ECLI:NL:RBDHA:2018:15439

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juni 2018
Publicatiedatum
27 december 2018
Zaaknummer
6025096 RL EXPL 17-13193
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van telecomabonnementen en de rechtsgeldigheid van eenzijdige wijzigingsbedingen

In deze zaak hebben eisers, een groep van 57 personen, een Flex-abonnement bij T-Mobile afgesloten. T-Mobile heeft in 2015 besloten om deze abonnementen om te zetten naar een ander type abonnement, het Stel-Samen-en-Stel-Bij abonnement. Eisers zijn het niet eens met deze wijziging en stellen dat T-Mobile de kern van hun overeenkomst heeft gewijzigd, wat volgens hen niet is toegestaan. De kantonrechter oordeelt dat T-Mobile op basis van haar algemene voorwaarden het recht had om de abonnementen te wijzigen. De rechter concludeert dat de wijzigingsbedingen niet onredelijk bezwarend zijn in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG en dat de overeenkomsten tussen T-Mobile en eisers niet kwalificeren als koop, maar als overeenkomsten tot levering van diensten. De eisers hebben geen recht op uitbetaling van het opgebouwde beltegoed, omdat dit slechts een rekeneenheid is voor de geleverde diensten. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
YFR
Rolnr.: 6025096 RL EXPL 17-13193
21 juni 2018
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1] , wonende te [woonplaats] ,

2.
[eiser 2] ,wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 3] ,wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiser 4] ,wonende te [woonplaats] ,
5.
[eiser 5] ,wonende te [woonplaats] ,
6.
[eiser 6] ,wonende te [woonplaats] ,
7.
[eiser 7] ,wonende te [woonplaats]
8.
[eiser 8] ,wonende te [woonplaats] ,
9.
[eiser 9] ,wonende te [woonplaats] ,
10.
[eiser 10] ,wonende te [woonplaats] ,
11.
[eiser 11] ,wonende te [woonplaats] ,
12.
[eiser 12] ,wonende te [woonplaats] ,
13.
[eiser 13] ,wonende te [woonplaats] ,
14.
[eiser 14] ,wonende te [woonplaats] ,
15.
[eiser 15] ,wonende te [woonplaats] ,
16.
[eiser 16] ,wonende te [woonplaats] ,
17.
[eiser 17] ,wonende te [woonplaats] ,
18.
[eiser 18] ,wonende te [woonplaats] ,
19.
[eiser 19] ,wonende te [woonplaats] ,
20.
[eiser 20] ,wonende te [woonplaats] ,
21.
[eiser 21] ,wonende te [woonplaats] ,
22.
[eiser 22] ,wonende te [woonplaats] ,
23.
[eiser 23] ,wonende te [woonplaats] ,
24.
[eiser 24] ,wonende te [woonplaats] ,
25.
[eiser 25] ,wonende te [woonplaats] ,
26.
[eiser 26] ,wonende te [woonplaats] ,
27.
[eiser 27] ,wonende te [woonplaats]
28.
[eiser 28] ,wonende te [woonplaats] ,
29.
[eiser 29] ,wonende te [woonplaats] ,
30.
[eiser 30] ,wonende te [woonplaats] ,
31.
[eiser 31] ,wonende te [woonplaats] ,
32.
[eiser 32] ,wonende te [woonplaats] ,
33.
[eiser 33] ,wonende te [woonplaats] ,
34.
[eiser 34] ,wonende te [woonplaats]
35.
[eiser 35] ,wonende te [woonplaats]
,
36.
[eiser 36] ,wonende te [woonplaats] ,
37.
[eiser 37] ,wonende te [woonplaats] ,
38.
[eiser 38] ,wonende te [woonplaats] ,
39.
[eiser 39] ,wonende te [woonplaats] ,
40.
[eiser 40] ,wonende te [woonplaats] ,
41.
[eiser 41] ,wonende te [woonplaats] ,
42.
[eiser 42] ,wonende te [woonplaats] ,
43.
[eiser 43] ,wonende te [woonplaats] ,
44.
[eiser 44] ,wonende te [woonplaats] ,
45.
[eiser 45] ,wonende te [woonplaats] ,
46.
[eiser 46] ,wonende te [woonplaats] ,
47.
[eiser 47] ,wonende te [woonplaats] ,
48.
[eiser 48] ,wonende te [woonplaats] ,
49.
[eiser 49] ,wonende te [woonplaats]
50.
[eiser 50] ,wonende te [woonplaats] ,
51.
[eiser 51] ,wonende te [woonplaats] ,
52.
[eiser 52] ,wonende te [woonplaats] ,
53.
[eiser 53] ,wonende te [woonplaats] ,
54.
[eiser 54] ,wonende te [woonplaats] ,
55.
[eiser 55] ,wonende te [woonplaats] ,
56.
[eiser 56] ,wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. N.W. Sprenger,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T-Mobile Netherlands B.V.,gevestigd te Den Haag,
gedaagde partij,
gemachtigde: mrs. I.M.C.A. Reinders Folmer en S.J.H. Gijrath.
Partijen worden aangeduid als “eisers” en “T-Mobile”.

1.Verdere procedure

1.1.
De kantonrechter heeft op 30 oktober 2017 een tussenvonnis gewezen, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
1.2.
Naar aanleiding van het tussenvonnis hebben partijen een opgave van de verhinderdata gedaan op basis waarvan een comparitie van partijen op 22 maart 2018 is gepland. Voorafgaand aan deze comparitie van partijen heeft T-Mobile nog een brief met productie ingestuurd. Op 22 maart 2018 heeft de comparitie van partijen plaatsgevonden. Namens eisers zijn verschenen [betrokkene 1] , [eiser 31] , [eiser 49] , [eiser 35] , [eiser 10] , [betrokkene 2] , [eiser 28] , [eiser 30] en [betrokkene 3] , bijgestaan door de gemachtigde mevrouw mr. N.W. Sprenger. Namens T-Mobile is verschenen [betrokkene 4] , bijgestaan door de gemachtigden de heren mr. S.J.H. Gijrath, mr. M. Wallart en mr. M. Heffels. Partijen hebben de zaak ter zitting toegelicht, waarbij eisers zich hebben bediend van een pleitnotitie. Uiteindelijk is de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2.Feiten

2.1.
Eisers hebben bij T-Mobile (een variant van) Flex/Flex Sim Only of Relax/Relax Sim Only abonnementen (hierna: Flex/Relax abonnementen) gesloten. Deze abonnementen gaven eisers het recht om, tegen betaling van een vast maandbedrag, een bundel aan mobiele telecomdiensten af te nemen in de vorm van bellen, sms-en en internetten. De omvang van deze bundel werd op de factuur aangeduid als ‘beltegoed’. Dit beltegoed werd uitgedrukt in een bepaald geldbedrag en was onbeperkt geldig.
2.2.
Op de abonnementen zijn de Algemene Voorwaarden T-Mobile Abonnee (hierna: de AV) van toepassing verklaard. Deze AV bevatten de volgende bepalingen:
2.4
De algemene en aanvullende Voorwaarden kunnen door T-Mobile worden gewijzigd.
7.2
T-Mobile is gerechtigd haar tarieven te wijzigen. Wijzigingen zullen door T-Mobile onder meer middels haar internetsite www.t-mobile.nl vooraf bekend worden gemaakt. De actuele tarieven kan de Klant ook opvragen bij T-Mobile Klantenservice.
10.4
Bij beëindiging van de Overeenkomst door de Klant komen alle aanspraken van de Klant jegens T-Mobile te vervallen.
2.3.
De abonnementsstructuur van de Flex/Relax abonnementen was omschreven in het Tarievenoverzicht. In dit Tarievenoverzicht is de volgende bepaling opgenomen:
“Overstappen en Vernieuwen
Met Flex is het mogelijk om eenmaal per maand opwaarts van abonnement te veranderen naar een op dat moment in de markt verkrijgbaar abonnement. Bijvoorbeeld van Flex15 naar Flex20. Binnen je minimale contractperiode is het niet mogelijk van T-Mobile Flex over te stappen naar T-Mobile Flex Sim Only. Na afloop van je minimale contractperiode kun je overstappen naar een Sim Only tariefplan indien je je contract vernieuwt. Ongebruikt beltegoed kun je alleen meenemen als je overstapt of vernieuwt naar een Flex of Flex Sim Only abonnement. Promotionele kortingen op basis van het initiële abonnement die op een later tijdstip dan het moment van overstappen uitgekeerd zouden worden, komen bij een overstap te vervallen. Overstappen naar T-Mobile groepsabonnement binnen zes maanden na het afsluiten van je Flex-abonnement kost € 59,50 per aansluiting.”
2.4.
De Flex/Relax abonnementen kenmerkten zich door het feit dat het door eisers te betalen maandelijkse abonnementsgeld aanspraak gaf op een dubbele hoeveelheid ‘beltegoed’.
2.5.
Vanaf 2011 is T-Mobile gestopt met het aanbieden van nieuwe Flex/Relax abonnementen. Eisers hebben hun Flex/Relax abonnementen na 2011 telkens verlengd.
2.6.
In 2015 heeft T-Mobile besloten om de Flex/Relax abonnementen per 10 december 2015 om te zetten naar een andere abonnementsvorm, het zogenaamde Stel-Samen-en-Stel-Bij abonnement (hierna: SSSB-abonnement). De belangrijkste wijziging van de omzetting van de Flex/Relax abonnementen naar de SSSB-abonnementen was dat abonnees voor een vast (lager) maandbedrag onbeperkt in Nederland konden bellen, sms-en en internetten en tevens in zone 1 onbeperkt konden sms-en en 120 minuten konden bellen. Het opgebouwde beltegoed zou na omzetting naar een SSSB-abonnement komen te vervallen.
2.7.
T-Mobile heeft op of omstreeks 10 november 2015 een brief of email aan eisers gestuurd, waarin T-Mobile heeft aangekondigd dat het abonnement zou worden gewijzigd in een SSSB-abonnement, tegen betaling van een gereduceerd tarief gedurende de eerste 24 maanden. T-Mobile heeft in deze email voor wat betreft de details van het gewijzigde abonnement verwezen naar de website onder gebruikmaking van een hyperlink. In de email is meegedeeld dat het opgespaarde beltegoed wordt omgezet naar onbeperkt bellen en SMS’en in Nederlands. Tot slot heeft T-Mobile in de email meegedeeld dat het abonnement ook binnen 31 dagen kon worden opgezegd zonder opzeggingstermijn van één maand. Ook in deze mededeling is een hyperlink opgenomen.
2.8.
Naar aanleiding van het bindend advies van de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten, heeft T-Mobile de kortingsperiode van 24 maanden verlengd tot 36 maanden.

3.Geschil

3.1.
Eisers hebben gevorderd zoals in het tussenvonnis van 30 oktober 2017 is weergegeven. Naast voormelde feiten hebben eisers aan hun vorderingen, verkort en zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.
Eisers stellen primair dat T-Mobile met de omzetting van de Flex/Relax abonnementen naar de SSSB-abonnementen de kern van de onderhavige overeenkomsten drastisch heeft gewijzigd. Eenzijdige wijzigingen van de kern van de prestaties is volgens eisers op grond van de wet niet toegestaan. Eisers achten zich dan ook niet aan deze wijzigingen gebonden en vorderen nakoming van de oorspronkelijk overeengekomen abonnementen.
3.3.
Subsidiair stellen eisers dat de overeengekomen levering van het beltegoed door T-Mobile kwalificeert als de koop van een vermogensrecht. Eisers stellen dan ook eigenaar te zijn geworden van het opgebouwde beltegoed. T-Mobile maakt inbreuk op dat eigendomsrecht door het opgebouwde beltegoed niet te leveren. T-Mobile schiet aldus tekort in de nakoming van de overeenkomst, aldus eisers. Eisers vorderen afgifte van de waarde van het opgebouwde beltegoed.
3.4.
Meer subsidiair stellen eisers dat het eenzijdige wijzigingsbeding uit de AV onredelijk bezwarend is zoals bedoeld in de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de Richtlijn), zodat dit beding vernietigd dient te worden. Eisers stellen door de niet nakoming van de oorspronkelijk overeengekomen abonnementen door T-Mobile schade te hebben geleden, die bestaat uit de waarde van het door eisers opgebouwde – en na omzetting naar de SSSB-abonnementen verloren gegane – beltegoed. Eisers vorderen vergoeding van die schade.
3.5.
T-Mobile heeft de vorderingen gemotiveerd weersproken. Op het verweer wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.

4.Beoordeling

4.1.
T-Mobile heeft een wijziging in de overeenkomsten doorgevoerd die eisers niet gewild hebben. Eisers vinden dat T-Mobile hen benadeeld heeft met de wijziging van de overeenkomsten, omdat een SSSB-abonnement niet de voordelen biedt die een Flex/Relax abonnement wel bood. Eisers verlangen primair voortzetting van de ‘oude’ overeenkomsten en verlangen subsidiair dat de nadelen als gevolg van de wijzigingen gecompenseerd worden door T-Mobile. De kantonrechter dient te beoordelen of een en ander, op de wijze als door eisers is gesteld, in rechte kan worden afgedwongen.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat het aangaan van een duurovereenkomst, zoals de door eisers met T-Mobile aangegane overeenkomsten, geen recht geeft op het oneindige voortbestaan van die overeenkomst onder gelijkblijvende voorwaarden. Dat neemt niet weg dat T-Mobile zich bij het uitvoeren, opzeggen en wijzigen van die overeenkomsten, dient te houden aan nationale en internationale regelgeving. De kantonrechter zal in het hiernavolgende dan ook toetsen of T-Mobile met de door haar doorgevoerde wijzigingen, binnen de bandbreedte van die regels is gebleven.
Wijziging kernbeding?
4.3.
Eisers hebben primair naar voren gebracht dat de door T-Mobile doorgevoerde wijziging de kern van de overeengekomen abonnementen raakt en daarom niet is toegestaan. T-Mobile heeft onder meer betwist dat een wijzigingsbeding zich niet kan uitstrekken tot het wijzigen van een kernbeding en stelt dat de doorgevoerde wijziging geen betrekking heeft op een kernbeding.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat geen rechtsregel bepaalt dat wijziging van kernbedingen binnen een overeenkomst per definitie is uitgesloten. De kantonrechter begrijpt uit hetgeen door eisers ter comparitie naar voren is gebracht dat zij zich op het standpunt stellen dat de artikelen 2.4 en 7.2 van de AV niet zover strekken dat zij de bevoegdheid geven tot de verstrekkende wijzigingen die door T-Mobile zijn doorgevoerd. Bedoelde artikelen houden evenwel in dat T-Mobile zowel de algemene en aanvullende Voorwaarden als haar tarieven mag wijzigen, terwijl de wijzigingen die zijn doorgevoerd die voorwaarden en tarieven betreffen. De primaire stellingen van eisers kunnen dan ook niet leiden tot toewijzing van de primaire vordering.
Eigendom van het beltegoed?
4.5.
Eisers stellen subsidiair dat zij eigenaar zijn geworden van de geldswaarde van het door hen opgebouwde beltegoed en dat T-Mobile inbreuk heeft gemaakt op dit recht door het beltegoed niet te leveren. T-Mobile heeft aangevoerd dat onderhavige overeenkomsten niet kwalificeren als koop, maar als overeenkomsten tot levering van diensten. Eisers kunnen volgens T-Mobile daarom slechts aanspraak maken op de levering van die diensten.
4.6.
De kantonrechter is met T-Mobile van oordeel dat T-Mobile zich er in de met eisers gesloten overeenkomsten uitsluitend toe heeft verplicht een bepaalde hoeveelheid telecommunicatiediensten te leveren. Dit volgt ook met zoveel woorden uit de AV, waarin de Overeenkomst is gedefinieerd als “de overeenkomst tot het leveren van de Dienst door T-Mobile aan de Klant” en waarin de Dienst is omschreven als “de dienst waarbij de Klant gebruikmaakt van het Netwerk van T-Mobile voor het directe transport van telecommunicatieverkeer”. De aanduiding van het opgebouwde tegoed aan belminuten en andere diensten is in een geldbedrag uitgedrukt, omdat met dat tegoed verschillende telecommunicatiediensten kunnen worden afgenomen (waaronder bellen en gebeld worden in binnen- en buitenland in verschillende zones en sms-berichten ontvangen in binnen- en buitenland) waarvoor verschillende tarieven gelden. Het geldbedrag waarin het tegoed is uitgedrukt is daarom alleen een rekeneenheid. De overeenkomsten geven eisers dan ook slechts aanspraak op de levering van diensten binnen het overeengekomen tegoed en niet op levering van dat tegoed zelf.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet het voorgaande bij eisers ook duidelijk zijn geweest, reeds omdat het beltegoed een dubbele waarde vertegenwoordigt van het door eisers betaalde maandelijkse abonnementsgeld. Eisers mochten er dan ook niet op vertrouwen dat zij, indien zij een maand geen gebruik zouden maken van de door T-Mobile ter beschikking gestelde diensten, aanspraak konden maken op uitkering van twee maal het door hen betaalde bedrag.
4.8.
Het voorgaande brengt de kantonrechter tot de conclusie dat de subsidiaire vorderingen van eisers eveneens moeten worden afgewezen.
Oneerlijke bedingen?
4.9.
Meer subsidiair hebben eisers gevorderd de artikel 2.4, 7.2 en 10.4 van de AV en het beding ‘Overstappen en Vernieuwen’ van het Tarievenoverzicht te vernietigen omdat deze bedingen onredelijk bezwarend zijn als bedoeld in de Richtlijn. Eisers vorderen veroordeling van T-Mobile tot vergoeding van de door eisers geleden schade, welke schade gelijk is aan de waarde van het opgebouwde beltegoed. T-Mobile stelt dat het beroep op het onredelijk bezwarend karakter van de bedingen moet worden afgewezen, omdat het onredelijk bezwarende karakter van een beding ex artikel 6:233 sub a BW besloten moet liggen in de inhoud van dat beding en niet in de uitoefening van dat beding. Uit de stellingen van eisers leidt T-Mobile af dat zij niet zozeer bezwaar hebben tegen de bedingen als zodanig, maar tegen de uitoefening van die bedingen door T-Mobile in hun concrete geval. Voorts stelt T-Mobile dat de bedingen niet voorkomen op de zwarte (art. 6:236 sub a BW) of de grijze (art. 6:237 sub b BW) lijst. Tot slot stelt T-Mobile dat de Richtlijn in gevallen als de onderhavige niet van toepassing is en – voor zover dat wel zo zou zijn – dat een wijzigingsbeding als het onderhavige niet op voorhand oneerlijk moet worden geacht en getoetst moet worden naar nationaal recht aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
4.10.
In de eerste plaats dient beoordeeld te worden of de wijzigingsbedingen zoals opgenomen in de artikelen 2.4 en 7.2 van de AV onredelijk bezwarend zijn in de zin van artikel 6:233 onder a BW.
4.11.
Artikel 6:233 onder a BW dient overeenkomstig de Richtlijn te worden uitgelegd. De Richtlijn geeft in artikel 4 het toetsingskader weer, aan de hand waarvan beoordeeld dient te worden of een bepaling in de algemene voorwaarden als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. Dit kader houdt in dat bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding alle omstandigheden
rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst
op het moment waarop de overeenkomst is gesloten, in aanmerking moeten worden genomen, waarbij rekening moet worden gehouden met de
aard van de goederen of dienstenwaarop de overeenkomst betrekking heeft.
4.12.
Richtlijnconforme interpretatie van artikel 6:233 onder a BW leidt in de onderhavige situatie tot het oordeel dat de wijzigingsbedingen niet vanaf de aanvang van de overeenkomst onredelijk bezwarend zijn. De wijzigingsbedingen komen niet voor op de zwarte of grijze lijst als bedoeld in de artikelen 6:236 en 6:237 BW. Eisers stellen dat de wijzigingsbedingen vallen onder artikel 6:236 sub a BW. De kantonrechter deelt deze visie niet. De overeenkomsten tussen T-Mobile en eisers geven, zoals al in 4.5. en 4.6. is overwogen, immers geen aanspraak op uitkering van het opgebouwde beltegoed, maar op een bepaalde hoeveelheid diensten. Deze laatste aanspraak blijft na de wijziging van de abonnementsvorm bestaan, zij het in een andere vorm en tegen andere tarieven.
4.13.
De markt voor telecomdiensten kenmerkt zich door snel veranderende technologische ontwikkelingen, die gepaard gaan met snelle verschuivingen in vraag en aanbod, en in toenemende mate buiten de landsgrenzen in Europees verband wordt gereguleerd. De sterke concurrentie onder de telecomaanbieders leidt tot regelmatige aanpassingen van het dienstenaanbod. Telecomaanbieders zoals T-Mobile moeten dan ook in staat blijven om met die ontwikkelingen mee te bewegen en waar nodig eenzijdig voorwaarden in overeenkomsten aan te passen. T-Mobile heeft aldus belang bij het opnemen van de wijzigingsbedingen in de AV en consumenten, in het bijzonder eisers, hebben dat belang te respecteren. In de snel veranderende omstandigheden van de markt van telecomdiensten zoals hierboven geschetst, is het – anders dan eisers stellen – niet onredelijk bezwarend dat een wijzigingsbeding niet vooraf precies specificeert welke voorwaarden of tarieven kunnen worden gewijzigd en onder welke omstandigheden van die bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.
4.14.
De wijzigingsbedingen komen wel voor op de zogenaamde blauwe lijst zoals die is opgenomen in de bijlage bij de Richtlijn. Immers betreft punt 1 sub j bedingen die tot doel of gevolg hebben de verkoper te machtigen zonder geldige, in de overeenkomst vermelde reden eenzijdig de voorwaarden van de overeenkomst te wijzigen. Het enkele feit dat de wijzigingsbedingen op deze lijst voorkomen, maakt de bedingen niet zonder meer oneerlijk. In de eerste plaats is in artikel 3 lid 3 van de Richtlijn bepaald dat de bedingen van de blauwe lijst als oneerlijk
kunnenworden aangemerkt; ze
zijnhet niet op voorhand. In de tweede plaats is in diezelfde bijlage onder 2 sub b bepaald, dat punt j) niet in de weg staat aan bedingen waarbij de verkoper zich het recht voorbehoudt de voorwaarden van een overeenkomst voor onbepaalde tijd eenzijdig te wijzigen, mits hij verplicht is de consument daarvan redelijke tijd vooraf in kennis te stellen en het de laatste vrijstaat de overeenkomst te ontbinden.
4.15.
De manier waarop telecomaanbieders, waaronder T-Mobile, gebruik kunnen maken van eenzijdige wijzigingsbedingen op basis van de Richtlijn, is geregeld in artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw), welk artikel een implementatie is van artikel 20.4. van Richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108) (hierna: de Universeledienstenrichtlijn). Dit artikel uit de Universeledienstenrichtlijn bepaalt onder meer dat abonnees tijdig en ten minste één maand vooraf naar behoren op de hoogte worden gesteld van wijzigingen in de contractuele voorwaarden en dat zij tegelijkertijd op de hoogte worden gesteld van hun recht om zonder boete het contract op te zeggen indien zij de nieuwe voorwaarde niet accepteren. Daarnaast heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) de ‘Beleidsregel kosteloos beëindigingsrecht artikel 7.2 Telecommunicatiewet’ (hierna: de Beleidsregel) opgesteld, waarin de ACM haar zienswijze over artikel 7.2. Tw heeft uitgewerkt.
4.16.
Verkort weergegeven komen artikel 7.2 Tw en de Beleidsregel erop neer dat als een telecomaanbieder gebruik maakt van haar bevoegdheid tot het eenzijdig doorvoeren van een wijziging, de reden voor en de wijze van de aanpassing transparant en duidelijk voor haar abonnee moet zijn, zodat deze op basis van begrijpelijke criteria eventuele wijzigingen van de kosten kan voorzien, en dat de abonnee het recht heeft gekregen om de overeenkomst kosteloos te beëindigen en over te stappen naar een andere telecomaanbieder. Eisers hebben niet weersproken dat T-Mobile aan die vereisten heeft voldaan.
4.17.
De kantonrechter komt aldus tot de conclusie dat de overeengekomen eenzijdige wijzigingsbedingen niet onredelijk bezwarend zijn in de zin van de Richtlijn en daarom niet voor vernietiging in aanmerking komen. De gevorderde vernietiging van die bedingen wordt dan ook afgewezen.
4.18.
De vraag die resteert is of het vervalbeding in artikel 10.4 van de AV en het beding in het Tarievenoverzicht onredelijk bezwarend zijn in de zin van de Richtlijn. De kantonrechter stelt voorop dat voor de beantwoording van die vraag niet relevant is dat eisers enig nadeel lijden of kunnen lijden als gevolg van die bedingen. Beoordeeld moet worden of dat nadeel onredelijk is.
4.19.
Van een beding zoals opgenomen in artikel 6:236 onder a BW is in onderhavige situatie geen sprake. Zoals reeds is overwogen onder 4.6., gaven de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomsten slechts aanspraak op de levering van diensten binnen het overeengekomen tegoed en niet op levering van dat tegoed zelf. Deze aanspraak is logischerwijze komen te vervallen voor de eisers die naar aanleiding van het bericht van november 2015 hebben besloten de overeenkomst op te zeggen en een contract aan te gaan met een andere telecomaanbieder. De aard van de overeenkomst (te weten het leveren van telecomdiensten) brengt met zich dat een consument na beëindiging van de overeenkomst geen aanspraak meer kan maken op de levering van die diensten. Voor de eisers die na het bericht van november 2015 de overeenkomst niet hebben opgezegd en als gevolg daarvan een SSSB-abonnement bij T-Mobile hebben, geldt dat het opgebouwde beltegoed met de abonnementswissel is omgezet in een onbeperkte afname van belminuten in Nederland, sms-berichten binnen Zone 1 en een beperkte afname van belminuten in Zone 1. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, namelijk dat het wijzigingsbeding niet onredelijk bezwarend is en T-Mobile de omzetting naar de eisen van artikel 7.2 Tw en de Beleidsregel heeft uitgevoerd, is deze omzetting van het beltegoed op zichzelf niet onredelijk bezwarend.
4.20.
Eisers hebben aangevoerd dat de benadeling voor een aanmerkelijk deel gelegen is in het feit dat T-Mobile hen heeft geadviseerd dit abonnement aan te houden, zodat zij een tegoed konden opbouwen om buiten Zone 1 gebruik te maken van de telecomdiensten. Eisers hebben in het licht van het verweer van T-Mobile onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat de Flex/Relax abonnementen als zodanig zijn bedoeld. T-Mobile heeft immers aangevoerd dat het achterliggende idee van de mogelijkheid van het opsparen van beltegoed was, dat maandelijkse schommelingen in het gebruik van de diensten konden worden opgevangen. T-Mobile behoefde naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet zonder meer rekening te houden met de kennelijk onder eisers gehanteerde wijze van gebruik van de Flex/Relax abonnementen, waarbij zij het beltegoed als ‘spaarpotje’ hebben laten oplopen om te besteden voor telecomdiensten in het buitenland, buiten Zone 1.
4.21.
Los van het feit dat niet alle abonnees van T-Mobile de wijziging van de voorwaarden als nadelig zullen hebben beschouwd, geldt dat tegenover het door eisers ervaren nadeel, de voordelen staan die de SSSB-abonnementen te bieden hebben. Bovendien is het nadeel voor eisers gecompenseerd door de korting die T-Mobile gedurende de eerste 36 maanden heeft verstrekt op de SSSB-abonnementen. Al met al is het nadeel dat eisers lijden voor eisers kennelijk ongewenst, maar niet onredelijk. De vervalbedingen zijn naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet aan te merken als onredelijk bezwarend. De gevorderde vernietiging van de vervalbedingen wordt daarom eveneens afgewezen.
Slotsom
4.22.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat geen grond bestaat voor toewijzing van de vorderingen van eisers. De vorderingen worden daarom afgewezen. Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vorderingen van eisers af;
- veroordeelt eisers in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van T-Mobile vastgesteld op € 800,- als het aan de gemachtigde van T-Mobile toekomende salaris;
- verklaart dit vonnis wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. A. Emmens en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juni 2018.