wordt geen afbreuk gedaan door artikel 24 aanhef en sub 4 Brussel I bis-Vo omdat de voorzieningenrechter slechts evalueert hoe de op grond van genoemd artikel bevoegde rechter zich over de geldigheid van de respectieve nationale delen van het Europees octrooi zou uitspreken en de gevorderde voorlopige maatregel niet toekent indien er naar zijn oordeel een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het ingeroepen octrooi door de bevoegde rechter nietig wordt verklaard.

6.De beoordeling in conventie

Spoedeisend belang

6.1.
Gezien de gestelde inbreuk op haar recent verleende octrooi, heeft KDE een spoedeisend belang bij het gevorderde. Dat is door Belmoca ook niet bestreden.
Belangenafweging
6.2.
Wél heeft Belmoca betoogd dat de drempel voor toewijzing van de vorderingen relatief hoog dient te worden gelegd omdat de belangenafweging in haar voordeel dient uit te pakken nu zij al ruim twee jaar op de markt is. Dat betekent, aldus Belmoca, dat zij zich al een positie op de markt heeft verworven en een aanzienlijk belang heeft bij handhaving van de status quo. Dat betoog wordt gezien de bijzondere omstandigheden van deze zaak gevolgd.
6.3.
Niet in geschil is dat Belmoca al vanaf september 2016 op de markt is. Evenmin is in geschil dat Belmoca gedurende de verleningsprocedure op geen enkel moment door KDE is gewaarschuwd (bij exploot of anderszins) dat haar Belmio-capsules onder de beschermingsomvang van het te verlenen octrooi zouden vallen, ook niet toen op 21 maart 2018 - op welke datum de examiner op grond van artikel 71 lid EOV de zogenaamde
‘intention to grant’mededeelde - duidelijk werd dat het octrooi verleend zou worden. Eerst na de verlening van het octrooi, op 2 mei 2018, is Belmoca op 9 juli 2018 rauwelijks door KDE gedagvaard in de onderhavige procedure. KDE heeft voorts niet bestreden dat dit voor Belmoca een
‘bet-the-company’-zaak is: de Belmio-capsule is verantwoordelijk voor het grootste deel van haar omzet. Een eventueel verbod zou volgens Belmoca haar faillissement inluiden. Daarnaast speelt de omvang van partijen mee (de jaaromzet van Belmoca bedraagt nog geen half procent van die van KDE, dat het grootste koffieconcern ter wereld is). Bovendien is de schade die KDE zou lijden, indien het door haar gevorderde verbod in kort geding niet wordt toegewezen en in de bodemprocedure zou worden beslist dat Belmoca inbreuk maakt, relatief eenvoudig te begroten, althans veel gemakkelijker dan wanneer Belmoca dat zou moeten doen wanneer er - achteraf ten onrechte - een verbod is opgelegd. Gelet op al deze omstandigheden tezamen, ligt de lat voor KDE voor toewijzing van de gevraagde voorziening in dit kort geding relatief hoog (en zoals hierna zal blijken té hoog).
Inbreuk op een geldig octrooi?
6.4.
Het octrooi ziet op een drankproductiesysteem, een capsule en een werkwijze voor de bereiding van een drank. Zoals KDE in de dagvaarding zelf ook aangeeft, kende de stand van de techniek op de prioriteitsdatum reeds dergelijke systemen, in de praktijk bekend als de Nespresso-machines en de bijbehorende Nespresso-capsules. De in EP 521 geclaimde uitvinding dient te worden gezien tegen de achtergrond van het feit dat Nestlé een groot aantal octrooien op zowel haar machines als haar capsules heeft (gehad), zoals het in paragraaf [0002] van de beschrijving genoemde octrooi EP 1 700 548. Nadat er aan het begin van dit decennium bepaalde octrooien van Nestlé verliepen, kwamen er concurrenten op de markt, waaronder KDE, met aanvankelijk plastic (polypropyleen) capsules en later aluminium. Het voordeel van aluminium is dat het de aroma’s van koffie langer vasthoudt en een rijkere smaak en crèmelaag geeft, waarbij dit materiaal een meer premium uitstraling heeft (hetgeen een belangrijk marketingvoordeel oplevert). KDE is een van de partijen die zich ten doel hebben gesteld een aluminiumcapsule op de markt te brengen, geschikt voor gebruik in Nespresso-machines. Zoals in 2.3. gemeld, heeft Nestlé de voorheen in de capsulekamer van haar machines geplaatste siliconen rubberen (afdicht) ring op enig moment in nieuwe machines verwijderd en in plaats daarvan een (geoctrooieerde [5] ) siliconen ring op haar aluminium capsules aangebracht. KDE heeft, teneinde om het octrooi van Nestlé heen te werken, een alternatieve manier bedacht om bij het gebruik van aluminium capsules in het Nespresso-apparaat te zorgen dat er een goede afdichting plaatsvindt tussen de aluminiumcapsule en de capsulekamer en het onder hoge druk door de capsule te leiden water ook daadwerkelijk door de koffiecapsule gaat, en niet erlangs. Dit alternatief, zoals paragraaf [0003] van de beschrijving het ook zelf noemt, heeft KDE geoctrooieerd.
6.5.
De vraag is echter of KDE’s alternatief nieuw en inventief is. Die vraag is in de onderhavige zaak verweven met de inbreukvraag.
6.6.
Partijen zijn het er over eens dat de Belmio-capsule voldoet aan alle kenmerken van conclusie 1 van EP 521 behoudens kenmerk i), uitgesplitst in deelkenmerken i) i. en
i) ii. Over de uitleg van deze kenmerken, die door KDE in de verleningsprocedure zijn toegevoegd om af te bakenen van onder meer WO 209 (zie 2.17. en 2.18.), verschillen partijen van mening. Belmoca meent dat de uitleg die KDE voorstaat, en die er volgens haar op neer komt dat het kenmerk
‘plastically drawn over’(kenmerk i) i)) gelijkgesteld wordt met iedere plastische vervorming van de wand van de capsule, te ruim is. Bij een juiste uitleg heeft haar Belmio-capsule geen ringvormige trog die een
‘sealing interface with a leading edge (23) of the enclosing member (2)’vormt en is die trog niet
‘plastically drawn over the leading edge’van het enclosing member. Als dat anders zou zijn, is het octrooi nietig, aldus nog steeds Belmoca.
6.7.
De beschermingsomvang van een Europees octrooi wordt op grond van artikel 69 lid 1 EOV bepaald door de conclusies van het octrooischrift, waarbij de beschrijving en de tekeningen dienen tot uitleg van die conclusies. Daarbij dient, op grond van artikel 1 van het Protocol inzake de uitleg van artikel 69 EOV (hierna: het Protocol), het midden te worden gehouden tussen een uitleg die de beschermingsomvang uitsluitend bepaalt aan de hand van de letterlijke tekst van de conclusies en een uitleg waarbij de conclusies alleen als richtlijn dienen en waarbij de bescherming zich uitstrekt tot datgene wat de octrooihouder volgens de gemiddelde vakman (hierna: de vakman) heeft willen beschermen. Artikel 1 van het Protocol vereist dat zowel een redelijke bescherming van de aanvrager als een redelijke rechtszekerheid aan derden wordt geboden.
6.8.
Conclusie 1 ziet - samengevat - op een drankproductiesysteem met een aluminium capsule (1) die drankingrediënten (koffie of thee) bevat. De capsule (zie bijv. figuur 1, 2.14.) heeft een conische vorm, in de terminologie van EP 521 een
‘cup-shaped body’ (40), met een deksel (
‘lid’ (41)) en een
‘base’ (42). Het bekervormige lichaam bestaat uit een
‘side wall’ (43), bestaande uit een integraal gevormde
‘first side wall section’ (61), een ringvormige trog
(‘annular trough’ (60))en een
‘second side wall section’ (62). De capsule is ontworpen om in een drankbereidingsmachine te worden ingebracht. Die machine bevat een omsluitend deel (
‘enclosing member’ (2)) voorzien van een voorste rand (
‘leading edge’ 23)), welke omsluitend deel selectief beweegbaar is tussen een open en een gesloten positie. In de open positie wordt de capsule in de machine gebracht terwijl in de gesloten positie de
‘enclosing member (2) sealingly engages the capsule (1)’door tegen de ‘
capsule holder’ (20)aan te drukken. De in de verleningsprocedure toegevoegde deelkenmerken i) i) en i) ii) vereisen dat de
‘annular trough (60) is adapted to form a sealing interface with a leading edge (23) of the enclosing member (2)’respectievelijk dat de
‘side wall (43) is adapted such that during closure of the enclosing member (2) the side wall (43) is plastically drawn over the leading edge (23) of the enclosing member (2)’.
6.9.
Het octrooi kent drie uitvoeringsvormen. In paragrafen [0048] t/m [0074] van de beschrijving en in de figuren 1 tot en met 6 wordt een eerste uitvoeringsvorm van de capsule geopenbaard. In die uitvoeringsvorm
‘the leading edge 23[van ‘enclosing member’ (2), voorzieningenrechter]
enters the annular trough 60 and bears on the floor 64 and/or the inner wall 65 and/or the outer wall 66’. Zoals in de figuren 5 en 6 is te zien is
‘the floor 64 […] driven downwards by the action of the enclosing member 2 to nip the floor 64 (and the lid 41 sealed to the floor) against the capsule holder 20’. In paragraaf [0073] van de beschrijving wordt gezegd dat
‘the induced movement of the side wall 43 to undergo plastic deformation’waarna de tekst verder gaat met:
‘In particular, as the side wall 43 is deformed downwards, the side wall 43 (in particular portions of the annular trough 60) may be plastically drawn over the leading edge 23 of the enclosing member 2 which encourages the material of the side wall 43 to be closely conformed to the grooves of the leading edge 23. Thus, the annular trough 60 may form a sealing interface with the leading edge 23 of the enclosing member 2’. Ten slotte wordt opgemerkt (zie paragraaf [0074]) dat
‘deformation of the annular trough 60 may also cause an outward pressure to be exerted by the side wall 43 on the inner face 25 of the enclosing member 2 to form a further sealing interface’. Kort gezegd zakt de (voorste rand van de)
‘enclosing member’dus in de
‘annular trough’tot op de bodem. Hierdoor vindt plastische deformatie plaats van de aluminium zijwand, meer in het bijzonder kan de zijwand (en nog meer in het bijzonder delen van de
‘annular trough’van die zijwand) plastisch over de voorste rand van
‘enclosing member’worden getrokken (zie figuren 4 en 6 waarbij in figuur 6 te zien is dat door de neerwaartse kracht van de (
‘leading edge’van de)
‘enclosing member’, de zijwand omhoog wordt getrokken om het omsluitende deel heen), door partijen, die het erover eens zijn dat dit in de figuren 4 en 6 plaatsvindt, ook wel aangeduid als ‘dieptrekken’. Dit ‘dieptrekken’ is in de verleningsprocedure vanwege nieuwheidsbezwaren ten opzichte van WO 209 toegevoegd aan conclusie 1. De beschrijving is vervolgens niet meer aangepast zodat in de hiervoor aangehaalde paragraaf [0073] nog wordt gesproken van
may beplastically drawn over’[onderstreping toegevoegd, voorzieningenrechter].
6.10.
Een tweede uitvoeringsvorm van de capsule wordt geopenbaard in paragrafen [0075] t/m [0086] van de beschrijving en in de figuren 7 tot en met 12 van EP 521. Deze uitvoeringsvorm verschilt ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm hierin dat de configuratie en geometrie van de
‘annular trough’anders is. Dit blijkt duidelijk uit figuur 8 van het octrooi. Vergeleken met de eerste uitvoeringsvorm, waar de
‘outer wall’ (66)van de
‘annular trough’vrijwel loodrecht op de bodem 64 staat, maakt de
‘outer wall’(66) van de
‘annular trough’in de tweede uitvoeringsvorm een hoek ten opzichte van bodem (64) (van 90 tot 120, bij voorkeur 105). Uit de figuren 10, 11 en 12 blijkt dat die vormgeving
‘matcht’met de vormgeving van de
‘leading edge’van de
‘enclosing member’die in deze uitvoeringsvorm een
‘recess’ (23c)heeft (vrij vertaald: een inkeping) met een
‘outer rim’ (23b)en een
‘inner rim’ (23a). Deze inkeping past precies op de
‘apex’ (67), zijnde het topje van de
‘ridge zone’ (63), die in feite de buitenkant is van
‘outer wall’ (66). Door het ontvangen van
‘recess’ (23c)in
‘apex’ (67)vindt een goede afdichting plaats. De
‘inner rim’zakt voor een klein deel in de
‘annular trough’maar raakt de bodem, anders dan in de eerste uitvoeringsvorm, niet. Paragraaf [0082] van het octrooi beschrijft dat
‘inner rim’ 23avan de
‘leading edge’ 23 “is received in the annular trough 60 and bears on the outer wall 66 while at the same time (or shortly thereafter) the apex 67 of the ridge zone 63 is received in the recess 23c”. De beschrijving vervolgt dan met:
“The ridge zone 63 (and floor 64) is driven downwards by the action of the enclosing member 2 on the outer wall 66 and/or apex 67 causing the outer wall 66 of the annular trough 60 and the outer wall 68 to buckle and deform/crumple. During this movement the material of the outer wall 66 of the annular troughmay beplastically drawn over the leading edge 23 to conform the outer wall 66 of the annular trough 60 to the grooves or indentations to provide an effective seal”[onderstreping toegevoegd, voorzieningenrechter].
6.11.
EP 521 openbaart ook nog een derde uitvoeringsvorm die erg lijkt op de tweede uitvoeringsvorm maar onder meer een iets rondere
‘apex’ 67heeft. Deze uitvoeringsvorm kan echter onbesproken blijven omdat KDE in haar dagvaarding ten aanzien van de inbreukvraag over deze uitvoeringsvorm niets heeft gesteld.
6.12.
Wanneer conclusie 1 van EP 521 wordt bezien in het licht van de beschrijving en de tekeningen, indachtig voorts het feit dat KDE de deelkenmerken i) i) en i) ii) in de verleningsprocedure heeft toegevoegd om nieuwheidsbezwaren ten opzichte van WO 209 weg te nemen, dient die conclusie naar voorlopig oordeel zo te worden uitgelegd dat het element
‘plastically drawn over’een essentieel kenmerk vormt dat niet kan worden weggeïnterpreteerd uit de conclusie, bijvoorbeeld door iedere vorm van plastische vervorming aan te duiden als ‘dieptrekken’. Dat ‘dieptrekken’ vindt plaats in de eerste uitvoeringsvorm (zoals te zien is in de figuren 4 en 6), zo erkent ook Belmoca. In de tweede uitvoeringsvorm daarentegen kan dat
‘plastically drawn over’niet goed worden ingezien. Zoals de beschrijving al aangeeft in paragraaf [0082] wordt de
‘ridge zone’ (63)(en
‘floor’ (64)) naar beneden geduwd door de beweging van de
‘enclosing member’ (2)op de
‘outer wall’ (66)en/of de
‘apex’ (67)hetgeen ervoor zorgt dat de
‘outer wall’ (66)van de
‘annular trough’ (60)en de
‘outer wall’ (68)van de
‘ridge zone’ (63)plastisch vervormt
(‘to buckle and deform/crumple’). [6] Dit vervormen van de wanden (66) en (68) kan naar voorlopig oordeel niet gelijk worden gesteld met
‘plastically drawn over’,
‘dieptrekken’. Dat aan het slot van paragraaf [0082] wordt gezegd dat gedurende de beweging van de
‘enclosing member’het materiaal van
‘outer wall’ (66)van de
‘annular trough’ (60) “may beplastically drawn over the leading edge 23 to conform the outer wall of the annular trough 60 to the grooves or indentations to provide an effective seal”[onderstreping toegevoegd, vzr], doet hieraan niet af. Zelfs als aangenomen zou moeten worden dat ‘dieptrekken’ in de tweede uitvoeringsvorm ook mogelijk zou zijn, kan dit niet leiden tot een uitleg van conclusie 1 waarbij van
‘plastically drawn over’ook sprake zou zijn als er alleen plastische vervorming
(‘to buckle and deform/crumple’)optreedt. De beschrijving is na amendering van conclusie 1 door toevoeging daaraan van het kenmerk
‘plastically drawn over’in verband met afbakening ten opzichte van WO 209, niet aangepast. De tweede uitvoeringsvorm van EP 521 valt, voor zover het daar niet gaat om ‘dieptrekken’ maar alleen om het plastisch vervormen
(‘to buckle and deform/crumple’)van de
‘outer wall’ (66)van de
‘annular trough’ (60)en de
‘outer wall’ (68)van de
‘ridge zone’ (63), dan ook niet onder de beschermingsomvang van conclusie 1 van het octrooi.
6.13.
KDE heeft in de dagvaarding bij de uitleg van kenmerk i) ii) geen onderscheid gemaakt tussen plastisch vervormen en het over de voorste rand van het omsluitende deel ‘dieptrekken’ van zijwand-materiaal [7] hetgeen het debat niet heeft geholpen. Eerst ter zitting heeft zij gesteld dat het in conclusie 1 van EP 521 gaat om ‘plastisch trekken over’. Zij heeft ook eerst toen gemotiveerd gesteld dat er een verschil bestaat tussen tussen de
‘enclosing member’en de
voorste randdaarvan. Zij betoogt dat de opstaande rand van de Belmio-capsule de
‘enclosing member’ontvangt en een afdichtende interface vormt met de voorste rand van de
‘enclosing member’.
De linker foto van een door KDE ter zitting overhandigde Belmio capsule, is gemaakt door de voorzieningenrechter.
De rechter foto komt uit digitale productie A van KDE (video’s en foto’s van de interactie van het omsluitende deel van de
Nespresso-machines met (een deel van) de zijwand van de Belmio capsule).
Volgens KDE wordt de zijwand van de Belmio capsule daarbij plastisch over de
voorste randvan de
‘enclosing member’getrokken. Ter ondersteuning van haar inbreukbetoog verwijst KDE naar paragraaf [0073] van de beschrijving (dat nota bene ziet op de eerste uitvoeringsvorm) [8] en naar de volgende afbeeldingen afkomstig uit het testrapport van het door haar ingeschakelde TRIOS Precision Engineering.
Afbeeldingen van de simulatietest met Inissia, Digitale Productie B
Afbeelding afkomstig uit het testrapport als weergegeven in randnummer 37 pleitnota KDE, waarbij de
grijze lijn de zijwand van de Belmio capsule voor inbrenging weergeeft, en de rode lijn de vervorming
die nadien is opgetreden.
De omstandigheid dat er bij de Belmio capsule mogelijkerwijs enige mate van
‘buckling/deformation/crumpling’van de zijwand plaatsvindt, aldus nog steeds KDE, doet niet af aan het feit dat de zijwand ook plastisch over de voorste rand van het omsluitende deel wordt getrokken.
6.14.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat KDE de gestelde inbreuk, gezien de hiervoor in r.o. 6.3. gegeven maatstaf, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Met Belmoca wordt aangenomen dat er door de krachtuitoefening van de
‘enclosing member’daarop, sprake is van een neerwaartse indrukking van de opwaartse rand in de Belmio-capsule maar daarmee is nog niet zonder meer voldaan aan het in conclusie 1 van EP 521 toegevoegde kenmerk dat de
‘side wall is plastically drawn over the leading edge of the enclosing member’. Het octrooi beschrijft het kenmerk in het kader van de eerste uitvoeringsvorm in paragraaf [0072] en [0073] van de beschrijving. Het legt daar uit dat tijdens de stap van het sluiten van de
‘enclosing member’de aluminium zijwand deformeert en die zijwand, omdat de
‘leading edge’van de
‘enclosing member’in de
‘annular trough’zakt tot op
‘floor’ 64, in het bijzonder delen van de
‘annular trough’plastisch over de voorste rand van de
‘enclosing member’heengetrokken kunnen worden. Dit is de situatie zoals die wordt weergegeven in de figuren 4, 5 en 6 waarbij in figuur 6 te zien is dat door de neerwaartse kracht van de (
‘leading edge’van de)
‘enclosing member’, de zijwand omhoog wordt getrokken om het omsluitende deel heen (zie 2.14.), althans is dat tussen partijen niet in geschil. In dit geding wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat dít als ‘dieptrekken’ moet worden beschouwd. Dat wat Belmoca doet komt overeen met de in het octrooi beschreven tweede uitvoeringsvorm waarbij de ringvormige trog/rand door de
‘enclosing member’slechts wordt ingedrukt en zo plastisch vervormt
(‘to buckle and deform/crumple’). Bij dit alles komt dat
‘plastically drawn over’minst genomen een onduidelijk kenmerk is, terwijl gebrek aan duidelijkheid voor de vakman die de grenzen van de door het octrooi geboden bescherming wil vaststellen, in beginsel ten nadele van de octrooihouder werkt. [9] Als op conclusie 1 geen inbreuk wordt gemaakt, geldt hetzelfde voor de daarvan afhankelijke ingeroepen conclusies 2, 4 en 6 tot en met 12.
6.15.
Als voor een ogenblik zou worden aangenomen dat
‘buckle/deform/crumple’gelijkgesteld zou kunnen worden aan dieptrekken, dan is conclusie 1 van EP 521 naar voorlopig oordeel nietig wegens gebrek aan nieuwheid over WO 209 althans (omdat KDE de stelling van Belmoca dat de tweede uitvoeringsvorm geen aanspraak kan maken op prioriteit en WO 209 daarmee volledige stand van de techniek wordt, onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken) in het licht van WO 209 en de algemene vakkennis van de gemiddelde vakman niet inventief is en Belmoca een niet-inventieve variant van WO 209 toepast.
6.16.
In WO 209, die door de examiner als
closest prior artis aangemerkt, vindt voorshands hetzelfde plaats als dat wat Belmoca doet, hetgeen KDE, op het kenmerk i) ii) na, ook in deze procedure, net als bij de examiner, niet bestrijdt. Het formele argument dat dit document al tijdens de verlening aan de orde is geweest en daarom in dit geding buiten beschouwing zou moeten blijven, wordt verworpen. Inhoudelijk heeft KDE tegen WO 209 nog aangevoerd dat daarin geen aluminium capsule wordt geopenbaard en daarom niet nieuwheidsschadelijk is voor EP 521. Dat betoog slaagt evenmin. WO 209 spreekt (naast plastic) van capsules van
‘metal’(p. 3, regels 29 t/m 31:
“The body 3 of the capsule 2 may be made of various materials such as plastic materials, for example by injection moulding or thermoforming, or metals”en p. 10, regels 14 t/m 15:
“In fact, the capsule 2, as already indicated, may be made for example of plastic or metal material”). Dat, zoals Belmoca bij de examiner heeft betoogd (vgl. 2.18.),
“the disclosure in D1 relating to aluminium solely relates to the lid 8 of capsule 2”is dus niet juist. Bovendien heeft Belmoca onweersproken aangevoerd dat de vakman op de prioriteitsdatum wist dat Nespresso al jaren capsules van aluminium op de markt bracht zodat hij hier ook als eerste aan zou denken als hij leest dat een capsule van metaal is gemaakt. Dat hij daaraan niettemin geen waarde zou hechten omdat door de specifieke dikteverdeling van de in WO 209 getoonde capsule integrale vervaardiging van aluminium niet mogelijk zou zijn, heeft Belmoca ter zitting gemotiveerd weersproken. [10] KDE is hier bij dupliek in het geheel niet meer op teruggekomen. Sterker nog, KDE heeft ter zitting erkend dat vakman op de prioriteitsdatum verschillende wanddiktes van aluminium zou kunnen maken zodat betoog van [X] niet opgaat.
6.17.
De slotsom is dat de vorderingen in conventie worden afgewezen.
Proceskosten
6.18.
KDE zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Belmoca. Belmoca maakt aanspraak op vergoeding van haar volledige proceskosten overeenkomstig artikel 1019h Rv. De proceskosten (met specificaties onderbouwd) sluiten volgens Belmoca op € 174.660,98, inclusief griffierecht en exclusief BTW. Tegen de hoogte van de door Belmoca opgevoerde kosten is door KDE geen bezwaar gemaakt. Partijen zijn het erover eens dat 95% van de kosten is toe te rekenen aan de procedure in conventie, zodat de kosten in conventie aan de zijde van Belmoca uitkomen op (€ 174.660,98 x 95% =) € 165.927,93.

7.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie

Voorwaardelijk wapperverbod

7.1.
Nu hiervoor is beslist dat de vorderingen van KDE worden afgewezen, wordt ervan uitgegaan dat aan de door Belmoca gestelde voorwaarde is voldaan. Het wapperverbod wordt afgewezen. KDE heeft gemotiveerd betwist dat zij heeft gewapperd. Zij heeft aangevoerd dat zij slechts procedures in het buitenland tegen Belmoca of haar distributeurs aanhangig heeft gemaakt, hetgeen, zo begrijpt de voorzieningenrechter de redenering van KDE, geoorloofd is omdat een
anti-suit injunctionin beginsel niet mogelijk is. Nu het verweer van KDE door Belmoca in het geheel niet is weersproken, stuit de vordering reeds daarop af.
Voorwaardelijke rectificatie
7.2.
Ook de gevorderde rectificatie aan de in Denemarken gevestigde partij Fun Nordic wordt afgewezen. In deze procedure zijn de vorderingen van KDE beperkt tot Nederland zodat de voorzieningenrechter zich geen beeld heeft gevormd van geldigheid van en inbreuk op het Deense deel van EP 521, waarbij nog eens komt dat KDE ter zitting heeft gesteld dat Fun Nordic inbreuk in Denemarken heeft erkend, welke stelling door Belmoca onvoldoende gemotiveerd is betwist.
Inzage
7.3.
Nu de vorderingen van KDE in conventie worden afgewezen, heeft Belmoca geen belang meer bij inzage in de overeenkomst die (een rechtspersoon van het concern van) JDE met HLM heeft gesloten. Deze overeenkomst is in de onderhavige procedure niet meer nodig om een eventueel uitputtingsverweer van Belmoca te onderbouwen. Dit onderdeel van de reconventionele vordering zal worden afgewezen.
Proceskosten
7.4.
Belmoca wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van KDE. Partijen zijn het erover eens dat 5% van de proceskosten ziet op de reconventie. KDE heeft aan honorarium een bedrag van € 228.251,- opgegeven, exclusief verschotten (in totaal komt zij op een bedrag van € 303.554,99). Belmoca heeft bezwaar gemaakt tegen deze opgave nu die naar haar mening niet voldoende is gespecificeerd en niet verder gaat dan
‘preparation writ of summons’,
‘preparation evidence’,
‘preparation pleadings’etc. Nu KDE dit bezwaar niet heeft weersproken, zal uitgegaan worden van het liquidatietarief. Overeenkomstig het liquidatietarief voor een complex kort geding worden de kosten begroot op (€ 1.470,- x 5% =) € 73,50 aan salaris advocaat.

8.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
8.1.
wijst de vorderingen af,
8.2.
veroordeelt KDE in de kosten van het geding in conventie, tot op heden aan de zijde van Belmoca begroot op € 165.927,93,
8.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
8.4.
wijst de vorderingen af,
8.5.
veroordeelt Belmoca in de kosten van het geding in reconventie, tot op heden aan de zijde van KDE begroot op € 73,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
8.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen en bij zijn ontstentenis in het openbaar uitgesproken door mr. C.T. Aalbers op 28 december 2018.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld EP 1 654 966 B1 en EP 2 012 994 B1.
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
3.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
4.Rijksoctrooiwet 1995
5.Vgl. 2.3. en voetnoot 1
6.Dit
7.Vergelijk randnummers 35 en 36 dagvaarding
8.randnummer 36 pleitnota KDE
9.HR 13 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609 (Ciba Geigy v. Oté Optics)
10.Randnummers 50 t/m 64 pleitnota Belmoca