Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
BSA SCHADEREGELING B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft BSA Schaderegeling B.V. de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst met de werknemer, aangeduid als [verweerder], te ontbinden. Dit verzoek is ingediend op 28 september 2018, na een periode van ziekte van de werknemer die begon op 28 augustus 2017. De werkgever stelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door de werknemer en een verstoorde arbeidsverhouding, waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet redelijk zou zijn. De werknemer heeft zich echter verweerd door te stellen dat er een opzegverbod geldt tijdens ziekte, zoals vastgelegd in artikel 7:670 BW, en dat zijn ziekte verband houdt met het ontbindingsverzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2018 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De rechter heeft vastgesteld dat de werknemer lijdt aan sarcoïdose en dat er geen bewijs is dat hij zijn ziekte heeft gebruikt om een beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bemoeilijken. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de belangen van de werknemer, die zich in zijn tweede ziektejaar bevindt, zwaarder wegen dan de belangen van de werkgever bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van BSA om de arbeidsovereenkomst te ontbinden afgewezen, met de overweging dat de ontslagbescherming van de werknemer in deze situatie prevaleert. De beslissing is op 14 december 2018 openbaar uitgesproken, zonder dat een van de partijen in de proceskosten is veroordeeld.