Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2018 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, V-nummer [V-nummer]
De minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 10.000,-. Daarnaast heeft referent zich garant gesteld voor eiseres. Anders dan verweerder stelt ontvangt referent wel degelijk voldoende en duurzame inkomsten. Eiseres betwist voorts dat zij onvoldoende economische en sociale binding heeft met het land van herkomst. Eiseres wijst erop dat zij al haar hele leven lang in Irak woont en daar een stabiel familieleven heeft met haar vier zussen, een broer en hun kinderen. Zij is als een soort moeder voor hen. Voorts stelt eiseres zich op het standpunt dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat de economische binding zo gering is dat het risico bestaat dat zij niet (tijdig) terugkeert. Eiseres bezit immers een huis in Irak en ontvangt daar een pensioen dat zij iedere maand persoonlijk moet ophalen. Al met al stelt eiseres zich, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, zittingsplaats Amsterdam, van 15 november 2007 (ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9898), op het standpunt dat indicaties op grond waarvan kan worden geoordeeld dat niet aannemelijk is dat een tijdige terugkeer is gewaarborgd ontbreken. Verder doet eiseres een beroep op artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Ook stelt zij zich op het standpunt dat verweerder de hoorplicht heeft geschonden. Tot slot voert eiseres aan dat referent de vragenlijst in bezwaar niet heeft ontvangen. Referent heeft deze in beroep alsnog ingevuld en bij brief van 4 juni 2018 verzonden.